Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Fiscaliteit KMO3 €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Fiscaliteit KMO3

 12 vues  0 fois vendu

Samenvatting fiscaliteit KMO3 (academiejaar )

Aperçu 4 sur 66  pages

  • 8 juin 2021
  • 66
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
SVnicole
SAMENVATTING FISCALITEIT 2021

HOOFDSTUK 0: inleiding

 Internationale overheid: Brexit, Orkaan Bahama’s
 Federale overheid: Defensie, Civiele bescherming, Brandweer, Politie, KMO, Trein, Post, Sociale
bijdragen, Voorafbetalingen
 Gewestelijke overheid: Radio 1, Fietsostrade, Kinderkribbe, Medisch onderzoek, Kleuterschool, MSKA
 Provincie: Fietsostrade
 Gemeente: Fietsostrade, Parkeerticket, Zwembad

EXAMENVRAAG: Verschil voorheffing en vennootschapsbelasting
 Voorheffing = gewestelijk niveau, voorschot dat door iemand anders verplicht wordt ingehouden
 Vennootschapsbelasting = federaal niveau

EXAMENVRAAG: Verschil sociale bijdrage WN en WG
 WN  WG moet RSZ inhouden en doorstorten aan de staat waarbij de WG ook nog de patronale
bijdrage moet bijstorten
 WG  WG moet zicht verplicht aansluiten bij sociaal verzekeringsfonds dat voor jou de sociale bijdrage
berekent, 20,5% van netto-inkomen

 Positieve invloed = vermindering belastingschuld  parkeerticket kopen
 Negatieve invloed = vermeerdering belastingschuld  klant koopt voeding bij handelaar, inkomsten van
werk

EXAMENVRAAG: Stel je bent student en je komt niet veel naar de les, maar eigenlijk ben je weed aan het
kweken die je verkoopt. Op een dag word je betrapt door de politie. Legaal of illegaal?
 Illegaal, want je moet alle inkomsten aangeven

Soorten inkomen:
 Onroerend  progressief
 Roerend  standaardtarief
 Beroeps  sociale bijdrage verschuldigd  progressief
 Divers  geen sociale bijdrage verschuldigd  verschillende tarieven

Minderjarig? Inkomsten vermelden op aangifte bij ouders tenzij het om beroepsinkomsten gaat (vroeger kregen
kinderen een aangifteformulier om inkomsten aan te geven vb. alimentatie)

Overzicht vermogen:
Bezittingen Schulden
Onroerend vermogen
Roerend vermogen

Belastingaangifte = overzicht inkomsten en uitgaven

EXAMENVRAAG: Liberatoir
 Bevrijdend = je moet de inkomsten niet meer aangeven vb. huurinkomsten, interesten, groeipakket

,
,HOOFDSTUK 1: basisbeginselen van het fiscaal recht

EXAMENVRAAG: Hoe wordt de personenbelasting berekend?

1.1 Betalingen aan de overheid
1.1.0 Onderscheid

 Belasting
 Retributie
 Boete
 Parafiscale heffing

1.1.1 Belasting

 Geen wettelijke definitie
 Ingevoerd door wettelijke bepaling (art.170 GW)  jaarlijkse goedkeuring
 Essentiële kenmerken = verplichte bijdrage door een belastingplichtige aan een belasting heffende
overheid voor de financiering van algemene overheidsuitgaven (werking van de staat)
 Gevolgen: dwingend karakter leidt tot sancties
o Administratieve sancties = sancties opgelegd door de administratie, fiscus…
Vb. vergeten te betalen, te laat betaald…
o Strafrechtelijke sancties = sancties opgelegd door de rechtbank
Vb. weigeren te betalen

1.1.2 Retributie

 Geen wettelijke definitie = vergoeding die je betaalt aan de optredende overheid/instelling voor een
individuele dienstverlening die je gevraagd hebt
 Ingevoerd door wettelijke bepaling (art.173 GW)  goedkeuring voor 5 jaar
 Essentiële kenmerken
 Boete als sanctie is niet mogelijk

