Lisa D’heygere Verbintenissenrecht – notities 2021
TOTSTANDKOMING VAN CONTRACT
WILSOVEREENSTEMMING
Ontstaan van contract op moment van wilsovereenstemming. Wanneer komt het
contract tot stand? Veruiterlijkte wilsovereenstemming.
Hoe kom je tot besluit dat er wilsovereenstemming is? Je hebt aanbod en aanvaarding.
Aanbod wordt aanvaard, dan krijg je een contract. Alle verbintenissen die daaruit
voortvloeien moeten worden uitgevoerd.
Door vrijheid uit te oefen w je verbonden door contract.
Wat is aanbod? Wanneer ga je iets als aanbod kwalificeren?
- Materieel element: moet duidelijk zijn waarvoor je een aanbod doet. Substantiële
en essentiële bestanddelen van wat je beoogt moeten vaststaan.
o Essentieel: de bestanddelen die van een contract een bepaald type
maken. Bv bij koop: eigendom overdragen en prijs betalen. Dat maakt
contract koopcontract. Welk goed en welke prijs moeten vaststaan in
aanbod.
o Substantieel: typische bestanddelen die maken dat een medepartij dat
aanbod wil. Bv. Als je auto koopt: essentieel is die auto voor die prijs.
Substantieel is vaak een kleur, is belangrijk voor heel wat kopers van een
auto. Niet altijd, niet essentieel. Wel substantieel.
- Psychologisch element: wil om je te verbinden moet er zijn, anders kan je niet
spreken van een aanbod.
Bindend karakter van het aanbod: het rechtsgevolg van het aanbod is dat het
bindend is. Dat wil zeggen dat het niet teruggetrokken kan worden eens het gearriveerd
is bij de bestemmeling. Bindt diegene die het aanbod heeft gedaan.
Hoelang? Best in aanbod aangeven. Als termijn niet bepaald is in aanbod: voor redelijke
termijn bindt het de aanbieder. Redelijke termijn is afhankelijk van de concrete
omstandigheden van het concrete geval.
Mogelijke reactie van bestemmeling is de aanvaarding. Tweede partij, degene die
aanbod ontvangt, door wilsuiting aanvaarding van het aanbod => contract.
Mogelijke reactie van ontvanger van aanbod is de weigering. Als er een weigering is, is
het gedaan met het aanbod.
Mogelijke reactie van ontvanger is een tegenaanbod. Daarmee w aanbod niet aanvaard.
Tegenaanbod is ook een aanbod die bindend is voor diegene die tegenaanbod doet (voor
bepaalde termijn of redelijke termijn). Let op met tegenaanbod: je kan niet meer
terugkomen op het oorspronkelijke aanbod want dat vervalt vanaf je tegenaanbod doet.
contract of wilsovereenstemming. (tenzij formeel contract of zakelijk/reëel contract).
Hoe zou je aanbod en aanvaarding kwalificeren? = eenzijdige RH. Door samenspel van
2 eenzijdige RH’n ontstaat een meerzijdige RH, namelijk contract.
Wat als degene die aanbod doet voortijdig herroept (en aanbod sluit met een ander)?
Schend bindende kracht van contract. Herroeping is onwerkzaam onder nieuw
wetsvoorstel.
Andere partij kan dus nog aanvaarden en dan komt het contract toch tot stand. Kan zijn
dat die al contract had gesloten met derde ondertussen.
