Inhoud
A1: Het eigendomsrecht............................................................................................................................... 3
1. Definitie en kenmerken......................................................................................................................... 3
1.1 eigendom als grondrecht – eigendomsbescherming in de grondwet en in het europese recht......4
2. Vorderingen tot bescherming van het eigendomsrecht........................................................................5
3. Bewijs van eigendom.......................................................................................................................... 10
4. Begrenzing van het eigendomsrecht van een grond............................................................................10
4.1 Verticale omvang van grondeigendom (art. 3.63 BW)...................................................................10
4.2 Horizontale omvang van grondeigendom (art. 3.61 BW)...............................................................10
5. Het ontstaan van eigendom: de oorspronkelijke wijzen van eigendomsverkrijging............................12
5bis. Het ontstaan van eigendom: de afgeleide wijzen van eigendomsverkrijging..................................27
6. De beperkingen van het eigendomsrecht............................................................................................ 28
A2: Het vruchtgebruik................................................................................................................................. 53
1. Begrip en belang................................................................................................................................. 53
2. Een bijzonder recht van vruchtgebruik: het recht van bewoning.......................................................53
4. Voorwerp van het vruchtgebruik........................................................................................................ 55
5. Vestiging van een vruchtgebruik......................................................................................................... 56
6. Modaliteiten en vruchtgebruik............................................................................................................ 57
7. De rechten van de vruchtgebruiker en de blote eigenaar...................................................................58
8. De plichten van de vruchtgebruiker en de blote eigenaar...................................................................61
9. Tenietgaan van het vruchtgebruik....................................................................................................... 63
10. Gevolgen van het tenietgaan van het vruchtgebruik.........................................................................64
a3. Recht van opstal.................................................................................................................................... 66
1. Begrip en belang................................................................................................................................. 72
Inleiding tot de zekerheden........................................................................................................................ 84
1. Belang van zekerheden....................................................................................................................... 84
2
, HOOFDSTUK 2: DE ZAKELIJKE HOOFDRECHTEN
A1: HET EIGENDOMSRECHT
1. Definitie en kenmerken
Eigendom verleent aan de eigenaar rechtstreeks het recht om het voorwerp ervan te gebruiken, hiervan
het genot te hebben en erover te beschikken.
De eigenaar heeft de volheid van bevoegdheden, behoudens de beperkingen die door wetten,
verordeningen of door de rechten van derden worden opgelegd (art. 3.50 BW).
- Het eigendomsrecht is het meest volledige zakelijke recht dat een rechtssubject, de eigenaar,
m.b.t. een goed kan hebben. volheid van bevoegdheid (recht van gebruik, recht van genot en
recht om te beschikken).
- Het eigendomsrecht is zeker geen absoluut recht: de wetgever en de rechtspraak stellen
beperkingen aan het eigendomsrecht.
De eigenaar kan wel instemmen met een beperking van zijn bevoegdheid om te beschikken over het
goed, maar dit moet beperkt zijn in de tijd en de beperking moet beantwoorden aan het rechtmatig
belang. (art. 3.53 BW)
De bevoegdheid tot gebruik van het goed impliceert het stellen van materiële handelingen die de waarde
van het goed niet verminderen of van alle rechtshandelingen die het statuut van het goed niet
veranderen.
De bevoegdheid tot genot van het goed verleent aan de eigenaar het recht van de vruchten en
opbrengsten van het goed (art. 3.54 BW).
Het eigendomsrecht is het enige zakelijke recht dat de titularis ervan de macht geeft om over het goed te
beschikken:
- Feitelijk door het goed te vernietigen;
- Juridisch door het goed te vervreemden ten kosteloze titel (schenking) of onder bezwarende titel
(verkoop, ruil).
Alle andere zakelijke rechten dan het eigendomsrecht zijn beperkte zakelijke rechten, die de titularis
ervan geen recht geven om erover te beschikken.
- De beperkte zakelijke rechten worden als een belasting van de eigendom aanzien.
- Krachtens het verschijnsel van de elasticiteit van de eigendom wordt de eigendom vanzelf weer
volledig als de eenmaal gevestigde beperkte zakelijke rechten om welke reden dan ook weer
tenietgaan.
Het eigendomsrecht is een altijddurend recht (art. 3.51, §2 BW):
- Zolang het recht zelf bestaat, gaat het eigendomsrecht niet teniet.
- Het eigendomsrecht eindigt niet na een zekere tijd.
3
, HOOFDSTUK 2: DE ZAKELIJKE HOOFDRECHTEN
- Eigendom gaat niet verloren door langdurig niet-gebruik door de eigenaar van het
eigendomsrecht: eigendom is niet vatbaar voor bevrijdende verjaring.
Het eigendomsrecht is een exclusief recht:
- Het verleent aan de eigenaar de bevoegdheid om anderen uit te sluiten van de bevoegdheden die
precies aan de eigenaar van een goed toekomen.
- Meerdere personen kunnen niet tegelijk het volle eigendomsrecht hebben.
- Wanneer meerdere rechtssubjecten samen eigenaar zijn, dan hebben ze elkaars medewerking
nodig om rechtsgeldig daden van beschikking m.b.t. het gehele goed te stellen.
De wetgever verplicht de eigenaar wel een aantal inmengingen te gedogen (art. 3.67 BW):
- Als een zaak of dier op onopzettelijke wijze op een naburig onroerend goed is terechtgekomen,
moet de eigenaar van dit onroerend goed ze teruggeven of toelaten dat de eigenaar van deze
zaak of dit dier ze weghaalt.
- De eigenaar van een onroerend goed moet, na voorafgaande kennisgeving, gedogen dat zijn
nabuur toegang heeft tot dit onroerend goed indien dit noodzakelijk is om bouw- of
herstellingswerken uit te voeren, of om de niet-gemene afsluiting te herstellen of te
onderhouden, tenzij indien de eigenaar rechtmatige motieven laat gelden om deze toegang te
weigeren (vgl. ladderrecht).
- Wanneer een onbebouwd en onbewerkt onroerend goed niet is afgesloten, mag ieder er zich op
begeven tenzij de eigenaar van dit perceel daardoor schade of hinder ondervindt of op duidelijke
wijze kenbaar heeft gemaakt dat het verboden is voor derde om zonder zijn toestemming de
grond te betreden.
1.1 EIGENDOM ALS GRONDRECHT – EIGENDOMSBESCHERMING
IN DE GRONDWET EN IN HET EUROPESE RECHT
Eigendom is een grondrecht en behoort tot de publieke vrijheden.
Art. 16 GW.
“Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemeen nutte, in de gevallen en op de wijze bij
de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling.”
regelt de verhouding tussen de eigenaars en de overheid. Dit artikel waarborgt het eigendomsrecht
ten aanzien van de overheid.
Art. 3.50 BW: heeft in de eerste plaats betrekking op de eigenaars in hun privé-verhouding.
Art. 1 Eerste Protocol EVRM: heeft directe of rechtstreekse werking
Elke rechter kan wetten waarvan de toepassing gevraagd wordt toetsen aan de conformiteit van dit
artikel.
Het begrip eigendom wordt ruim geïnterpreteerd door het EHRM. (Eigendom bevat alle
vermogensrechten die als verworven rechten kunnen worden beschouwd.)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Campie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.