Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting boek Volop Taal €10,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting boek Volop Taal

4 revues
 198 vues  14 fois vendu

In dit document is het hele boek (Volop Taal) samengevat. De kijkwijzers staan er ook in.

Aperçu 10 sur 54  pages

  • Oui
  • 13 juin 2021
  • 54
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (3)

4  revues

review-writer-avatar

Par: katrijnvdv • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: laralambrecht1 • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: alicevanvliet • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: maximvanhecke1 • 3 année de cela

avatar-seller
ameliariemis
Samenvatting boek




1

,Inhoudstabel 1.2.3.4. Leesactiviteit ontwerpen p 16
1.2.4. Hoe evalueren p 17
Deel 1
1.2.5. Hoe goed leesbeleid voeren p 17
1. Taal in 21e eeuw p4
1.2.6. Mythes + misverstanden p 18
2. Taalonderwijs in 21e eeuw p4
1.3. Schrijven p 18
2.1. Krachtige taalonderwijs: 7 principes p4
1.3.1. Wat is het p 18
2.2. Taal binnen + buiten taalles: kwestie van in- en uitzoomen p7
1.3.2. Waarom inzetten p 19
2.3. Taalbeleid: taalkrachtig onderwijs op hele school p7
1.3.3. Hoe leren leerlingen het p 19
3. Taalverwerving in 21e eeuw p7
1.3.3.1. Houd rekening met beginsituatie p 19
3.1. Belangrijkste theorieën op een rij p7
1.3.3.2. Vertrek vanuit doelen p 20
3.1.1. Belang van in- en uitput p8
1.3.3.3. Kies doordachte schrijfdidactiek p 20
3.1.2. Belang van interactie + feedback p8
1.3.3.4. Ontwerp schrijfactiviteit: instructies – werkvormen – leermiddelen p 21
3.1.3. Belang van impliciet leren + expliciete instructie p8
1.3.4. Hoe evalueren p 22
3.1.4. Rol van motivatie + socio-emotionele factoren p8
1.3.5. Hoe goed schrijfbeleid uitvoeren p 22
3.1.5. Meerdere talen leren p8
1.3.6. Mythes + misverstanden p 22
3.1.6. Taal op school p9
2. In- en uitzoomen p 23
Deel 2 2.1. Technisch lezen + spelling p 23
1. Vaardigheden p 10 2.1.1. Wat is het p 23
1.1. Luisteren + spreken p 10 2.1.2. Waarom inzetten p 23
1.1.1. Wat is het p 10 2.1.3. Hoe leren leerlingen technisch lezen p 24
1.1.1.1. Mondelinge taalvaardigheid p 10 2.1.3.1. Aanvankelijk technisch lezen p 24
1.1.1.2. Proces van luisteren + spreken p 10 2.1.3.2. Voortgezet technisch lezen p 24
1.1.2. Waarom inzetten p 10 2.1.3.3. Vorderingen opvolgen p 25
1.1.3. Hoe leren leerlingen het p 10 2.1.4. Hoe leren leerlingen spellen p 25
1.1.3.1. Houd rekening met beginsituatie p 10 2.1.4.1. Spellingstrategieën p 25
1.1.3.2. Vertrek vanuit doelen p 11 2.1.4.2. Focus op selectie van woorden p 26
1.1.3.3. Kies doordachte didactiek p 11 2.1.4.3. Systematische aanpak p 26
1.1.3.4. Ontwerp leesactiviteit: instructies – werkvormen – leermiddelen p 12 2.1.4.4. Vorderingen opvolgen p 27
1.1.4. Hoe evalueren p 12 3. Woordenschat p 27
1.1.5. Hoe goed luister- en spreekbeleid uitvoeren p 12 3.1. Wat is woordverwerving p 27
1.1.6. Mythes + misverstanden p 12 3.2. Waarom inzetten p 28
1.2. Lezen p 13 3.3. Hoe verwerven lln woorden p 29
1.2.1. Wat is het p 13 3.3.1. Houd rekening met beginsituatie p 29
1.2.1.1. Het leesproces p 13 3.3.2. Vanuit doelen vertrekken p 29
1.2.2. Waarom inzetten p 14 3.3.3. Doordachte woordenschatdidactiek kiezen p 30
1.2.3. Hoe leren leerlingen het p 14 3.3.4. Activiteiten ontwerpen met aandacht voor woordverwerving p 30
1.2.3.1. Houd rekening met beginsituatie p 14 3.4. Hoe evalueren p 32
1.2.3.2. Vertrek vanuit doelen p 14 3.5. Hoe goed woordenschatbeleid voeren p 33
1.2.3.3. Kies doordachte didactiek (= 5 sleutels krachtig leesdidactiek) p 15 3.6. Mythes + misverstanden p 33

