lOMoARcPSD|5195781
CONSTRUCTIE: HOOFDSTUK 4: HORIZONTALE CONSTRUCTIES
4 ONDERZOEKSTHEMA’S
1. Bouwstabiliteit (BS)
• Eigen gewicht: gewicht van de vloer wordt overgedragen op de ondergrond geen
probleem
• Nuttige belasting: komen bv. tafels op te staan geen probleem
• Waterdruk grondleidingen plaat niet dik worden
Keuzes maken rekening houdend met eigenschappen van materialen
2. Bouwfysica (BF)
• Waterdichting (vocht: hemelwater, waterdamp, grondwater, bouwvocht)
• Luchtdichting (Wand in metselwerk is niet luchtdicht MAAR binnen bepleistering is wel
luchtdicht)
• Akoestische isolatie (bij particuliere woningen minder aandacht aan besteed): in
appartement
• Thermische isolatie (plat dak, vloer tussen kelder en een kamer)
• Brandveilig (rookdetector op elke bouwlaag)
• (dag)licht (in platdakconstructie kan een koepel geplaatst worden voor licht daklicht)
Natuurfenomenen in relatie met het bouwen
3. Bouwtechnologie (BT)
• Duurzaam materiaalgebruik
• Duurzame detaillering
Duurzaam materiaalgebruik (hergebruik van materialen zoals dakpannen)
4. Bouwmethodiek (BM)
• Logische keuzes rekening houdend met bouwstabiliteit, bouwfysica en bouwtechnologie
• Maakbaarheid
BS, BF, BT in relatie met elkaar
EXAMEN: horizontale constructies kunnen samenstellen: vloer tussen verwarmde vertrekken, vloer
tussen slaapkamer en carport, etc.
SAMENSTELLING HORIZONTALE CONSTRUCTIES
1. drager (leidingen kunnen onder drager geplaatst worden) vb. welfsels (branddikte = 13 cm):
funderingsplaat (gewapend beton) vloer tussen woon- en slaapkamer: welfsels
Waarom wilt een elektricien leidingen boven drager in plaats van er onder?
Naar uitvoering toe is het technisch gemakkelijker ( gewoon in grond plaatsen in plaats van
plafond (= moeilijker))
2. (boven)afwerking
3. ruimte voor nevenfuncties
bv. ruimte voor waterdichting laten onder 3
bij een inloopdouche
bv. isolatie (akoestisch, thermisch)
bv. ruimte voor leidingen, afvoerbuizen, kanalen…
(boven, onder of deels onder EN boven de drager (tussen) meestal boven drager geplaatst
WANT uitvoering is eenvoudiger)
4. (onder)afwerking aan boven-/onderkant (bv. funderingsplaat op volle grond geen afwerking
aan onderkant)
1
, lOMoARcPSD|5195781
VRAAGSTELLING
BV. welke functie vervullen horizontale constructies…
- in aanraking met de grond?
bv. funderingsplaat op volle grond/kelder (tegenhouden van grondwater, thermisch isoleren…)
- opgesteld tussen een verwarmde ruimte en een onverwarmde ruimte?
- opgesteld tussen twee verwarmde ruimtes?
akoestisch isoleren
- opgesteld boven een buitenruimte?
overdekt terras of carport los van de woning
- indien zij dienst doen als dak?
thermisch isoleren, tegenhouden van hemelwater, gewicht van sneeuw opvangen, akoestisch
isoleren, geluid van hagel dempen, etc.)
buitenwand: opbouw uit meerdere schuiven, lagen…
binnenwand: meer eenvoudige, veelal gelaagde opbouw afhankelijk van de functie
TERMINOLOGIE
- vrijdragend: vloeren die niet over zijn volledige lengte ondersteund, vloer die spanning maakt van
de ene muur naar de andere muur of van de ene balk naar de andere balk
wand brengt vloerbelasting over naar dragend geraamte van het gebouw
bv. breedvloerplaten/predallen, potten en balkjes (vooral bij renovatiewerken), houten balken (bij
houtskeletbouw), etc.
- niet vrijdragend: vloeren ondersteund over de volledige oppervlakte, maakt geen overspanning
wand draagt vloerbelasting rechtstreeks over op draagkrachtige grond/ondergrond, rust met zijn
volledige oppervlakte op de grond
bv. funderingsplaat waar kelder op komt wordt over zijn volledige oppervlakte ondersteund door de
grond
- maaiveld: de verharding, bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft
(grond waar men op bouwt, nooit nulpeil!)
- teelaarde: de voor plantencultuur geschikte humusachtige bovengrond
(bovenste 30 cm van grond die wordt opgegraven = vruchtbare grond DUS
nooit op gefundeerd)
- oplegging: het steunpunt waar een constructie of constructieonderdeel op rust of is vastgemaakt
aan een ander constructieonderdeel
( vrijdragende vloer: afstand waarop vloer rust)
(welfsels 7 cm, snelbouwsteen = 14 cm)
2
, lOMoARcPSD|5195781
- welfsel: geprefabriceerde gewapend betonnen elementen die een
overspanning kunnen maken van het ene steunpunt naar het andere
meestal 60cm breed (of veelvouden van 60) met holle
kanaalplaten)
raveling: een constructie die balken of vloerelementen rond een
vloeropening opvangt ( bestaan telkens uit L-ijzers)
(bv. trapgat, koepel, schacht: ventilatiekanalen of afvoerbuizen (=
gat waar technische leidingen door worden gestoken))
- uitkraging: een constructieonderdeel dat slechts aan één zijde opgelegd of
ingeklemd is (= stukje dat verder gaat dan de opleg vuistregel 2/3 – 1/3
met gebruik van balken)
- dekvloer: een uitvullaag, meestal met cement als bindmiddel, als basis
voor de vloerafwerking (functie: ondergrond om tegels te plaatsen (geen
druklaag hier zit veel minder water in))
- druklaag: de op de draagelementen in situ gestorte beton, bedoeld om de sterkte en de
schijfwerking van de horizontale wand te verhogen (4 tot 5 cm dik)
(functie: druk opvangen, welfsels onderling beter verbinden zodat er geen scheuren ontstaan in
pleisterwerk)
verschil weten tussen druklaag en deklaag!
- schutlaag: een zware of lichte toplaag van een plat dak met uiteenlopende functies (bv leien)
(bv dakdichtingsmembraan beschermen tegen UV-lichten want anders komen er barsten in)
(bv ballast (keien) plaatsen om pvc (gevoelig voor UV-licht) te
beschermen tegen UV-lichten)
geen kiezel, want is hoekig en keien (zoals grind) zijn rond = beter
maar grind is extra belasting: bv. waterdichte folie: wind kan het
wegblazen dus men gooit er grind over (randen van het dak hoger maken zodat de wind over het
dak blaast)
3
