Hoofdstuk 1, 2.5, 3.2 t/m 3.7, 6.1, 6.3 t/m 6.6, 7.2, 7.3.2, 8,2, 8.3, uitwerking van de pedagogen &
15 juin 2021
25
2019/2020
Resume
Sujets
opvoedingsstijl
geschiedenis
pedagogiek
rolpartonen
opvoedkunde
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
Samenvatting Inleiding in de pedagogiek, ISBN: 9789023255635 Pedagogiek
Samenvatting Inleiding in de pedagogiek, ISBN: 9789023255635 Pedagogiek
Korte samenvatting van meerdere hoofdstukken van Inleiding in de Pedagogiek
Tout pour ce livre (51)
École, étude et sujet
Hogeschool Leiden (HSL)
Social Work
Pedagogiek (SW1C06)
Tous les documents sur ce sujet (18)
Vendeur
S'abonner
jasmijnwilthagen
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting ‘Inleiding in de pedagogiek’ van Annemarie Becker
Hoofdstuk 1
Pedagogiek houdt zich bezig met de opvoeding van kinderen en jeugdigen van 0 tot 18 jaar.
Pedagogiek betekent kinderleiding. Bij opvoedkunde wordt er gericht op de vaardigheden van de
opvoeder. Opvoedingsleer richt zich op het vergaren van kennis over opvoeden. En
opvoedingswetenschap richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en methoden met
betrekking tot opvoeden. Deze drie begrippen staan in verband met het begrip pedagogiek. Bij
pedagogiek worden theoretische gegevens ook uit de hulpwetenschappen ontleent. Opvoeding is
alle omgang tussen ouder en kind waarbij gericht een relatie wordt aangedaan. Naar aanleiding van
deze definitie kan gesteld worden dat er sprake is van opvoeding als er de volgende drie punten
spelen in de omgang tussen ouder en kind:
1. Er sprake van wederzijds respect tussen ouder en kind.
2. Het kind ervaart voldoende veiligheid bij, heeft vertrouwen in, kan rekenen op, voelt zich
geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder.
3. Het kind wordt door de ouder uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en te
experimenteren met nieuwe dingen, waardoor hij vertrouwen krijgt in zijn omgeving.
De vier basisdimensies van opvoeden zijn met elkaar verbonden en kunnen niet afzonderlijk
toegepast worden. De vier basisdimensies zijn:
1. Ondersteuning bieden; het opvoedgedrag van de ouder dat liefde en zorg voor het kind
uitdrukt en dat zich richt op zijn fysieke en emotionele welzijn, waardoor het zich begrepen
en geaccepteerd voelt. Alle gedragingen die onder de term ondersteuning vallen, hebben als
het effect het bevorderen van de ontwikkeling van het kind. Warmte en affectie duiden op
emotionele beschikbaarheid van de ouder. Aan responsiviteit gaat sensitiviteit vooraf, dat de
gevoeligheid inhoudt voor de signalen die het kind afgeeft ten aanzien van zijn behoeften en
gevoelens. De ondersteuning die een ouder biedt kan zichtbaar worden gemaakt in belonen
en straffen. Dit kan gezien worden vanuit de leertheoretische benadering. Je hebt hierbij
belonen (bekrachtiging), straffen (bekrachtiging) en negeren (extinctie). Ondersteuning door
middel van belonen bestaat uit handelingen die leiden tot een emotioneel prettig gevoel bij
het kind. Bij ondersteuning door middel van straffen is het raadzaam om hiervoor pas te
kiezen als het gedrag via belonen niet wordt bereikt en om het doel van de straf na te
bespreken. Daarnaast vereist het consequent gedrag van de ouder. Er kan ondersteuning
geboden worden op een materiële manier of op een emotionele manier.
2. Instructie geven; het duidelijk maken aan het kind wat de bedoeling van iets is en welk
gedrag verwacht wordt. Het kind leert hierdoor strategieën te ontwikkelen om zijn eigen
problemen op te lossen en verantwoordelijkheid te dragen voor zijn beslissingen. De
zelfstandigheid en zelfredzaamheid worden bevorderd als de ouder op tijd weet in te spelen
op de behoeften en signalen van het kind. Het geven van te veel instructies heeft een
negatieve invloed op kinderen en zorgt voor angst voor eigen initiatief en het bezig zijn met
wat de ouder zou denken.
3. Controle uitoefenen; er zijn twee typen controle. Autoritaire of restrictieve controle is het
opvoedgedrag waarbij de ouder druk uitoefent op het kind om correct gedrag te vertonen.