,4. Taalbeschouwing p 33 Deel 3
4.1. Wat is het p 33 1. Algemene kijkwijzer: 7 principes p 49
4.2. Waarom inzetten p 34 2. Kijkwijzer: luisteren + spreken p 50
4.3. Hoe leren leerlingen het p 34 3. Kijkwijzer: lezen p 51
4.3.1. Houd rekening met beginsituatie p 34 4. Kijkwijzer: schrijven p 52
4.3.2. Vanuit doelen vertrekken p 35 5. Kijkwijzer: woordenschat p 53
4.3.3. Kies doordachte didactiek p 35 6. Kijkwijzer: taalbeschouwing p 54
4.3.4. Taalbeschouwelijke activiteiten ontwerpen p 36
4.4. Hoe evalueren p 38
4.5. Hoe goed beleid ivm taalbeschouwing uitvoeren p 38
4.6. Mythes + misverstanden p 39
5. Anderstalige nieuwkomers p 39
5.1. Wat is het p 39
5.2. Taalkrachtig onderwijs voor anderstalige nieuwkomers p 39
5.2.1. Doelen p 39
5.2.2. Beginsituatie p 41
5.3. Didactische aanpak p 41
5.3.1. Doelen aanpassen p 43
5.3.2. Activiteiten aanpassen p 43
5.3.3. Organisatie aanpassen p 43
5.4. Evaluatie p 43
5.5. Taalbeleid p 44
5.6. Mythes + misverstanden p 44
6. Breed evalueren p 45
6.1. Wat is het p 45
6.2. Waarom inzetten p 45
6.3. Hoe breed evalueren p 46
6.3.1. Waarom evalueren p 46
6.3.2. Wat evalueren p 46
6.3.3. Hoe evalueren p 46
6.3.4. Wanneer evalueren p 46
6.3.5. Wie is betrokken bij evaluatie p 47
6.3.6. Welke evaluatiecriteria hanteren p 47
6.3.7. Hoe aan de slag met resultaten p 47
6.4. Mythes + misverstanden p 48




3

,Domeinen Nederlands lager onderwijs
1. Luisteren mondelinge taalvaardigheden
2. Spreken
3. Lezen (fasen & vormen) schriftelijke taalvaardigheden
4. Schrijven (stellen & spellen)
5. Strategieën
6. Taalbeschouwing
7. (Inter)culturele gerichtheid


Deel 1
Taal in 21e eeuw
Vervult vele functies in school + samenleving

Krachtige bindmiddel dat communicatie mogelijk maakt: begrip doen ontstaan + sociale samenhang verstevigen

1 van belangrijkste instrumenten vormt om volwaardig deel te nemen aan complexe – superdiverse – meertalige
21-eeuwse samenleving

Belangrijkste sleutelcompetentie
• Bewust omgaan met verandering • Creatief samenwerken
• Complexe informatie verwerken • Communiceren in diverse (al dan niet digitale)
• Kritisch + probleemoplossend denken contexten
• Zelfstandig beslissingen nemen • Omgaan met nieuwe media + technologie
Taalcompetentie= geheel van talige kennis – vaardigheden – attitudes die nodig zijn om: geschreven – gesproken
– multimodale teksten te begrijpen, evalueren, gebruiken zodat:
 Volwaardige deelname aan samenleving mogelijk wordt
 Eigen doelen gerealiseerd kunnen worden
 Eigen kennis + mogelijkheden levenslang + duurzaam kunnen worden ontwikkeld

Taalvaardigheid bepaalt in welke maten: succes wordt ervaren op school – in persoonlijke leven – later op
arbeidsmarkt

Taalonderwijs in 21e eeuw
In 21-eeuwse onderwijs: ondersteuning van lln bij ontwikkeling talige competenties (in Nederlands) cruciaal

In onderwijs de hele dag door taal gebruiken: schooltaal uiterst geschikt om ontwikkeling van taalcompetentie te
stimuleren
Taalkrachtig onderwijs in alle leergebieden + schooldagonderdelen cruciaal belang om leren van – in – over taal zo
goed mogelijk te stimuleren

