SOCIALE PSYCHOLOGIE
2019-2020
Zie leerstofoverzicht voor te kennen delen HB
,INLEIDING
Sociale psychologie = Wetenschappelijk onderzoek naar de manier waarop gedachten, gevoelens, en gedragingen
worden beïnvloed door anderen
Invloed van anderen:
• Die fysiek aanwezig zijn (bv anderen in de aula zorgen voor afleiding)
• Die in gedachten aanwezig zijn
• Die geïmpliceerd zijn (aanwezig zonder er bewust aan te denken; gedachten, gevoelens of gewoonten in
situaties; sporen van anderen die ons gevormd of beïnvloed hebben en waar we niet bewust aan denken)
Online stemsysteem: Wat is een voorbeeld van menselijk gedrag waaraan de sociale omgeving geen bijdrage heeft?
Bv alleen studeren maar keuze van psychologie studeren, hier hebben anderen invloed op gehad! Bv masturberen,
kan dat er anderen geïmpliceerd aanwezig zijn. Veel acties hebben (onbewust) invloed gehad van anderen
VERKLARINGSNIVEAUS
Sollicitatie: keuze voor de vrouw of man? → uit studies blijkt: man in het voordeel hierin
Stel, kandidaat B (de man) wordt geselecteerd… wat kan de verklaring zijn?
1) Intrapersoonlijk/persoon in context:
- Stereotypen sturen je oordeel over de kwaliteiten van de kandidaat
- Schema’s die je hebt opgeslagen, die maken dat je idee van gender gelinkt is aan ‘leiding geven’
- Microniveau: speelt zich af in onmiddellijke situatie
2) Interpersoonlijk/relaties:
- De seksistische opmerkingen van je collega activeerden die stereotypen
- Interactie: dingen die gezegd of gedaan worden kunnen invloed hebben
- Bv bij interview openlijk seksitische opmerkingen of vragen: kan van invloed zijn op beoordeling van de
kandidaat; gaat niet over persoonlijke normbeelden maar sociale situatie en interactie / gedrag andere
- Micro: speelt zich af in onmiddellijke situatie
3) Positioneel/groepen:
- De samenstelling van je bedrijf maakt vrouwen minder welkom
- Meer macroniveau: kan uitmaken in welk bedrijf of welke context het interview zich afspeelt:
welzijnssector bv: implicaties van gendersamenstelling van werknemers (uitsluitend vrouwen bv)
- “positie van mensen binnen ruimere context”, genderidentitieit als vrouw meer op voorgrond indien
werken bij bijna alleen maar mannen (of zoals mannen die psychologie studeren)
4) Ideologisch/cultureel:
- De samenleving typeert vrouwen en mannen zodanig dat ze voor sommige rollen ongeschikt lijken
- Heel breed: maatschappelijk-cultureel. Afhankelijk van samenleving: wetten rond gelijkheid,
mogelijkheid tot klachten indienen bij (gender)discriminatie, welke ideologieën etc
- Ideologisch (normen en waarden) en cultureel (realiteit) bv verlof man bij zwangerschap)
1
,INTRAPERSOONLIJK / PERSOON IN DE CONTEXT
• processen binnen de persoon
• stereotypen → schema’s (en stereotypen) kleuren je oordeel over een persoon
o bv vrouwen: vriendelijk, zorgend, passief, zwak
o bv mannen: doortastend, onafhankelijk, actief, sterk
• Eigenschappen die meer worden geassocieerd met mannen, worden ook meer geassocieerd met
leidinggeven (vnl op hogere managementniveaus)
o Neemt makkelijk beslissingen
o Moedig
o Weerbaar
o Strategisch
o Proactief
ROLE CONGRUITY THEORY
Leiderschapsrol:
≠ genderrol vrouwen
= genderrol mannen
➔ Mannen worden geschikter bevonden als leidinggevende dan vrouwen
➔ Mannelijke leiders worden positiever beoordeeld dan vrouwelijke leiders!