1.1.3 Boete

 Geen wettelijke definitie = sanctie/straf omdat je een inbreuk hebt begaan op de wetgeving (hoe
zwaarder de inbreuk, hoe hoger de sanctie)
 Essentiële kenmerken
 Sommige “boetes” zijn geen boetes in de juridische zin van het woord
o Vb. parkeerretributie = parking is eigendom van de stad/gemeente en stelt deze ter beschikking
tegen huurgeld (vergoeding)
o Vb. laattijdige neerlegging jaarrekening = overheid heeft extra kosten om vennootschappen op
te volgen die hun jaarrekening niet tijdig neerleggen doordat de overheid na gaat waarom er
geen jaarrekening is neergelegd

1.1.4 Parafiscale heffing

 Geen wettelijke definitie = heffing, iets (geen belasting, maar het lijkt er op) dat je verplicht moet betalen
aan de optredende overheid/instelling ter financiering van specifieke overheidsuitgaven
 Essentiële kenmerken
 Voorbeelden:
o Sociale bijdragen = 13,07% RZS (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid)
o Vennootschapsbijdrage = iedere vennootschap moet jaarlijks een bijdrage betalen (kleine
vennootschap +/- 300€ en grote vennootschappen +/- 800€)

, 1.2 Overzicht van het belastingsysteem
1.2.1 Van herenhuis naar kangoeroewoning

 Vóór de staatshervormingen




RR = registratierechten
SR = successierechten
Pb = personenbelasting = natuurlijke personen
Venb = vennootschapsbelasting = rechtspersonen
RPb = rechtspersoon belasting = bepaalde rechtspersonen die geen belastingen betalen
BNI = belasting niet inwoner = personen/vennootschappen die hier geld verdienen, maar niet wonen

Één ingang: vroeger slechts één ingang, alles werd door de federale overheid (BE) geregeld. Alle regels waren
voor heel het land hetzelfde (nationaal)

GROEN: oudste belastingen onderaan (van in de middeleeuwen en eenvoudigste qua inning) = indirecte
belastingen = vast tarief voor iedereen op een handelingen (onafhankelijk van persoon) in samenwerking met
een tussenpersoon (inning niet zelf in handen)
 Vb. Btw = verkoopt een goed/dienst
 Vb. Douane = goederen komen binnen in een land  Europese belastingen = op toepassing van alle
lidstaten
 Vb. RR = met tussenpersoon (notaris) vb. aankoop gebouw, huis, bouwgrond…
 Vb. SR = met tussenpersoon vb. bij overlijden (erfen)

BLAUW: directe belastingen = belastingen hebben betrekking op bepaalde situaties die zich een tijdje
voorgedaan hebben = inkomstenbelastingen = afhankelijk van persoonlijke situatie (inning zelf in handen)

ROOD: internationaal fiscaal recht boven alles
 Dubbel belasting verdragen = overeenkomst tussen twee landen om dubbele belastingen te vermijden
Vb. onroerend inkomen (tweede vakantieverblijf), roerende inkomsten (aandelen), beroepsinkomsten
(werken in het buitenland)

PAARSE: veranda = regionale en lokale belastingen
 Regionaal  gemeenschappen en gewesten
 Lokale  provincies en gemeenten

Waterput: polders en wateringen met grachten en beken voor de afvoer, maar slippen toe  regelmatig kuisen
 enige privé organisatie die belastingen kan invoeren
 Polder = stuk grond waar vroeger zee was, ligt onder de zee waardoor die regelmatig onder water loopt
 landbouw
 Watering = stuk grond waar vroeger een rivier was  landbouw

 Na de 6de staatshervorming




Twee ingangen: BE werd meer ontmanteld en gewesten kregen meer bevoegdheden
 Federale ingang (BE): belastingen voor gans BE gelden, wetgeving overal hetzelfde
Vb. BTW, vennootschapsbelasting (VenB)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SVnicole. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

66579 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49
  • (0)
  Ajouter