Krachtige taalonderwijs: 7 principes
 Taalkrachtig onderwijs stimuleert positieve talige grondhouding
 Belangrijk fundament voor alle volgende principes
 Stimuleren= rekening houden met motivatie lln + andere sociaal- emotionele factoren
 Veilige oefencontext bieden
 Lln moeten ruimte krijgen om te kunnen experimenteren met taal: beste in omgeving dat veilig
aanvoelt
 Lln stimuleren om taal te gebruiken + laten voelen dat ze fouten mogen maken: positieve
omgeving creëren
 Talige repertoire van lln omarmen
 Belangrijk: aanvaarden dat niet elke lln in dezelfde tempo taal oppikt
 Interesse tonen in talen die lln (thuis) spreken + waarderen dat lln zoveel talen kennen
 Hoge verwachtingen koesteren



4

,  Lln moeten voelen dat hun leraren geloven in hun taalleervermogen
 Lln aangemoedigd worden om voortdurend bij te leren: nieuwe kennis – vaardigheden –
attitudes ontwikkelen
 Lln houdt ervan om: uitgedaagd te worden – te ontdekken wat ze nog kunnen leren – te geloven
dat ze dat ook effectief kunnen leren
 Taalkrachtig onderwijs is contextrijk
 Nieuwe taal betekenis geven om zo kennis op te doen over concrete + abstracte wereld
 Taal krijgt vorm door op interesses + voorkennis van lln in te spelen & door aan te sluiten bij hun
leefwereld – hun verhalen – hun activiteiten
 Contextrijk onderwijs vorm geven door: te vertrekken vanuit concrete materialen – vragen – situaties
& die verbinden met meer abstracte inhouden -> zorgt voor herkenbaarheid + uitdaging
 Rijke contexten creëren met: visuele ondersteuning – reële ervaringen – authentiek materiaal –
zorgen voor rijk taalaanbod – veel talige ondersteuning
 Taalkrachtig onderwijs is functioneel
 Inzetten om verschillende doelen te bereiken + de motivatie om taal te gebruiken
 (Taal)onderwijs functioneler als: taal dient om allerlei andere doelen te bereiken
 Middel om betekenisvolle taken op te lossen
 Motivatie van lln stimuleren: betrokkenheid bij (taal)leren verhoogt
 Zorgt voor uitdaging: taalleerproces omhoog brengt
 Taalkrachtig onderwijs is (inter)actief
 Zoveel mogelijk kansen krijgen om taal actief te gebruiken
 Moeten veel mondeling + schriftelijk taalaanbod krijgen: veel op kunnen reageren + regelmatig
feedback krijgen op eigen taaluitingen (liefst in verschillende contexten + momenten)
 Leraar-leerlinginteractie
 Elke lln voldoende persoonlijke taalaanbod (input) + voldoende feedback krijgen op wat hij zegt/
schrijft
 Taalstimulerend reageren op taaluitingen van lln
 Eigen reacties kunnen ervoor zorgen dat gesprek tussen lln verrijkt – verbreedt – beter maakt
 Prikkelende vragen stellen – rijke verwoording voorstellen – terug verwijzen naar doel
 Leerling-leerlinginteractie
 Zoveel mogelijk functioneel gesproken door alle lln: in groepjes laten samenwerken
 Groepsverdeling maken: rekening houden met achtergrondkennis – taalniveau –
samenwerkingsvaardigheden – interesses…
 Taalkrachtig onderwijs geeft ondersteuning
 Feedback geven op taaluitingen van lln: hypotheses die ze gevormd hebben aftoetsen/ bijstellen
 Kwaliteitsvolle feedback: combinatie van feedback/ feed-up/ feedforward
 Hoe gerichter de ondersteuning die je biedt hoe meer die oplevert
 Belangrijk dat lln nadenken – bijleren – voorbereid worden om in toekomst zelf problemen op te
lossen -> bereiken door:
 Bal terug te kaatsen
 Betekenisonderhandeling te doen
 Ander probleem voorleggen waarover lln moeten
 reflecteren

Feedback= beschrijving van huidige stand van zaken
Feed-up= beschrijving van gewenste leeruitkomst
Feedforward= beschrijving van stap die nodig is om bij die gewenste leeruitkomst te belanden

