Zoönose: infectieziekten die overgedragen kunnen worden van gewervelde dieren naar mensen of
omgekeerd. Dit zijn vaak ziekten die niet gastheer specifiek zijn en meerdere diersoorten ziek kunnen
maken.
Reservoir: een dier/mens die als besmettingsbron dient voor een infectieziekte. Deze heeft dan
meestal zelf nauwelijks/geen symptomen, maar draagt wel de kiem bij zich en is infectieus.
Tussengastheer: een organisme waarin de infectieziekte zich kan ontwikkelen en verder vanuit
verspreid kan worden naar de uiteindelijke gastheer.
Vector: insect(achtigen) die een infectieziekte kunnen overbrengen van het ene organisme op het
andere d.m.v. bijten/steken. Dier dat bloed zuigt en zeikte verspreidt.
Pandemie: een uitbraak van een ziekte over meerdere continenten.
Epidemie: een plotselinge (sterke) stijging in voorkomen van een ziekte in een populatie. Wordt vaak
gedefinieerd op basis van het uitstijgen van het aantal nieuwe ziektegevallen boven een normaal
basis aantal gevallen per tijdseenheid.
Endemisch: een regelmatig/altijd aanwezige ziekte of infectie in een (deel van de) populatie.
Gezondheid vs ziekte
Ziekteverwekker: bacterie, virus, schimmel of ander micro-organisme waar je ziek van wordt. Een
ziekteverwekker is een pathogeen = ziek makend. De pathogeniteit varieert per ziekteverwekker. Hoe
groot de kans op besmetting is hangt af van de infectiedruk.
Afweer: elke weerstand die het lichaam tegen een ziekteverwekker verricht. Kan onderverdeeld
worden in specifiek en aspecifiek. De afweer van mensen/dieren is verzwakt bij een hoge productie,
stress of bij het ontbreken van belangrijke voeding. YOPI’s: young, old, pregnant,
immunosuppressed.
Kolonisatieresistentie: de goede bacteriën die de huid en het slijmvliesoppervlak bedekken.
Microbioom: de micro-organismen die in en op het menselijk lichaam wonen.
Belang van zoönose in de sector:
De oorsprong van zoönose komt uit de veehouderij: dit heeft grote invloed op het imago van de
sector en de afzetmarkt. Voorbeelden van invloeden:
Ziekte van afnemers van het product = volksgezondheid
Ziekte van bezoekers
Ziekte van het personeel, het verlies van manuren
Privégezondheid ondernemers en familie
Risicoberoepen zijn: veehouders, dierenartsen en slachthuispersoneel.
Reemerging diseases: vergeten ziektes die weer opkomen nadat ze lang weg zijn geweest.
Emerging diseases: nieuw opkomende ziekten (70% van de ‘nieuwe’ virussen bij mensen is van
dierlijke afkomst).
, Afname door goede controle op dieren en voedsel
Toename door:
- Mensen die reizen
- Veranderende voedselgewoonten
- Klimaatverandering -> vectoren
- Meer systemen met vrije uitloop
- Wellicht ook doordat er meer aandacht voor is dan vroeger?
Trekvogels zijn ook van invloed op de verspreiding. Door meldingen van jagers en spotters
kunnen risico’s met betrekking tot verspreiding ingeschat worden.
Preventief handelen: voorkomen.
Reactief handelen: reageren op ziekte.
Prevalentie: het voorkomen van een bepaalde ziekte.
Voor de signalering van een zoönose is het signaleringsoverleg zoönose (SO-Z) opgericht. Deze
organisatie bekijkt signalen en maakt daar een risicoanalyse van. Maandelijks overleg tussen
veterinaire en humane deskundigen:
- Welke signalen zijn er?
- Wat is de besmettingsroute?
- Wat is de afkomst?
Les 2: Zoönose -> Daan Westrik
SO-Z: voor de signalering van een zoönose is het SignaleringsOverleg-Zoönose opgericht.
Vertegenwoordigers van het RIVM, GGD, GD, WBVR, FD, DWHC en NVWA beoordelen regionale,
landelijke en internationale signalen van (mogelijke) zoönotische aard die afkomstig kunnen zijn uit
verschillende diersectoren en dierreservoirs. Maandelijks overleg tussen veterinaire en humane
deskundigen:
- Welke signalen zijn er?
- Wat is de besmettingsroute?
- Wat is de afkomst?
RT-Z: indien noodzakelijk, advisieert het Response Team-Zoönosen binnen enkele dagen over de te
volgen strategie op het gebied van onder meer het indammen van verspreiding, mogelijk
interventies, diagnostiek en behandeling en communicatie.
BAO-Z: in het geval van een zoönose uitbraak die een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid
vormt heeft het Bestuurlijk Afstammingsoverleg-Zoönosen de taak de door het OMT-Z geadviseerde
maatregelen op bestuurlijke haalbaarheid en wenselijkheid te beoordelen.
Meldplicht dierziekten:
Waarom meldplicht bij de NVWA?
- Verspreidingssnelheid beheersen
- Belang van zoönose
- Economisch belang
Wie zijn verplicht tot melding? (verschilt per ziekte)
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een meldplicht bij humane meldplicht, veterinaire meldplicht
en veterinaire bestrijdingsplicht. Het verschilt ook per diersoort wanneer een ziekte gemeld dient te
worden.
Signalering: nationaal
Doelen:
- Opsporen van bekende ziekteverwekkers die niet in NL aanwezig zijn
- Opsproren van onbekende ziekteverwekkers
- Zicht op trends
Monitoring door European Centre for Disease Prevention and Control
Vectorziekten: door vectoren overgedragen ziekten zijn infecties die worden overgedragen door de
beet van geïnfecteerde geleedpotigen, zoals muggen, teken, zandvliegen, zwarte vliegen
Geleedpotigen zijn koelbloedig en dus bijzonder gevoelig voor klimaateffecten. Het weer beïnvloedt
de overlevings- en voorplantingssnelheid. Dit beïnvloedt weer de geschiktheid en verdeling van de
habitat.
Signalering: internationaal
OIE: world organisation for animal health
Doelen van de OIE:
- Waarborgen transparantie dierziekten en zoönosen wereldwijd
- Voorzien in kennis en promoten internationale solidariteit in bestrijding dierziekten
- Waarborgen wereldhandel door opstellen standaarden voor internationale handel in dieren
+ dierlijke producten
- Het ondersteunen van nationale dierenartsenorganisaties
- Wetenschappelijke veterinaire informatie verzamelen, analyseren en verspreiden
Les 3: Zoönose -> Daan Westrik
Per zoönose moet men de signalen, reservoir en de route van de ziekte kunnen noemen.
Signalen: hoeveel komt de ziekte voor? Wat zijn de symptomen?
Reservoir: is er een reservoir in Nederland of een aangrenzend land? (komt de ziekte nog voor in
NL/dieren die het hebben, bij zich dragen en kunnen verspreiden?) of wordt er gereisd naar een land
met een reservoir?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mariekebaving. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.