Voorbeeld: A stuurt aanbod naar B. Intussen sluit A een contract met C. Wat is
rechtspositie van B? Kan A gaan aanspreken omdat hij bindende kracht van aanbod niet
heeft gerespecteerd & schadevergoeding aan koppelen. B wil wel goed in zijn vermogen,
maar zit ondertussen in vermogen van C. Hij kan C mee betrekken als C medeplichtig is
als hij kennis had of had moeten hebben van het aanbod tussen A en B. Dan kan B C
aanspreken voor derdemedeplichtigheid aan de schending van de bindende kracht van
het aanbod. Kan schadevergoeding in natura vragen en contractbreuk vragen, nietigheid
1
,Lisa D’heygere Verbintenissenrecht – notities 2021
vragen van contract tussen B en C. Meestal gaat dat gebeuren met kortgeding (snelle
procedure voor urgente zaken, waarbij je voorlopige maatregel krijgt). Hier kan A
kortgedingprocedure proberen en schorsing krijgen van contract tussen A en C. De
beslissing ten gronde volgt dan later in de bodemprocedure.
Aanvaarding en aanbod: wilsuiting kan stilzwijgend of uitdrukkelijk
- Uitdrukkelijk/expliciet: uitdrukking van je wil om een aanbod te doen of te
aanvaarden. Wilsuiting die je doet juist om contract te aanvaarden.
- Stilzwijgend/impliciet: gedrag waaruit je kan afleiden dat er aanvaarding is van
een aanbod.
Bv. Je schrijft een mailtje dat je een schilderij wilt verkopen (= aanbod). Er komt
geen antwoord op mailtje. Schilderij w naar bestemmeling gebracht. Vervolgens is
er betaling van 10.000 euro. Dat is een impliciete wilsuiting. Het w niet expliciet
gezegd of veruitwendigd. Maar levering goed en betaling prijs, daar kan je bestaan
afleiden. (je moet wel met zekerheid kunnen afleiden uit bepaalde gedraging).
Door het uitvoeren van contractuele verbintenissen kan je ervan uitgaan dat
contract is aangegaan.
Moet een omstandig stilzwijgen zijn. Dus in die concrete omstandigheden kan
het niet anders afgeleid w dan dat het contract is gerealiseerd. Een louter
stilzwijgen volstaat niet.
Wanneer en waar ontstaat een contract? Partijen zijn niet in elkaars fysieke aanwezigheid
zijn wanneer ze tot een akkoord komen.
Moment dat wie aanbod krijgt schrijft dat hij het aanvaard? Of moment dat hij het in de
mailbox steekt? Of moment dat het toekomt? Of moment van kennisname van de
aanvaarding door de bestemmeling?
Je kan dit op een tijdlijn zetten:
Wilsuiting opschrijven verzenden aankomst redelijke kennisname (RK)
effectieve kennisname.
In ene rechtsysteem w ene aangenomen, in andere het andere. Bij ons: cassatie: moment
dat bestemmeling op redelijkerwijze kennis kon nemen van de aanvaarding. Dan ontstaat
contract dat op afstand is gesloten. (In feiten kunnen heel veel problemen zijn, bv. Wat
als je op reis bent?)
A = A => CTT op moment van RK.
Belang?
Bv. Als iemand bestemmeling net wel of net niet 18 wordt. Handelingsonbekwaam is
belangrijk om te bepalen of contract geldig tot stand is gekomen. Bv voor RK minderjarig
kan hij contract sluiten, is hij pas op moment na RK meerderjarig dan is hij
handelingsonbekwaam en dus is contract niet geldig bij bv. Aankoop van OG.
(Blz 127 in boek)
Partijen hebben de bedoeling om zich juridisch te verbinden.
Bv. Als je lift, heb je dan contract of niet? Je hebt afspraak tussen elkaar, maar geen
bedoeling juridisch te verbinden. Net zoals bij afspraak om naar cinema te gaan ofzo,
dan is er geen contract.
Wil dat dan zeggen dat lifter of autochauffeur nooit aansprakelijk kan gesteld worden?
Er is nog buitencontractuele aansprakelijkheid. Wat aantonen? Niet gedragen als een
normaal zorgvuldig persoon.
WILSAUTONOMIE
Wat is verhouding tss wilsleer – verklaringsleer – vertrouwensleer?