Scaffolding= juiste hoeveelheid ondersteuning bieden om lln een trapje hoger te brengen
Modeling= ideale gelegenheid als leerkracht om voor te doen hoe in groep het woord kunt vragen -> model-
gedrag kan worden ingezet in vervolg van discussie wat lln helpt om (functionele) doel te bereiken



5

, Taalkrachtig onderwijs heeft aandacht voor impliciet + expliciet leren
Impliciet leren: nieuwe taal wordt onbewust opgepikt
Expliciet leren: wordt bewust stilgestaan bij vormelijke + theoretische aspecten van taal
 Focussen op taal terwijl lln bezig zijn met contextrijke – functionele opdracht
 Tijdens talige opdracht: aandacht hebben voor strategieën
 Zowel impliciet als expliciet kan zowel incidenteel als intentioneel aan bod komen
 Ontwikkeling taalcompetentie in ruimere zin: expliciete ondersteuning nodig om van lln betere
taalgebruikers te maken

 Taalkrachtig onderwijs biedt kansen tot reflectie
 Door reflecteren: expliciet werken aan taalcompetentie van lln door naar te denken over proces dat
ze doorlopen – hun eindproduct – hun individuele vooruitgang
 Reflectiemomenten zijn belangrijk om het leren te ondersteunen
 Reflectie op initiatief van leraar
 Voor les/ taak begint: lln laten nadenken over wat ze al weten over nieuwe lesonderwerp +
welke vragen ze nog hebben
 Uitleggen wat lln gaan leren: bewuster aan de slag met nieuwe inzichten
 Reflectie door medeleerlingen
 Meerwaarde voor wie feedback krijgt + wie feedback geeft
 Lln kunnen tekst onbevangen lezen + tips formuleren
 Tijd + ruimte om te reflecteren
 Samenspel met andere reflectiemomenten: lln tijdens taken + lessen laten observeren & basis
van die observaties gericht te ondersteunen

Taalkrachtig onderwijs stimuleert positieve talige grondhouding
Definitie Talige grondhouding stimuleren bij lln vormt de basis van taalkrachtig onderwijs. Het is een
samenspel van veilige taaloefenkansen creëren – talige repertoire van leerlingen omarmen – hoge
verwachtingen koesteren ten opzichte van hun taalleerpotentieel
Kijkwijzer  Lln aanmoedigen om te experimenteren met taal: ze mogen fouten maken
 Lln vertonen voldoende spreek- en schrijfdurf
 Thuistalen en -culturen een plaats geven in de klas
 Taalleerpotentieel van alle lln er in geloven: lln talig uitdagen
Taalkrachtig onderwijs is contextrijk
Definitie Contextrijk onderwijs biedt veel + rijk taalaanbod & verbindt dat met: interesses + leefwereld van lln
– eerder opgedane ervaringen + kennis. Zo kan (abstracte school)taal verworven worden. Context
geeft betekenis aan leerproces van lln + werkt motiverend
Kijkwijzer  Taken kiezen en/of aanpassen op basis van input + interesses van lln
 Voorkennis oproepen: nieuwe kennis verbinden aan eerdere kennis + ervaringen
 Voldoende rijk (taal)aanbod zorgen: begrijpelijk maken door parafrasering + visuele ondersteuning
Taalkrachtig onderwijs is functioneel
Definitie Taalkrachtig onderwijs wordt functioneel als lln taal gebruiken om allerlei voor hen betekenisvolle
doelen te kunnen bereiken
Kijkwijzer  Lessen leiden tot concreet eindresultaat (ook niet-talg)
 Lln werken aan voor hen relevant + interessant doel
 Er is kloof tussen niveau waarop lln nu functioneren + niveau van opdrachten
Taalkrachtig onderwijs is (inter)actief
Definitie Onderwijs wordt (inter)actief als lln: veel van elkaar kunnen leren – kwaliteitsvolle input + feedback
leerkracht krijgen & de kans hebben om actief te leren
Kijkwijzer  Zorgen voor tijd + ruimte om in interactie te gaan met lln: voldoende input geven
 Veel open vragen – denkvragen – opinievragen stellen
 Lessen lokken interactie tussen lln uit
 Er is een variatie aan werkvormen die leiden tot actief + samenwerkend leren
6

