VRH partim pediatrie
Hoofdstuk 1: Het acuut ziek kind
1. Kinderen zijn geen kleine volwassenen
Herkennen van een ziek kind is moeilijk, kunnen lang compenseren.
1.1. Luchtweg en ademhaling (A+B)
Hoofd:
• Groot, in het bijzonder het achterhoofd en de nek kort
• Dit heeft als gevolg dat in rugligging de nek tot flexie dreigt te komen welke aanleiding
zalgeven tot obstructie van de luchtweg. Naarmate kind ouder wordt, wordt de
verhouding tussen hoofd en lichaam kleiner, nek langer en de larynx minder onderhevig
aan externe druk.
Tong/mondbodem:
• Grotere tong in verhouding met hun aangezicht en mond wat in bewusteloze toestand
een belangrijke oorzaak is van luchtwegobstructie.
• Zachte mondbodem is gevoeliger voor externe drukken
Obligate neusademhalers:
• Eerste 6 maanden
• De nauwe neusdoorgang raakt gemakkelijk geobstrueerd door slijmvlieszwelling bij
bovenste luchtweginfecties
• Neusobstructie →toename ademhalingsarbeid →eventueel respiratoir falen.
(Adeno)tonsillaire hypertrofie :
• Tussen 2 en 8 jaar: hypertrofie van het adenoïd en de tonsillen de oorzaak van
luchtwegobstructie.
Nauwe luchtweg bij de zuigeling:
• Het nauwste deel van de larynx bij is niet het gebied van de stembanden, maar het
subglottische gebied ter hoogte van het cricoïd.
• De groei van de lagere luchtwegen blijft enigszins achter bij die van de hogere
luchtwegen, zodat bij kinderen onder de leeftijd van vijf jaar de lagere luchtwegen ook ten
opzichte van de hogere luchtwegen kleiner zijn → Bijgevolg is de luchtweerstand bij
kinderen veel groter.
• De weerstand van de lagere luchtwegen is bovendien groter bij kinderen onder de 5 jaar
ten opzichte van de weerstand van de hogere luchtwegen.
Trachea:
• Kort en slap, kan de trachea door zowel hyperextensie als flexie van de nek vernauwen
Diafragma:
• Belangrijkste ademhalingsspier bij kinderen
,Ribben en tussenribspieren:
• Zuigelingen: zachte en vervormbare ribben + zwakkere tussenribspieren en een sterke
compliante thoraxwand. Intercostale en sternale intrekkingen zijn hierdoor reeds in een
vroeg stadium van respiratoire belemmering zichtbaar.
• Oudere kinderen: tussenribspieren zijn beter ontwikkeld/ steviger en spelen belangrijke
rol bij ademhaling.
Hogere ademfrequentie:
• Zuigelingen en kinderen hebben een relatief hoog metabolisme en een hoge
zuurstofconsumptie in vergelijking met volwassenen.
Lagere respiratoire reserve: Gevolg →snellere desaturatie (vooral in liggende positie)
1.2. Circulatie (C)
Kleiner circulerend volume:
• Het circulerend bloedvolume per kilogram lichaamsgewicht is bij kinderen groter (70 –
80ml/kg) dan bij volwassenen, maar het daadwerkelijke volume is kleiner.
• Gevolg: dehydratatie of een relatief klein volume aan bloedverlies is kritiek
Hogere hartfrequentie:
• Gevolg van hoger metabolisme en hoger cardiac output (hartdebiet).
• Bij kinderen wordt de cardiac output vooral bepaald door de hartfrequentie aangezien het
slagvolume niet in dezelfde mate kan toenemen als bij volwassenen.
Lagere bloeddruk:
1.3. Lengte en gewicht
Wat in noodsituaties ?
• Zuigeling:
o Geboorte: 3 kg → 6 maanden: 6 kg → 12 maanden: 10 kg.
,• Kind vanaf 1 jaar:
• Adolescenten die “groot” zijn voor hun leeftijd:
o Gewicht (in kg) = (leeftijd in jaren + 4) x 2 → naar volgende tiental afronden.
• > 50 kg:
o Volwassen doseringsschema
2. Systematische benadering en herkennen van een acuut ziek kind
2.1. “Quick look” – BBB
• De “Quick look” is een wijze van benadering/observatieomzeer snel, binnen een aantal
seconden,te kunnen inschatten of:
o Een kind zich al dan niet acuut in een levensbedreigende situatie bevindt
o Een onmiddellijk ABCDE-evaluatie
o Snelle en levensnoodzakelijke interventies noodzakelijk zijn
• De “Quick Look” wordt uitgevoerd door het observeren en evalueren van de 3 volgende
items BBB:
o Behaviour (gedrag)
o Breathing (ademhaling)
o Body Colour (kleur)
→ Instabiel kind? → ABCDE
2.2. Evaluatie ABCDE
Deze evaluatie is een gestructureerde observatie -en evaluatie middel van:
1) Airway of luchtweg
2) Breathing of ademhaling
3) Circulation of circulatie
4) Disability of neurologische toestand
5) Environment of omgeving
De ABCDE-evaluatie is een systematisch proces van evalueren en herevalueren,
beoordelen en herbeoordelen. Hoe sneller men kan herkennen en inschatten wat er aan de
hand is, hoe sneller men gericht kan (be)handelen.
, 2.2.1. A = Airway
• Evaluatie van de bovenste luchtweg:
o De bovenste luchtweg moet open/vrij zijn.
o Vrije en veilige luchtweg?
o Vrij maar bedreigd?
o Partiële obstructie of volledige obstructie
• De luchtweg controleer je door de drie volgende observaties uit te voeren:
o KIJK
o LUISTER
o VOEL
Let op!
• Kinderen met een gedaald bewustzijn hebben een verminderde faryngeale spiertonus →
tong valt naar achter → gevaar voorluchtwegobstructie.
• Blijf aandacht hebben voor de anatomische en fysiologische kenmerken van een
zuigeling en een kind.
• Kind bij bewustzijn met vrije luchtweg → positie die de respiratoire capaciteit verhoogt.
Obstructie van de bovenste luchtwegen → “sniffing-positie” = vanaf 1 jaar, tot 1 jaar
neutrale positie
• Geen open of bedreigde luchtweg is, is het noodzakelijk de openingsmanoeuvres uit te
voeren (cave nekwervelletsel), nl. aspiratie, opening luchtweg al dan niet met extra
middelen. Aspiratie van speeksel, braaksel, slijm, bloed, vreemd voorwerp, …. Aan de
hand van een harde en brede Yankauer in kindermaat.
Hulpmiddelen om de luchtweg vrij te maken:
1) Orofaryngeale canule bv Mayo canule:
o Doorgang tussen de tongbasis en de achterste farynxwand.
o Maat: midden van de snijtanden tot aan de hoek van de onderkaak (met de holle
kant tegen de wang) (Twijfel tussen 2 maten → kies de kleinste!)
o Enkel bij bewusteloze patiënten (cave braken of laryngospasmen)
2) Nasofaryngeale canule:
o Vrijwaart de doorgang van neusgat tot farynx
o Maat: juiste lengte → de afstand meten van de neustip tot aan de tragus van het
oor. Inschatten diameter → pink
2.2.2. B = Breathing
• Een open luchtweg staat niet gelijk aan een adequate ventilatie en oxygenatie
• De aanwezigheid van één of meer van onderstaande parameters, geeft een indicatie van
de ernst van het respiratoir falen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Romy2000. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.