1. Wilsleer. Wilsautonomie. Bindend omdat het overeenstemt met de werkelijke wil.
Contract is bindend omdat partijen het gewild hebben. (niet tav derden want die
2
,Lisa D’heygere Verbintenissenrecht – notities 2021
hebben dat niet gewild). Alleen in mate dat contract overeenstemt met wil is er
sprake van contractuele verbondenheid. (valt te nuanceren, zie verder
wilsgebreken)
2. Verklaringsleer. Wilsuiting, wilsverklaring. Wat je verklaart hebt als partij is
cruciaal, is determinerend om te bepalen of er nu contract tot stand gekomen is of
niet.
3. Vertrouwensleer. Soort tussenweg tussen (1) en (2). Je moet gaan kijken naar
mate waarin partij er rechtmatig op voort gaan.
Bv. Stel dat je boekenwinkel binnenstapt. Je wilt boek van shakespeare, maar zegt
dat je Jeroen Brauws wil. Ligt er niet en winkelbediende besteld boek. Boek is
intussen toegekomen en je gaat erom. Je zegt: maar neen, ik wil boek van
shakespeare, dat is mijn werkelijke wil! Ja die wilsverklaring is wel belangrijk hier,
de winkeluitbater mocht erop vertrouwen dat wat je bestelt ook hetgene is wat in
je koppeke zit.
Bv. Je wil ferrari kopen aan 10 euro. Maar verkoper wil eigenlijk 10.000 euro.
Wilsverklaring primeert? Of vertrouwensleer? Wie aanbod krijgt kan er toch niet op
redelijkerwijze op voortgaan dat die verkoper een ferrari wil verkopen voor 10
euro? Vanuit verbintenissenrecht biedt vertrouwensleer de oplossing. Hier gaat
het om de werkelijke wil. In vorig voorbeeld ging het over de wilsuiting. In beide
voorbeelden komen we er via de vertrouwensleer uit.
Geen algemene regel van rechtmatig vertrouwen in nieuw BW. Er is geen algemene
theorie, niet in huidig BW, niet in nieuw BW.
In veel HB en theorieën vind je wel dat wilsleer belangrijk is. Ook naar interpretatie van
contract. Als er clausule onduidelijk is, wat is dan regel? Basisregel: kijken naar werkelijke
wil van partijen. (die partijen zijn wel aan t discussiëren… meestal zal rechter een
subjectieve beoordeling moeten doen). Dit staat in art 1156 BW. Interpretatievraag
komen we ook later nog op terug.
Werkelijke wil kan je meestal moeilijk bewijzen...
Wat als er gebruikgemaakt w van algemene voorwaarden/standaardbedingen en
toetredingscontracten?
Algemene voorwaarden / Toetredingscontracten
standaardbedingen
Eenzijdig opgelegd door ene partij, opgelegd aan andere partij
Gestandaardiseerd gebruik, in vele situaties Niet te onderhandelen, zijn te nemen of
gebruikt te laten. Niet onderhandelbaar.
(meestal niet te onderhandelen, maar kan)
Bv. Op achterkant van factuur: bv. over alg vw’n in bankcontract zal je
factuurvoorwaarden. Algemene ook niet kunnen onderhandelen
voorwaarden als je bankrenening afsluit. In bv. Niet te onderhandelen over
een vestiaire je jas afgeven op een algemene voorwaarden van een parking
pancarte, op een parking een bord met te onderhandelen.
allerlei voorwaarden..
Hoe worden alg vw’n of toetredingscontract deel van contractinhoud? Tegenwerpelijk,
bindend?
Er moet aan 2 voorwaarden voldaan zijn:
- Redelijke kennisname voor contractsluiting mogelijk
- Aanvaard zijn door tegenpartij
(Er zijn bijvoorbeeld bepalingen in economisch recht met specifieke regels die daar
betrekking op hebben)
Battle of the forms. (formulierenstrijd): Niet verenigbare algemene voorwaarden,
strijdige algemene voorwaarden.
