Kinderen Met Speciale Onderwijsbehoeften (6473NEEDS)
Resume
Samenvatting Kinderen met Speciale Onderwijsbehoeften - Mitchell: LO-model + strategie 7, 8, 9, 11 en 13 (Week 3)
23 vues 0 fois vendu
Cours
Kinderen Met Speciale Onderwijsbehoeften (6473NEEDS)
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Book
Wat echt werkt
Samenvatting van het LO-model en Strategieën 7, 8, 9, 11 en 13 uit "Wat écht werkt" (D. Mitchell), voor het vak Kinderen met Speciale Onderwijsbehoeften. Deze strategieën worden behandeld in week 3 van dit vak.
Het vak is onderdeel van de Master Kinderen met Leer- en Gedragsproblemen in het ...
Master Kinderen Met Leer- En Gedragsproblemen In Het Basisonderwijs
Kinderen Met Speciale Onderwijsbehoeften (6473NEEDS)
Tous les documents sur ce sujet (7)
Vendeur
S'abonner
FrederiekevM
Avis reçus
Aperçu du contenu
Kinderen met Speciale Onderwijsbehoeften – Week 3
Samenvatting: Mitchell (2015)
Wat écht werkt: 27 evidence based strategieën voor het onderwijs
Een leer- en onderwijsmodel
Het model weerspiegelt de relatie tussen de vereisten van de verschillende opdrachten en
de prestaties van de leerling. Deze relatie wordt door verschillende factoren beïnvloed. Als
deze factoren niet optimaal zijn, kunnen ze de kwaliteit van het leervermogen verminderen.
In het algemeen omvatten deze factoren:
de biologische structuren en functies van de leerling;
de motivatie van de leerling;
de cognitieve strategieën van de leerling;
het geheugen van de leerling.
Overzicht van het Model
Kort gezegd bestaat het leer- en onderwijsmodel uit verschillende componenten, die zich in
de praktijk ongeveer in deze volgorde voordoen:
1. Een leerling wordt geconfronteerd met een opdracht. Deze opdracht kan van buitenaf
komen of voortkomen uit het denkproces van de leerling zelf.
2. Informatie uit de buitenwereld wordt gefilterd door het sensorisch geheugen dat,
vanwege biologische verschillen, in efficiëntie van leerling tot leerling verschilt.
3. Sommige elementen van de opdracht zullen automatische associaties oproepen met
ervaringen uit het verleden. Dit automatische geheugen, dat het primaire geheugen
wordt genoemd, maakt onze cognitieve verwerkingsplaatsen vrij voor belangrijkere
activiteiten.
4. Op ongeveer dit moment zal het “motivatiehoofdkwartier” van de leerling besluiten of hij
of zij de opdracht echt zal uitvoeren. Dit besluit zal de doelen, emoties en persoonlijke
overtuigingen van de leerling weerspiegelen.
5. Als de leerling de opdracht wil gaan uitvoeren, dan gaat het executieve systeem aan het
werk, met verschillende maten van efficiëntie. Dit zal grotendeels het gedrag van de
leerling sturen en beheersen.
6. Onmisbaar voor het succesvol aanpakken van de opdracht is het repertoire aan
strategieën van de leerling: zowel het besef dat strategieën noodzakelijk zijn, als de
specifieke strategieën zijn belangrijk voor bepaalde taken.
7. Sommige elementen van de opdracht en de informatie die nodig is om het probleem op
te lossen, zullen worden opgeslagen in het kortetermijngeheugen om een betere
verwerking mogelijk te maken. Niet alle leerlingen hebben een even goed korte
termijngeheugen.
8. Voor taken van gemiddelde tot grote complexiteit zal de leerling moeten zoeken in zijn of
haar langetermijngeheugen om de relevante informatie op te halen. De leerling zal er
dan ook voor zorgen dat nieuwe informatie, die belangrijk lijkt te zijn, wordt opgeslagen in
het langetermijngeheugen.
9. Werken alle tot nu toe beschreven componenten optimaal, dan zal de leerling uit zijn of
haar geheugen een toepasselijke response terughalen, dan wel verschillende elementen
die creatief met elkaar tot een respons gecombineerd worden.
10. Deze respons wordt gecodeerd tot verrichting, die extern of intern kan zijn.
11. Was de opdracht extern, dan zal de juistheid van de respons beoordeeld worden en
wordt een externe response gegeven. Is de respons negatief, dan kunnen de
bovenstaande tien componenten allemaal worden herhaald.
