2021
Seminars History of Education
SEMINAR 1, 2 & 3
PROF. VAN RUYSKENSVELDE, DEJANS & VERSTRAETE
, SEMINAR 1
Popkewitz, T. (2013). Styles of reason: Historicism, historicizing, and the history of education. In: T.
Popkewitz (Ed.). Rethinking the history of education. Transnational perspectives on its questions,
methods, and knowledge (pp. 1-26). New York: Palgrave MacMillan.
Van Ruyskensvelde, S. and Nys, L. (2020). Folded Files, Unfolding Narratives: PsychoPedagogical
Observation in the Belgian Juvenile Reformatories, 1912-1945. Paedagogica Historica, (49) 3, 398-420.
Questions:
1. In their text, Popkewitz et. al. give a brief overview of the ‘history of educational historiography’. Explain in
your own words what that (i.e. the notion the history of educational historiography) means, and what evolution
the historiography of education underwent in the 20th century, according to the authors, and how this
evolution influenced the topical foci and methods of history of education research.
Wat is ‘history of educational historiography’? Het tracht de geschiedenis van educatie te achterhalen en uit te
leggen. Deze geschiedenis is complex, want we kunnen verschillende zaken onderscheiden.
Welke evolutie doorging het in de 20ste eeuw (1900)? Begin de 20ste eeuw spraken we over ‘history of ideas’: in
deze periode werden leerkrachten voor het eerst ook effectief opgeleid om dit beroep uit te oefenen. Dit
betekende dat meer aandacht werd geschonken aan history of education. Men was geïnteresseerd in hoe men in
het verleden vormgaf aan educatie, om hier dan inspiratie uit te halen voor de (toen) hedendaagse aanpak. Het
idee hierachter is dat we het verleden moesten bestuderen, om hieruit te leren en ons heden steeds te verbeteren.
Er was een groot geloof in ‘progress’ (vooruitgang), nl. dat we het vandaag beter kunnen doen dan gisteren, want
we leren uit onze fouten.
De opkomst van het humanisme was ook een belangrijk gebeuren. Het Humanisme zegt dat we niet naar de
geschiedenis moeten kijken als één event, maar als één perspectief van het verleden (het is niet één verleden, er
zijn verschillende dingen gebeurd in het verleden). Het gaat over de causale relatie.
Naar het einde van de 20ste eeuw toe ontstond een paradigma switch, nl. New cultural history of education. Dit
steldde twee zaken in vraag:
- Het idee van vooruitgang
- Het idee van het gebruik van enkel geschreven bronnen
De new cultural history of education was vernieuwend. Het is een benadering die enkele veranderingen te weeg
bracht. Ze gingen voor het eerst aandacht geven aan educatie als ingebed in een culturele, politieke, historische
en sociale context. Educatie is niet los te denken van wat er in de samenleving speelt. Ze hebben een invloed op
elkaar. Daarnaast ging men ook niet meer enkel naar geschreven bronnen kijken, maar ook naar andere zaken,
zoals schoolbanken als een vorm van een bron die ons iets kan zeggen over het verleden. Ze gaven ook weer dat
taal nooit een neutraal gegeven is. De woorden die we kiezen weerspiegelen onze mindset. Ze zijn nooit neutraal.
Klasdiscussie: Bepaalde concepten die gebruikt zijn in het artikel zijn: ‘past’, ‘history’, ‘historiography’, ‘traces’,
‘problems’, enz. Hoe begrijp je deze concepten? Wat betekenen ze voor jou?
Het idee hoe je geschiedenis schrijft is gevolueerd. Dit lijdt tot het onderscheid tussen past en history. Er is dus
een verschil tussen de termen ‘past’ en ‘history’ (en ‘historyografie’). Verschillende historische benaderingen
hebben deze concepten anders begrepen. Correct gezien betekenen deze:
- Past (verleden) = alle historische gebeurtenissen die in het verleden hebben plaatsgevonden.
- History (geschiedenis) = de historische studie van het verleden (past) via bronnen (traces). Het is wat nu
gebeurd; dus wat je nu bestudeert uit het verleden. Het is de interpretatie a.d.h.v. bronnen die we in
archieven kunnen vinden.
De history of education heeft zijn eigen geschiedenis, en is het gevolg van het verleden. De history of education is
niet statisch, het is continu aan het evolueren en aan het veranderen.