Macht en gezag van de ouder ten opzichte van het kind spelen een centrale rol. De eigen
behoeften van het kind worden ondergeschikt gesteld aan het kind. De bewegingsvrijheid en
autonomie van het kind worden ondermijnd. Bij autoritatieve controle zijn gedragingen van
de ouder waarbij uitleg gegeven wordt aan het kind en eisen worden gesteld aan zijn
, zelfstandigheid. De ouder geeft het kind informatie, instructie, suggesties en aanwijzingen
voor het gewenste gedrag. Openheid is belangrijk om instemming bij de verwachtingen te
verwerven bij het kind. Inductie is het gedrag van de ouder gericht om het kind gewenst
gedrag vrijwillig te vertonen.
4. Grenzen stellen; de wijze waarop de ouder het kind bestraft of beloont om gewenst gedrag
aan te leren. Gedragsverandering vindt plaats door middel van beïnvloeding. Daartoe maakt
men evenals bij de dimensie ondersteuning gebruik van straffen en belonen. Het vereist
consequent gedrag, respect voor de autonomie van het kind en het bieden van de
gelegenheid om zich op eigen wijze te ontwikkelen. Door duidelijke grenzen te stellen wordt
het kind gevraagd om zijn gedrag af te stemmen op een situatie en rekening te houden met
anderen.
Bij intentioneel opvoedgedrag is de ouder erop gericht om bewust of onbewust doelstellingen te
bereiken bij het kind. De drie algemene opvoedingsdoelen zijn:
1. Zelfstandigheid (individu); het kind is in staat om zelf keuzes te maken, daarbij hoort het
recht op een eigen leven en uitvinden wat van belang is. De bedoeling is dat het kind zelf
beslissingen leert nemen, een eigen leven leert leiden en eigen mogelijkheden leert
ontdekken.
2. Zelfredzaamheid (samenleving); het kind is in staat keuzes te maken en deze te
verantwoorden, mondigheid en verantwoordelijkheid worden hierbij gestimuleerd. Het kind
wordt geleerd om op een positieve manier vorm te geven aan zijn toekomstige rol in de
samenleving.
3. Zelfvertrouwen (toekomst); het kind kan een bijdrage leveren aan de toekomst en is in staat
om technische en praktische problemen op te lossen.
De drie opvoedingsdoelen verstreken elkaar. Naarmate een kind meer zelf kan en mag doen, wordt
het zelfstandiger, krijgt het meer zelfvertrouwen en wordt het zelfredzamer. Naast de drie algemene
opvoedingsdoelen zijn er ook andere, meer specifieke doelen die de ouder nastreeft bij de opvoeding
van het kind.
Opvoeding is een circulair proces, er is sprake van actie en reactie in de omgang tussen ouder en
kind. Er is een interactie tussen beiden partijen op basis van het gedrag dat zij vertonen. De term
uniciteit verwijst naar het feit dat ieder mens anders is en dus andere karaktereigenschappen heeft.
Ieder kind heeft dus ook een andere opvoedaanpak nodig. Er is een voortdurende wisselwerking
tussen beide partijen. Een rode draad door het opvoedproces zijn de vier basisdimensies. Op basis
hiervan geeft een ouder een prikkel waar een kind op reageert.
Opvoeding heeft twee kanten. Materiële opvoeding gaat over de primaire, ook wel lichamelijke
levensbehoeften die noodzakelijk zijn voor de groei van een kind. De eerste behoeften in de
behoeftehiërarchie van Maslow. De materiële behoeften van een kind nemen toe met de leeftijd. In
hoeverre hierin tegemoetgekomen wordt is afhankelijk van de financiële draagkracht. De emotionele
opvoeding van het kind gaat over de overige vijf behoeften uit de behoeftehiërarchie van Maslow. Bij
een ongewenste zwangerschap mist het kind veel van de emotionele opvoeding.
De levensovertuiging van de ouder(s) speelt ook een rol in de opvoeding. (Geestelijke vorming)Als
een ouder een bepaalde religieuze overtuiging heeft, zal dat ook in de opvoeding tot uiting komen.
De manier waarop invulling gegeven wordt aan het overdragen van de levensovertuiging aan het
kind, hangt af van de cultuur van de ouder. Daarnaast zijn er bij verschillende religies, diverse
, rituelen. De sociale vorming van een kind wordt gestuurd door hobby’s of sporten waar het kind op
wordt geplaatst.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jasmijnwilthagen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.