, Taalkrachtig onderwijs geeft ondersteuning
Definitie Krachtige ondersteuning is combinatie van feedback/ feed-up/ feedforward + differentiërende
keuzes die je maakt om ervoor te zorgen dat lln de kloof kunnen overbruggen tussen wat ze wel
kennen + kunnen & wat nog niet. Ondersteuning kan zowel individueel als klassikaal gegeven worden
Kijkwijzer  Voldoende feedback op taaluitingen geven tijdens betekenisvolle activiteiten: feedback/ feed-up/
feedforward combineren om leerproces van lln voort te duwen
 Differentiëren: lln kunnen kloof overbruggen tussen niveau waarop ze functioneren + niveau van
opdracht
 Tijdens taalleerproces zorgen voor zowel individuele als klassikale ondersteuning
Taalkrachtig onderwijs heeft aandacht voor impliciet + expliciet leren
Definitie Impliciet leren betekent dat lln in contextrijke situaties: functionele + (inter)actieve opdrachten
krijgen waardoor ze onbewust taal oppikken. Expliciet leren= bewust inzoomen op talige aspecten
(bv: schooltaalwoorden). Taalkrachtig onderwijs bestaat uit samenspel van impliciet + expliciet leren
Kijkwijzer  Tijdens contextrijke – functionele activiteiten expliciet aandacht besteden aan strategieën +
vormelijke aspect van taal
 Ruimte maken voor betekenisonderhandeling met lln en tussen lln onderling
 Model je: hardop denkend voordoen hoe lln strategieën kunnen toepassen tijdens (talige)
opdracht
 Lln krijgen meerdere kansen om nieuwe taal op te pikken: in loop van schooljaar werken aan
voldoende cyclisch
Taalkrachtig onderwijs biedt kansen tot reflectie
Definitie Als onderwijs kansen tot reflectie biedt is er een goede afwisseling tussen nieuwe zaken leren +
nadenken over wat er geleerd wordt. Die reflectie stimuleert het leerproces
Kijkwijzer  Voldoende ruimte maken om samen met lln te reflecteren over product + proces
 Lln weten wat ze aan het leren zijn (= lesdoelen) en zijn ze zich daarvan bewust tijdens de lessen


Taal binnen + buiten taalles: kwestie van in- en uitzoomen
Uitzoomen biedt breder perspectief dat lln toelaat om hun talige competentie in te zetten + te versterken – te
verbreden + te verdiepen

Tijdens niet-taallessen: inzoomen op talige aspecten
In- en uitzoomen: in loop van schooldag nieuwe taal aan bod komt buit context van taalles

Taalbeleid: taalkrachtig onderwijs op de hele school
Taalbeleid: structurele + strategische poging van schoolteam om onderwijspraktijk aan te passen aan
taalleerbehoeften van lln met het oog op bevorderen van hun algehele ontwikkeling + verbeteren van hun
onderwijsresultaten

Doel taalbeleid: taalvaardigheid van lln te versterken + presentatiekloof op basis van achtergrondkenmerken te
verkleinen

Moet voor zorgen dat schoolteams een gezamenlijke taalpraktijk uitwerken – taalkrachtig onderwijs te kunnen
bieden van 1e kleuterklas t.e.m. 6e leerjaar
• Team werkt samen om zich te verdiepen in taalleerprocessen + van daaruit gedeelde visie op taalonderwijs
te ontwikkelen
• Acties in praktijk brengen: die evalueren + waar nodig bij sturen

Taalverwerving in 21e eeuw
Belangrijkste theorieën op een rij
Alle lln verwerven (ongeacht hun achtergrond + intelligente) hun 1e taal (inclusief complexe grammaticale
systeem) tijdens eerste 5 levensjaren zonder daar expliciete instructies voor de krijgen bv: taalonderwijs




7

,Belang van in- en uitput
Voldoende taalaanbod krijgen vorderen kinderen sneller: woorden die vaak worden aangeboden worden vlotter
verwerft

Taalaanbod moet betekenisvol zijn: moet inspelen op interesses van lln + moet ingebed zijn in contexten die als
zinvol worden ervaart

Taalaanbod moet nieuwe elementen bevatten: boven huidige niveau van taalleerder vormt het als krachtvoer
voor verdere taalontwikkeling

Belang van interactie + feedback
Belang van interactie: voor taalverwerving bouwt verder op principes van begrijpelijke + betekenisvolle input

Kwaliteitsvolle interactie kan effectiviteit van die input immers aanzienlijk verhogen