1
, De concepten past en history verschillen dus. History is altijd een vorm van interpretatie. De implicatie hiervan is
dat geschiedenis schrijven (history writing) altijd gebeurt in het heden. Het is de studie van het verleden dat
vandaag plaatsvindt.
Historiografie of geschiedschrijving (historiography) is de collectie van historisch werk van een bepaald onderwerp
of vooral in dit geval van de problemen van onderwijs. Het bevat ook kritische, theoretische benaderingen.
Geschiedschrijving (writing history) heeft zijn eigen geschiedenis. Dit is belangrijk, want als we deze
paradigmaverschuiving benaderen zou je zeggen dat Thomas Popkewitz akkoord gaat met de assumptie dat
historische gebeurtenissen lineair zijn. Maar hij zou juist niet akkoord gaan met het idee dat historische
gebeurtenissen lineair zijn. Hij heeft het over styles of reason.
- Historiografie (geschiedschrijving) = de methoden die historici gebruiken voor het ontwikkelen van
geschiedenis en dus het bestuderen van het verleden. Het is het geheel van historisch werk over een
bepaald onderwerp.
‘Styles of reason’ = een reflectie van hoe we de relatie moeten zien tussen het verleden en de geschiedenis.
Er is niet één style of reason. Er zijn verschillende, die naast elkaar staan en invloed op elkaar hebben. Hij heeft
het niet over paradigma’s, omdat hij wil underscore dat die bepaalde benaderingen van history zijn verander over
de tijd, maar niet op een lineaire manier. Want styes of reason zijn andere conceptuelations de relatie tussen past
en history. Historism bestaat vandaag de dag nog, in andere vormen dan in de 19 de eeuw. Dingen zijn geevolueerd,
maar niet op een lineaire manier.
2. The text of Popkewitz et. al. introduces the concept of “a history of the present. Explain what that concept
means, and (ii) how that differs from a history for the present.
Wat is ‘history of the present’? We willen kritisch begrijpen wat er in het verleden gebeurd is en dit in een context
plaatsen. Wat is de relatie tussen het verleden en het heden? We willen de problemen van het heden begrijpen
a.d.h.v. het verleden. Ook om bewustzijn te brengen over waarom wij zaken uit educatie zo vanzelfsprekend
vinden. Bv. de manier waarop een klas wordt vormgegeven. Waarom vinden we dit zo normaal? Waarom vinden
we vandaag dat educatie evidence-based is? Het wil het heden kritisch bekijken en begrijpen.
We moeten bewust zijn van het idee dat we op dit moment ook geschiedenis schrijven. Wat wij nu doen doen we
niet zomaar, het komt voort uit het verleden. Educatie is het gevolg van het verleden. Daarnaast moeten we ook
bewust zijn van de factoren die vandaag onze ‘educatie’ vormgeven. Deze zijn bewust wat ze zijn.
Wat is ‘history for the present’? Mensen willen in het heden uit het verleden leren. We bestuderen het verleden,
om in het heden hier iets uit te leren. We willen inspiratie halen uit het verleden om in onze tijd in te zetten. Dit
noemen we ook ‘instrumentalizing the past’. Het verleden gebruiken (hierin ga je kijken wat nuttig kan zijn) om in
het heden het beter te doen.
De positie van de historicus speelt hier uiteraard ook een rol in. Het is heel zelf-reflectief.
Klasdiscussie: Er is uiteraard een verschil tussen beiden:
- History of the present wil begrijpen wat de tijdelijke toestand is van het educatie systeem. Het wil
eduactie begrijpen als een fenomeen dat cultureel en historisch ingebed is. Het verschilt met history for
the present.
- History for the present betekend dat je het verleden bestudeert in belang van de toekomst om inspiratie
te vinden voor de problemen van vandaag. We proberen uit het verleden oplossingen te vinden. We
brengen vooruitgang tot stand. History for the present wil zien wat goed en wat slecht is. History of the
present is hier niet geïnteresseerd in.
Een van de assumpties van history for the present is dat de historische tijd lineair is en dat er
een causaliteit is. History for the present wil begrijpen hoe historische educatie verschillende
manieren heeft gecreëerd, hoe je u moet gedragen, waarom bepaalde problemen zijn
geherfomuleerd in problemen en hoe hier oplossingen zijn voor gevonden. Er zijn nooit gaten
in de geschiendenis; het is lineair en normatief. Een feit leidt tot een ander. Bij history for the
2