Samenvatting psychologie
Belang van de psychologie in de kinesitherapie
Volgens het bio-psychosociaal model is het menselijk functioneren een
samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren.
Dit model is een vervolg op het biomedisch model, dit was niet compleet en
daardoor waren en veel fouten in redeneren. Het bio-psychosociaal model is
een belangrijk model voor klinisch redeneren, diagnostiek en behandeling.
Volgens het biomedisch model, waren lichamelijke symptomen of klachten altijd te verklaren vanuit
een lichamelijke oorzaak. Hierdoor werd er tijdens de behandeling, gericht op de lichamelijke
oorzaken. Het mentale aspect werd volledig genegeerd, waardoor de behandeling totaal niet
persoonlijk was en vol met fouten zat.
Dit is een weergave van het biomedisch mode van Cont’d in een
afbeelding.
Het probleem met dit model is, dat veel lichamelijk geuite klachten niet te verklaren zijn vanuit dit
medische model. Enkele voorbeelden hiervan zijn fantoompijnen en chronische vermoeidheid. Het
aantal gevallen van chronische aandoeningen is sterk toegenomen, door de manier waarop de
patiënt met de klacht omging vroeger.
In de middeleeuwen, was men erachter gekomen dat een pijnprikkel voorbij de
hersenen loopt. Hieruit is een vereenvoudigd model naar voor gekomen, van hoe
het komt dat we pijn aanvoelen. Volgens dit model is er een pijnprikkel, deze
verloopt dan via een zenuwbaan naar de hersenen die deze prikkel verwerkt en
terug stuurt via dezelfde zenuwbaan.
Loeser had ook een pijnmodel ontwikkeld, volgens zijn model is pijn
multidimensioneel. De effectieve pijnprikkel of schade bevindt zich in de
witte cirkel, de rest is dit niet. De rest is een beschrijving van hoe iedere
persoon deze pijn, op zijn/haar eigen manier beleeft.
Later is er bewezen dat er een rechtsreek verband is tussen de mentale gezondheid van een persoon
of de hoeveelheid stress deze persoon ervaart en de manier waarop deze pijn ervaart. De rol van
stress kan beschreven worden volgens de HPA-as. Door deze bevindingen is het bio-psychosociaal
model ontwikkeld.
De hoofdgedachte van het bio-psychosociaal model is dat we de patiënt het gevoel moeten geven,
dat we zijn klacht begrijpen. Als behandelaar moeten we onze visie afstemmen op deze van de
patiënt, zodat deze er zelf een goed gevoel bij heeft. Een multidisciplinaire behandeling is dus
onontbeerlijk.
Daarom gaan we de klachten van de patiënt beschrijven volgens het ICF = international classification
of functioning, dissability and health.
,Wanneer we een klacht beschrijven volgens het ICF,
houden we rekening met de persoonlijke en
omgevingsfactoren van deze persoon. Door dit te doen
kunnen we de klacht in zijn totaliteit benaderen.
1. Geest, gedrag en psychologische wetenschap
1.1. Wat is psychologie?
Het woord psychologie is afkomstig uit het Oudgrieks. Pscyche betekent geest, de Grieken geloofden
dat die op zichzelf en apart van het fysieke lichaam bestond. Het aanhangsel ologie betekent gebied
van studie. De letterlijke vertaling van psychologie is dus de studie van de geest.
De definitie van psychologie is de wetenschap van gedrag en mentale processen.
Gedrag en mentale processen is het terrein van de psychologie. Het omvat de interne geestelijke
processen zoals denken, voelen en begeren. De interne processen zijn niet direct waarneembaar. Het
omvat ook de externe processen zoals praten, lachen en lopen. De externe processen zijn wel direct
waarneembaar.
Wetenschap houdt in dat er effectief onderzoek wordt gedaan. De besluiten zijn gebaseerd op
objectieve, verifieerbare gebeurtenissen.
1.2. Gelijkaardige termen aan psychologie
er is veel verwarring tussen gelijkaardige termen :
• Psychiatrie
o is de discipline geneeskunde, diagnose en behandeling van psychopathologie.
• Klinische psychologie
o is de discipline psychologie, hiervoor moet je een masterdiploma hebben.
• Psychotherapie
o is geen apart gezondheidsberoep, maar een behandelvorm. Hiervoor heb je dan ook
geen enkel certificaat voor nodig, dit is de vorm die wij gaan toepassen.
Pseudopsychologie is het trekken van conclusies en deze aanbieden als wetenschappelijke
waarheden, op basis van niet-onderbouwde conclusies. Denk hierbij aan horoscopen, liefdestesten in
Flair,…
Het is enorm belangrijk dat we als behandelaar dus kritisch nadenken omdat onze beslissingen
betrekking hebben tot de gezondheid en welzijn van mensen.