1
,12. Was de opdracht intern, dan zal de leerling beslissen of de oplossing werkt of
bevredigend is. Is dat niet het geval, dan kunnen ook hier de eerste tien stappen worden
herhaald.
Gedetailleerde Beschrijving van het Leer-en Onderwijsmodel.
De Context
Input doet zich altijd voor in een sociale context: de culturele omgeving, het gezin, de groep
leeftijdsgenoten, de samenstelling van de klas, groepjes in de klas, de verschillende leraren
met verantwoordelijkheden voor het onderwijsprogramma, het klaslokaal, de
schoolomgeving en het onderwijsstelsel.
Taakopdrachten
Taakopdrachten kunnen afkomstig zijn van externe bronnen of van innerlijke. In het geval
van externe bronnen komt de input via verschillende zintuigen. Opdrachten kunnen een
beroep doen op de kennisbasis en strategieën om het probleem aan te pakken.
Verschillende strategieën in dit boek verwijzen naar de aard van externe taakopdrachten,
vooral strategieën 11, 12 en 14.
Biologische Structuren en Functies
Om te kunnen reageren op een taakopdracht moet de leerling in staat zijn om de elementen
van de opdracht te volgen, waar te nemen en te begrijpen en factoren daarbuiten te negeren.
Hierbij betrokken is iemands ervaring en wat is opgeslagen in het sensorisch geheugen,
ook wel de sensorische buffer of het sensorisch register genoemd. Dit kan een onbewust en
ongedwongen proces zijn, een actief en vrijwillig proces dat onder controle staat van het
executieve systeem of een combinatie van beide. Informatie opgeslagen in het sensorische
register verdwijnt weer snel als er niet wordt gedaan om de leerling er actief op te wijzen.
Leerlingen verschillen van elkaar waar het gaat om efficiëntie waarmee ze selectief kunnen
reageren op prikkels.
2
, Een aantal hersenonderdelen- en functies worden ook besproken in het model:
De onderste twee hersengebieden, de ruithersenen, bestaan uit het bovenste deel van
het ruggenmerg, de hersenstam en het cerebellum. Het cerebellum is verantwoordelijk
voor aangeleerde bewegingen en herhaling, vaardigheden waar een soepele
bewegingscoördinatie voor nodig is.
Hierboven liggen de middenhersenen, die sommige van de automatische reflexen
beheersen en deel uitmaken van het circuit dat verantwoordelijk is voor de bewuste
(vrijwillige) beweging.
De voorhersenen of frontale kwabben maken het grootste en verst ontwikkelde deel van
de hersenen uit en bestaan vooral uit het cerebrum, de grote hersenen. Dit deel is
belangrijk voor intellectuele activiteiten: geheugen, executieve systeem, fantasie, denken
en redeneren. Het centrum van Broca, een gebied in de frontale kwab, is belangrijk
voor het omzetten van gedachten in spraak en taal. De hersenen bestaan uit twee halve
bollen, die met elkaar verbonden zijn en met elkaar communiceren, maar verschillend
gespecialiseerd zijn.
o De linkerhersenhelft lijkt verantwoordelijk voor woordvorming, terwijl de
rechterhersenhelft veel vaardigheden van abstract redeneren beheerst. De
verschillen zijn echter niet absoluut en vrouwen hebben een minder uitgesproken
onderscheid, waarbij de hersenhelften meer onderling communiceren.
In het achterste gedeelte van de frontale kwab ligt het motorische gebied, dat betrokken
is bij bewuste bewegingen.
De pariëtale kwabben zijn verantwoordelijk voor de integratie van sensorische
informatie, verbinden taal met geheugen en bepalen ruimtelijk gevoel en richting. In het
voorste deel van deze kwabben liggen de sensorische gebieden, die van de rest van het
lichaam informatie ontvangen over temperatuur, smaak, aanraking en beweging.
De occipitale kwabben die onder de pariëtale en frontale kwabben liggen, hebben
verschillende functies. Het bovenste deel verwerkt informatie van het gehoor, het
onderste deel speelt een cruciale rol in het vormen en terughalen van herinneringen,
terwijl andere delen herinneringen lijken te integreren met de informatie van tast, zicht,
gehoor, reuk en smaak.
Het limbische systeem is een ingewikkelde groep structuren aan beide kanten van de
thalamus, direct onder de grote hersenen. Hiertoe behoren de hypothalamus, de
hippocampus en de amygdala. Het systeem lijkt op de eerste plaats verantwoordelijk
voor ons emotionele leven en speelt ook een grote rol in de vorming van herinneringen.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FrederiekevM. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.