Samenvatting van de lessen van het onderdeel bovenste kwadrant van Klinische Bewegingsanalyse van de richting Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie op de UA.
1. inleiding
Bij klinische bewegingsanalyse gaan we kijken hoe een gewricht beweegt in normale
omstandigheden, wanneer we dit kunnen gaan we het koppelen aan de klinische situaties
(pathologische situaties).
We gaan dus kijken naar de verschillen binnen in een gewricht bij een gezonde en een pathologische
situatie.
osteokinematica artrokinematica
Beschrijft de bewegingsbaan van botstukken Beschrijft de bewegingsbaan van botstukken
tov elkaar in de ruimte tov elkaar in de ruimte
Geen rekening houden met extra structuren Rekening houden met extra structuren zoals
de disci, menisci, …
Tractie is wanneer 2 gewrichtspartners van elkaar weg
getrokken worden evenwijdig aan de loodlijn.
Translatie is een beweging evenwijdig aan het raakvlak
tussen beide gewrichtspartners, zonder angulatie ten
opzichte van de loodlijn.
In werkelijkheid is de translatie enkel mogelijk met een tractiecomponent, dit is om de botsing van
de convexe gewrichtspartner met de randen van de kom van de concave gewrichtspartner te
vermeiden.
Arthrokinematisch kan een angulaire beweging steeds gezien worden als een combinatie van een
rol- en glijbeweging. Bij de rolbeweging is het mogelijk dat er een beweging is van de convexe
gewrichtspartner tov de geïmmobiliseerde concave gewrichtspartner. Een translatiebeweging van
een convexe gewrichtspartner loopt volgens de kromming van de concave partner, dit is de
glijbeweging. Door deze glijbeweging blijft de kop in de kom zitten.
Er kan dus nooit een geïsoleerde glijbeweging plaatsvinden in ons lichaam, zit zou ernstige
gevolgen hebben. Indien er enkel een glijbeweging plaatsvindt, zou er rap een luxatie gebeuren
doordat de convexe partner vaak groter is dan de concave.
Convex-concaaf regel :
bewegingspartner is convexe bot
o de rol en glijbeweging gebeuren in de tegengestelde richting
convexe kop rolt naar craniaal en glijdt naar caudaal
convexe kop rolt naar ventraal en glijdt naar dorsaal
bewegingspartner is concave bot
o de rol en glijbeweging gebeuren in dezelfde richting
concave bot rolt naar craniaal en glijdt naar craniaal
concave bot rolt naar lateraal en glijdt naar lateraal
,Arthrokinematische mobilisaties, zijn mobilisaties die de arthrokinematica van een gewricht
respecteren.
Vb : Dit houdt in dat wanneer men een gewricht aan het mobiliseren is en de convexe kop naar
craniaal beweegt, je als therapeut de kop naar caudaal gaat duwen.
Er zijn verschillende posities die ons gewricht kan aannemen :
Close-packed position is wanneer de articulerende gewrichtspartners de maximale
congruentie hebben bereikt (het contactoppervlak is hierbij maximaal, het gewricht zit
“vast”).
Wanneer er in deze stand maximale capsulo-ligamentaire spanning ontstaat spreekt men van
de maximal-close packed position.
o Dit is een stabiele positie die weinig spierkracht vereist, denk hierbij aan de elleboog
die volledig gestrekt is. In deze positie kunnen de gewrichten niet meer bewegen tov
van elkaar, zo kan je dus bepaalde wervels in een (M)CPP steken om de beweging
enkel te laten gebeuren in het gewilde gewricht.
Lose-packed position is de ruststand van het gewricht, hierbij bereiken we de grootst
mogelijke bewegingsruimte, dit is de makkelijkste positie.
o voorbeeld : ruststand art. genu = 30° flexie
o Tractie translatie/mobilisatie van een gewricht is enkel mogelijk in een LPP.
2. schouder
het doel van dit hoofdstuk is de bewegingsanalyse van de schouder op een beknopte en klinische
wijze te bespreken.
Het schoudergewricht kan onderverdeeld worden in 4 deelgewrichten :
Het normale eindgevoel van de passieve beweging in de schouder
is een ligamentair eindgevoel. Het is een stevig eindgevoel.
1.
2.
2.1. humerothoracaal bewegingspatroon
het humerothoracale bewegingspatroon heeft een ritme van 2:1,
dit houdt in dat wanneer er een beweging gebeurd in de
schoudergordel, er per 2° glenohumerale beweging 1°
scapulathoracale beweging aanwezig is.
Vb : adductie van 180°, 120° adductie in glenohumeraal gewricht
en 60° adductie in scapulathoracaal gewricht.
Het scapulathoracaal gewricht onderling heeft nog een 1:1 ritme,
voor het sternoclaviculair en acromioclaviculair gewricht.
, Bij een breuk van de clavicula of een luxatie van het acromioclaviculair gewricht, gaan er problemen
zijn bij het scapulathoracaal gewricht.
Er zijn ook mensen die 60° scapulathoracaal kunnen bewegen terwijl en glenohumeraal niks gebeurt
dit staat bekend als het frozen shoulder fenomeen.
2.2. Positie en beweging van de scapula
We gaan de positie van de scapula bekijken bij patiënten met schouder impingement symptomen en
glenohumerale instabiliteit. We bekijken deze aandoeningen omdat er hier het meeste onderzoek
naar is gebeurd.
Artikel blackboard scandinavian journal of science lezen.
Dit is belangrijk omdat de scapula anders beweegt bij mensen met schouderproblemen. We kunnen
de pijn en beweging van de schouder beïnvloeden door de scapula manueel te corrigeren tijdens een
beweging.
De positie van de scapula wordt bepaald door verschillende dingen :
Thoracale kyphose
Stand van clavicula
o bij luxatie acromioclaviculair gewricht beweegt scapula anders
Spieren => belangrijkste factor
o Scapulathoracale spieren
Serratus anterior, latissimus dorsi, rhomboidei, pectoralis minor en levator
scapulae
2.2.1.Opwaartse rotatie scapula
De opwaarste rotatie van de scapula is een rotatie waarbij de angulus inferior naar
lateraal beweegt, dit is een rotatie rond dorso-ventrale as als een op en neerwaartste
beweging, deze rotatie gebeurt voornamelijk in het frontaal vlak.
2.2.2.Het scapulohumeraal ritme…
Het scapulohumeraal ritme is de verhouding tussen de scapula en de humerus bij een beweging.
Het scapulohumeraal ritme is bereken door het totaal aantal graden schouder elevatie te delen door
de het aantal graden opwaartse rotatie van de scapula.
Vb : 180°/60° = 3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rubendeblock1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.