Deze theorie geldt ook omgekeerd voor mannen in zorgende rollen!! Bv Zorgende rol:
# genderrol mannen
= genderrol vrouwen
Keuze voor leidinggevende rol
Abstract: A role congruity theory of prejudice toward female leaders proposes that perceived incongruity between
the female gender role and leadership roles leads to 2 forms of prejudice: (a) perceiving women less favorably than
men as potential occupants of leadership roles and (b) evaluating behavior that fulfills the prescriptions of a leader
role less favorably when it is enacted by a woman. One consequence is that attitudes are less positive toward female
than male leaders and potential leaders. Other consequences are that it is more difficult for women to become
leaders and to achieve success in leadership roles. Evidence from varied research paradigms substantiates that these
consequences occur, especially in situations that heighten perceptions of incongruity between the female gender role
and leadership roles.
2
, INTERPERSOONLIJK / SOCIALE RELATIES
• Interacties, relaties, situaties
• Als de omgeving de stereotypen relevant maakt, zullen ze meer doorwegen in je oordeel
• Bijv. De voorzitter van de sollicitatiecommissie heeft net een seksistische opmerking gemaakt (bv “wat gaan
we doen als die zwanger wordt?” : zou een nadelige invloed kunnen hebben)
• “Experiment” → Opmerking interviewer: “Op sommige momenten moet je zware producten verplaatsen.
Dat kan een beetje gevaarlijk zijn – maar de jongens zullen een aardige jongedame als jij vast wel helpen.”
o Impliciet: kan probleem zijn met taken die solicitant zal moeten opnemen
o Het is aardige opmerking: kan dat je dat niet ziet als iets dat tegen je kan werken als solicitant
o Als je positief beeld hebt van interviewer, ga je meegaan met die suggestive en geschiktheid
minder positief beoordelen. Gemedieerd door het zien van V gender als minder competent. Hoe
vriendelijker je de interviewer ziet, hoe meer mening volgen, hoe meer gender meespeelt!!
o Je laat je niet sowieso leiden door die gendermeningen; maar hangt af van interactie
• OZ naar interacties heeft gevolgen → bewustheid dat bepaalde vragen niet gesteld mogen worden etc
POSITIONEEL / SOCIALE GROEPEN EN RELATIES
• Status van persoon, groepslidmaatschap, groepsrelaties
• In een volledig mannelijke omgeving zal het stereotype van vrouw zijn meer doorwegen
• Kan ook omgekeerd: mannen last van stereotypische normbeelden en interacties
IDEOLOGISCH / CULTUREEL
• Rol van algemene opvattingen en ideeen, groepsrelaties, culturele betekenissen en praktijken
• Positie van vrouwen slechter in samenlevingen met meer seksistische ideologie
• Twee maten voor positie vrouwen
o Gender Empowerment (macht) → Deelname aan economie (arbeidsmarkt) en politiek
o Gender Development (ontwikkeling) → Levensverwachting, scholing, levensstandaard, armoede…
• In samenlevingen met seksistische ideeen hebben vrouwen ook minder vaak een leidinggevende functie
• In landen zoals India schrijnende geslachtsverschillen in bv levensverwachting!
• Er bestaan niet alleen seksistische ideeen over vrouwen maar ook over mannen – ideeën die mannen
vastpinnen op hun genderrol!
SEKSISTISCHE IDEOLOGIE
Steekproef: ben je akkoord/niet akkoord met volgende stellingen. Seksisme kan ook gemeten worden tov mannen!
Positieve correlatie tussen beide; mensen gaan wel meer akkoord met welwillende
• VIJANDIG SEKSISME
o ‘Vrouwen zijn uit op macht en willen mannen onder controle krijgen’
o ‘Vrouwen zijn geneigd om problemen op het werk te overdrijven’
o ‘Vrouwen zijn te gauw op hun teen getrapt’
• WELWILLEND SEKSISME (vrouwen minder corrupt, meer puur, fragiel, verfijnd maar impliciet = “zwakker”)
o ‘Vrouwen hebben een meer verfijnde smaak dan mannen’
o ‘Vrouwen moeten door mannen worden gekoesterd en beschermd’
o ‘Vrouwen hebben iets puurs dat maar weinig mannen hebben’
3