,Enkele voorbeelden van kritisch denken + psychologie of pseudologie :
• De kleur rood bestaat alleen als een sensatie in de hersenen, er is geen ‘rood’ in de wereld
buiten het brein
➢ Klopt, de weerkaatsing van licht wordt in onze hersenen omgezet in de kleur rood
➢ psychologie
• intelligentie wordt alleen door de genen bepaald en blijft gedurende je hele leven op
hetzelfde niveau
➢ Klopt niet, Genen bepalen een deel van de intelligentie maar er zijn nog talloze
andere factoren die deze eigenschap kunnen beïnvloeden.
➢ Pseudopsychologie
Er zijn 6 vragen, die ons helpen bij het kritisch denken :
1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie beïnvloed zijn door bias?
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
1.3. Verschillende soorten bias
Er zijn 3 verschillende soorten bias :
• Emotionele bias
o Neiging om oordelen te vellen op basis van attitudes en gevoelens, in plaats van po
een rationele analyse van het bewijsmateriaal
• Confirmation bias
o Neiging om gebeurtenissen of informatie te herinneren die onze aannames
bevestigen en tegenstrijdige bewijzen te negeren of te vergeten.
• Expectancy bias
o Onbewust invloed uitoefenen op het gedrag van participanten en/of het resultaat
van een onderzoek, gebaseerd op de verwachtingen van de onderzoeker
1.4. Perspectieven binnen de psychologie
Biologisch perspectief
Rene Descartes zei : Ik denk, dus ik ben.
Hij begon na te denken over veel dingen, en kwam tot de conclusie dat zijn zintuigen niet altijd
correcte informatie geven. Hij was dus niet meer zeker, over wat hij nu kan geloven en wat niet. De
enige conclusie die hij kon maken was dat hij zelf gedachten kon produceren, en daarom dus zeker
bestond.
Door deze gedachtegang kwam hij tot een scheiding tussen de spirituele geest en het fysieke
lichaam. Dankzij deze gedachtegang zijn er nieuwe ontdekkingen gebeurd op basis van de anatomie
en de fysiologie(vooral in verband met de zenuwbanen en spieren). Er kon nu worden aangetoond
dat biologische processen ten grondslag liggen aan sensaties en eenvoudige reflexmatige
gedragingen in plaats van spirituele krachten.
, Descartes behoorde tot het rationalisme. Dit is een filosofiestroming die het denken, als enige
middel zag om aan wetenschap en filosofie te doen. Er was echter een andere filosofiestroming het
empirisme, die veel kritiek had op Descartes. Volgens de Empiristen is het denken niet nodig en zelfs
storend binnen de wetenschap. Empiristen gaan ervan uit dat waarnemingen, ervaringen en
experimenten de enige bron van kennis zijn. zo hebben 2 belangrijke empiristen gedurfde
uitspraken gedaan :
• Francis Bacon
o Het denken vertroebelt de waarneming
• John Locke
o De mens is bij geboorte een tabula rasa(een onbeschreven blad dat door ervaring,
leerprocessen vaardigheden krijgt).
Tegenwoordig is er geen scheiding meer tussen geest en lichaam. Vandaag de dag, wordt de geest
als product van de hersenen gezien. De oorzaken van ons gedrag kan me nu gaan zoeken in het
zenuwstelsel, de hormonen en de genen.
Er zijn 2 variaties op het moderne biologische perspectief :
• Neurowetenschappen
• Evolutionaire psychologie
1.4.1.1. Neurowetenschappen
De neurowetenschappen is een vakgebied gericht op begrip van hoe hersenen gedachten,
gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale processen creëren.
Het is een combinatie van de neuropsychologie, biologie en neurologie. Er komen steeds verder
ontwikkelde beeldvormingstechnieken, daarom is het ook een opwindend onderzoeksgebied met
veel mogelijkheden.
1.4.1.2. Evolutionaire psychologie
Deze variant van de biologische psychologie is voortgekomen uit de ideeën van Charles Darwin.
Volgens de evolutionaire psychologie komt een groot deel van het menselijk gedrag voort uit
overgeërfde neigingen. Dit standpunt wordt enorm ondersteunt door recent onderzoek in de
genetica.
Voorbeelden :
• een afkeer van bittere smaken als kind, omdat gif vaak bitter smaakt
• mens die rechtop is gaan lopen, omdat de oerwouden verdwenen
de mens gaat zich dus aanpassen aan de natuurlijke selectie om te overleven, onze keuzes worden
hier dan ook door beïnvloed.