3
, Lisa D’heygere Verbintenissenrecht – notities 2021
Bv. Verkoper V en Koper K zijn ondernemingen (b2b). in onderhandelingsproces w
documenten uitgewisseld waarin algemene voorwaarden worden opgelegd aan de
tegenpartij.
K doet bestelling en zegt ‘mijn koopvoorwaarden zijn van toepassing’. Die verkoper
maakt een order met ‘mijn verkoopvoorwaarden zijn van toepassing’. Koper wil bv. dat
verkoper zo veel mogelijk aansprakelijk is voor verborgen gebreken. Verkoper wil zelf zo
weinig mogelijk aansprakelijk zijn. Er zijn dus tegenstrijdige bedingen. In
verkoopvoorwaarden staat bv. als we geschil hebben zijn Brusselse rechtbanken
bevoegd, in koopcontract staat er dat exclusieve bevoegdheid voor Gentse rechtbank is.
Voor welke rechtbank? Er zijn 2 tegenstrijdige voorwaarden. Hangt af van de vraag welke
set van voorwaarden tss partijen gelden. Er zijn verschillende theorieën.
- Fist shot: wie eerste wil toepassen ziet ze toegepast. Hier K die bestelling doet.
Dus Gentse rb
- Last shot: verkoper trekt aan langste eindje, want als laatste naar voor gebracht
- Knock out: als er conflicterende vw’n gaan we ze allebei eruit kegelen. We doen
alsof er geen zijn en passen suppletief gemeen recht toe. staat ook in
wetsvoorstel
contract w dus wel behouden
Tenzij een van de partijen zeggen: als ik mijn voorwaarden niet krijg wil ik geen contract.
Zie p 175 hb.
Zijn er beschermingsmechanismen? In voordeel van zwakste partij.
- Interpretatie. Interpretatieregels om te ontsnappen aan alg vw.
o Art. 1156 (indien niet onduidelijk)
o Tegen begunstigde van beding gaan interpreteren (niet altijd in voordeel
van wederpartij).
Bv. forfaitaire schadevergoeding die gunst is voor SE die schade niet moet
bewijzen. Als er tegenstrijdigheid zou zijn moet je hier dus tegen SE
interpreteren.
Art. 1162: tegen begunstigde
o RS: Bij Alg vw: contra proferentem: wie set regels heeft opgesteld.
- Geldigheid. Zijn alg vw’n geldig of niet?
Bescherming tegen kennelijk onevenwichtige alg vw’n (in Duitsland). Bij ons:
regels die voorzien tegen onrechtmatige bedingen, maar doet er niet toe of het
alg vw’n zijn niet. Gelden ook voor andere dingen.
- Rechtsmisbruik. Als je beding zou inroepen ga je buiten grenzen van hoe normaal
zorgvuldig persoon in dezelfde omstandigheden zou handelen. Abusieflijk
handelen. (denk aan voorbeeld van sociale huisvestingsmsy)
GELDIGHEID VAN EEN CONTRACT
Soms is wilsovereenstemming niet voldoende, soms toch nietigverklaring van contract
ondanks wilsovereenstemming, contract tot stand gekomen, aanbod aanvaard. Toch kan
het zijn dat contract niet kan afgedwongen worden, om verschillende redenen:
- 4 geldigheidsvoorwaarden (art. 1108 BW):
o Toestemming & wilsgebreken
o Handelingsbekwaamheid
Tijdelijk bewustzijnverlies vs statuut van handelingsonbekwaamheid
o Voorwaarden voor voorwerp
Voorwerp contractuele verbintenis = beloofde prestaties. Er zijn dus
meerdere verbintenissen die je moet bekijken of ze geldig zijn. Het
WAT.
o Voorwaarden voor oorzaak
Het WAAROM een SA een verbintenis aangaat, waarom hij zich
verbindt tot een prestaties.
Overlapt met het voorwerp van de tegenovergestelde verbintenis.
(bv. Brood leveren)
4