Input bet opgenomen: taalleerders onderhandelen over betekenis van boodschap die ze denken gehoord/ gezien
te hebben

Feedback effectiever: die focus op zowel vorm als inhoud

Krachtige feedback: is concreet – duidelijk – taalgericht – doelgericht - bruikbaar

Belang van impliciet leren + expliciete instructie
Impliciet leren kenmerkend: processen van eerstetaalverwerving bij baby’s – peuters – kleuters + voor wie een
taal oppikt buiten schoolcontext

Expliciete instructies: direct overbrengen + expliciet maken van kennis over allerlei (deel)aspecten van
taalsysteem/ taalgebruik
• Kan proces van patroonherkenning + woordverwerving gevoelig versnellen – verdiepen – verrijken
• Voorwaarden:
 Lln hebben cognitieve maturiteit bereikt om expliciete – abstracte informatie over taal te begrijpen
 Vertrekt vanuit betekenisvol – impliciet leren

Rol van motivatie + socio-emotionele factoren
Taallerend brein is dynamisch systeem dat patronen zoekt in de input die het krijgt waarbij expliciete sturing via
onderwijs efficiëntie van leerproces kan verhogen -> individuele verschillen
 Lln op vlak van voorkennis – onderwijsniveau – geletterdheidsgraad – andere taalkennis +
geheugencapaciteit van elkaar verschillen
 Individuele verschillen bepalen de mate waarin lln informatie bewaart – op zoek gaan naar patronen –
verbindingen leggen meer eerder verworven concepten + taalkennis

Positieve associaties + emoties bevorderen taalleerproces
 Positieve emoties hangen samen met gevoelens van veiligheid + zelfvertrouwen die taalleerders ervaren
terwijl ze oefenen

In onderwijscontexten
 Belangrijk om voldoende veilige + motiverende talige oefenkansen te creëren die door lln als uitdagend –
interessant – zinvol worden ervaren: worden ingespeeld op intrinsieke motivatie
 Leraren slim inspelen op verschillende taalvaardigheidsniveau van klas door gedifferentieerde
ondersteuning te bieden die aansluit bij behoeften van elke lln

Meerdere talen leren
Betekent op vele vlakken verrijking
Brede talenkennis vormt belangrijk economisch kapitaal: situeert meerwaarde van meertaligheid ook op sociaal +
cognitief vlak

Meertaligheid gaat gepaard met cognitieve voordelen: beter werkgeheugen – hoger aandachtscontrole –
vermogen om abstract + symbolisch te redeneren

8

,In taalontwikkeling van meertalige lln: vormen onderscheiden
 Simulante meertaligheid
 Kinderen komen vanaf geboorte systematisch in contact met meerdere talen
 Elk ouder spreekt andere taal/ beide ouders spreken meerdere talen
 Kinderen doorlopen in grote lijnen dezelfde ontwikkelingsfase in elk taal op dezelfde manier als
eentalige kinderen
 Successieve meertaligheid
 Kinderen horen vanaf de geboorte maar 1 taal
 Komen pas in contact met 2e taal als ze naar school gaan
 Tweedetaalverwerving verloopt anders dan verwerving van 1e taal

Fase in taalontwikkeling
 Voortalige fase (0-1 jaar)
 Veel luisteren: enkele klanken onderscheiden
 Geluidjes produceren + brabbelen
 Geluide hebben nog geen communicatieve functie
 Vroegtalige fase (1-2,5 jaar)
 Al een goed begrip
 1e woordjes produceren: één- naar tweewoordzinnen
 Bedoeling om te communiceren
 Differentiatiefase (2,5-5 jaar)
 Sprong in taalontwikkeling door naar school te gaan: veel nieuwe woordenschat
 Zinnen worden alsmaar complexer + grammaticaregels worden toegepast
 Voltooiingsfase (5-10 jaar)
 Verdere uitbreiding van woordenschat
 Correcte zinsconstructies
 Leren schriftelijk communiceren

Taal op school
Vlaamse onderwijs kent grote talige diversiteit: alle lln zijn meertalig -> beschikken allemaal een eigen repertoire
van talen (thuistaal – 2e taal – vreemde taal/talen) + taalvariëteiten (dialecten – regiolecten – tussentalen) die ze flexibel
inzetten naargelang context zich bevindt

