2.1 Soorten ziekteverwekkers
Micro-organismen (zoals bacteriën, virussen of schimmels) zijn meestal de veroorzakers
van infectieziekten:
● Bacteriën werden ontdekt door de Delftse lakenhandelaar Antoni van
Leeuwenhoek in de 17de eeuw.
● Virussen werden pas twee eeuwen later ontdekt, ook door een Nederlander. Ze
worden niet tot levende wezens gerekend.
● Schimmels kennen we al langer, doordat schimmeldraden en schimmelsporen ook
met het blote oog te zien zijn. Een aantal soorten is erg nuttig en levert al
eeuwenlang producten als paddenstoelen. Maar ziekteverwekkende soorten geven
ongemak op de oppervlakkige delen van het lichaam
● Een heel ander type boosdoener is het zogenaamde prion. Dat is geen levend
micro-organisme maar een eiwit. Prion staat voor proteinaceous infectious
particle en betekent eiwit bevattende, besmettelijk deeltje.
2.2 Bouw en leefwijze
Bacteriën kunnen verschillende vormen hebben: bolletjes of staafjes. Ze zijn gemiddeld 1
micrometer groot, maar dat kan variëren tussen 0,1 en 20 micrometer. Ze zijn alleen
zichtbaar onder de microscoop. Ze voeden zich met stoffen die ze halen uit levend of
dood materiaal. Hierbij dringen ze niet de cellen binnen, maar kunnen deze wel
kapotmaken. Ze kunnen zelfstandig leven en vermeerderen zich door celdeling. Bij
optimale omstandigheden delen ze in 20 min. Bij on-optimale omstandigheden vormen
sommige soorten endosporen vormen, die hebben een verstevigde wand die bescherming
biedt tegen hitte en droogte. Je wordt soms ziek van bacteriën, omdat ze gifstoffen
produceren. Bacteriën zijn te bestrijden met antibiotica.
Virussen zijn een hoeveelheid erfelijk materiaal (DNA of RNA) omhuld met eiwit. Ze zijn
veel kleiner dan een bacterie; ongeveer 0,1 micrometer. Ze worden niet tot de levende
organismen gerekend, omdat ze geen eigen stofwisseling hebben. Ze hoeven zich dus ook
niet te voeden. Virussen planten zich voort door een lichaamscel binnen te dringen. Het
virus-DNA geeft opdracht aan de gastheercel om nieuwe virussen aan te maken. Die cel
sterft op het moment dat de nieuwe virussen vrijkomen. Virussen zijn ongevoelig voor
antibiotica. Vrijwel alle virussen zijn pathogeen, immers, de gastheercel gaat dood.
Schimmels zijn opvallend door hun witte draden. Die kunnen heel lang worden en bestaan
uit meerdere langwerpige cellen met een celwand. Ze voeden zich net als bacteriën met
stoffen die ze halen uit levende of dode cellen, alleen gaan ze niet de cel binnen. De
meeste schimmels planten zich voort met sporen (1 tot 2 micrometer grote bolletjes), die
ontstaan uit de uiteinden van de schimmeldraden. Schimmelsporen ontstaan ook in
normale omstandigheden. Qua leefwijze worden schimmels ingedeeld in saprofytisch
(levend op dood materiaal), symbiotisch (samenlevend met een ander organisme) en
parasitair (ten koste van een ander organisme). Alleen die laatste schimmelsoort kan
ziekten veroorzaken.
, Prionen zijn afwijkende eiwitten die “gewone” eiwitten kunnen vervormen. Net als
virussen dringen ze de cel binnen. Hersencellen waarin deze stukjes zich ophopen gaan
dood. Qua grootte zijn prionen nog kleiner dan virussen. In tegenstelling tot normale
eiwitten, worden prionen in de cel niet door enzymen afgebroken. Bovendien kunnen ze
normale eiwitten vervormen tot deeltjes die ook niet afgebroken worden. Opeenhoping
van prionen en vervormde eiwitten beschadigen de hersencellen. Prionen veroorzaken bij
koeien de “gekke koeienziekte”. De dieren gaan zich raar gedragen, doordat de hersenen
worden aangetast.
H3 Ziekteoverdracht
3.1 Voorkomen van ziekten
Beperking van contact met mogelijk besmette dieren wordt gerealiseerd in zogenaamde
gesloten bedrijven. De dieren worden dan op de eigen boerderij vermeerderd en
vetgemest. Veevoer wordt ook zelf verbouwd, om de kans op besmetting met
ziektekiemen van andere bedrijven klein te houden. Om dieren veel weerstand te geven is
het belangrijk om een goede hygiëne, gezonde leefomgeving met ruimte voor beweging,
goede ventilatie en schoon drinkwater te hebben.
3.2 Afweer tegen ziekten
Het lichaam is uitgerust met een aspecifieke en specifieke afweer. De aspecifieke
afweer bestaat uit een aantal barrières
● Mechanische barrière zijn de huid, slijmvliezen en luchtwegen
● Chemische barrière heeft te maken met processen in het lichaam. Maagzuur laat
de meeste micro-organismen al sneuvelen. De maag en de darmen reageren
vervolgens op stoffen die bacteriën maken in het lichaam, waardoor diarree en
braken kunnen ontstaan. Koorts is ook een manier om te beschadigen van micro-
organismen
● Microbiële barrière bestaat uit bv de huidflora die verhinderd dat
ziekteverwekkers zich vermeerderen
Door ons immuunsysteem hebben we naast de aspecifieke afweer ook de specifieke
afweer. Het immuunsysteem is berust op de vorming van antistoffen die precies op een
type ziekteverwekker (antigeen) passen. Bij infectie in je bloed of weefselvocht gaan
witte bloedcellen naar de onheilsplek en sommigen omhullen vervolgens de
binnengedrongen ziekteverwekker, en schakelen deze uit. Antistoffen worden gemaakt
door een ander soort witte bloedcellen; lymfocyten. Voor elke bacterie en elk virus
hebben we specifieke lymfocyten die bij contact reageren. Ze beginnen dan met de
aanmaak van antistoffen, die zich hechten aan de ziekteverwekker en hem daarmee
onschadelijk maken. Na de infectie blijven getrainde lymfocyten over; geheugencellen.
Die helpen voor een snelle reactie bij een volgende infectie. Je bent nu immuun
geworden.
3.3 Verspreiding van ziekten
Infectieziekten gaan van de een op de ander over door het doorgeven van bacteriën,
virussen of schimmels. Sinds de tijd van Louis Pasteur weten we dat micro-organismen zich
overal bevinden, en ook nog in zeer grote aantallen. Over het voorkomen of bestrijden van
verkoudheid bestaan allerlei fabels, zoals deze:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmakuijtenbrouwer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.