Taal aanwezig in meeste lessen: middel om communicatie tot stand brengen + doel opzicht -> lln moeten
specifieke vaktermen leren gebruiken (eetgewoonten – kubieke meter…) + moeten taken leren uitvoeren met sterk talig
inslag (boek voorstellen adv PowerPointpresentatie)

Elk kind dat naar school begint te gaan moet een nieuw taalregister eigen maken ook lln die instructietaal (NL) als
1e taal hebben

Cognitief-academisch/schooltaal= de taal die door lkr + in handboeken wordt gebruikt is vaak abstract

Taal sterk conceptualiserende functie: lln leren via taal achter schermen van wereld kijken + analyseren hoe die in
elkaar zit
Sociolinguïstisch onderzoek: taal die hoogopgeleide ouders thuis gebruiken om met kinderen te communiceren,
vertoont sterke gelijkenissen met schooltaalregister
Empirisch onderzoek: lln met andere thuistaal presteren systematisch zwakker op school
Bepaalde verschillen actief verkleinen/vergroten: socio-economische achtergrond van lln & schoolcontext

Schoolteams + leerkrachten belangrijke uitdaging: alle lln (in bijzonder niet-Nederlandstalige lln met
laagopgeleide ouders) vanaf kleuterleeftijd maximale kansengeven om schooltaalvariëteit van NL verwerven
Vergt gecoördineerd – inclusief – structureel schoolbeleid waarbij alle lkr bewust moeten omgaan met
complexiteit van hun instructietaal + met opportuniteiten om aan taalcompetentie te werken




9

, Deel 2
Vaardigheden
Luisteren + spreken
Wat is het
In kleuterschool nadruk op: technische luister- en spreekaspecten + (leren) communiceren
In lagere school focus op: begrijpend lezen - communicatief spreken – gesprekstechnieken

Mondelinge taalvaardigheid
Verschilt van schriftelijke taal
 Bij spreken druk ervaren: minder tijd om na te denken over boodschap + hoe die formuleren
 Bij luisteren: communicatie vergankelijk

Overeenkomsten met schriftelijke taal
 Bij spreken + schrijven: boodschap produceren + doorgeven -> productieve vaardigheden
 Bij luisteren + lezen: boodschap ontvangen -> receptieve vaardigheden

Bij schriftelijke + mondelinge vaardigheden: produceer/ verwerk taaluitingen (worden verzameld onder teksten)

Proces van luisteren + spreken
Complexe processen met verschillende componenten
Socioculturele context
• Taal verwerven op basis van (veel) betekenisvol taalaanbod – interactie – gerichte feedback
 Bestaan grote verschillen tussen lln onderling: leefwereld – schoolse contexten
• Impliciet + expliciete instructies om kennis te verwerven zijn zinvol

Boodschap
• Mondelinge communicatie begint bij de spreker: die in zijn hoofd een idee heeft dat aan luisteraar wil
overbrengen
• Proces wordt beïnvloed door boodschap + haar kenmerken
 Korte boodschap met makkelijke woorden/ boodschap ondersteunend met beelden

Denkactiviteiten bij luisteren + spreken
• Abstracte idee omzetten in soort van code: woorden aan koppelen + het idee in zin geformuleerd
• Luisteraars decoderen de gekregen boodschap: begrippen aan woorden koppelen + zinnen analyseren

Waarom inzetten
 Leraren brengen leerstof mondeling over (= belangrijkste werkmiddel) -> zo efficiënt mogelijk inzetten
 Mondelinge taalvaardigheid = leerinhoud op zich
 Lln leren welke strategieën kunnen gebruiken + welke aspecten belangrijk zijn om succes te kunnen
ervaren (tijdens luisteren + spreken)
 Mate waarin lln betrokken worden bij leergesprekken heeft invloed op hun denken + leren & leerprestaties
op latere leeftijd

Hoe leren leerlingen het
Houd rekening met beginsituatie
Start van de lagere school
• In kleuterschool: aandacht besteed aan begrijpend + technisch luisteren
 Technisch luisteren is onderliggende vaardigheid voor begrijpend luisteren

Start van de activiteit
• Leerlingen
 Goed inzicht krijgen: goed observeren of gesprekken voeren
• Leerinhouden
 Elke les maakt deel uit van groter geheel van lessen waarin hetzelfde leerinhoud aan bod komt


10

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ameliariemis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,99  14x  vendu
  • (4)
Ajouter au panier
Ajouté