Inleiding cursus: situering Medische Psychologie
Wat is psychologie?
• Psychologie = wetenschap die het gedrag vd mens bestudeert à Studie vh individueel
gedrag en de mentale processen en inhouden die tot gedrag leiden
– Wat mensen doen, hoe ze het doen, wat mensen voelen, denken en hoe ze tot
beslissingen komen
• Psychologie kijkt naar algemene kenmerken van menselijk gedrag
– Naar de verschillen, naar individuen en naar groepen, naar normaal gedrag en naar
problematisch gedrag
• Psycholoog tracht menselijk functioneren te onderzoeken en te verklaren
– Via verschillende methoden, technieken en benaderingswijzen
Verschil psychologie en psychiatrie
PSYCHOLOGIE
• Humane wetenschappen
• Bestudeert Mind (& Brain)
– Mentale processen: perceptie, aandacht, geheugen, interpretatie, leren
– Stellen mensen in staat om zich bewust te zijn vd wereld en de ervaringen die men
heeft, om te denken en te voelen à cognities, emoties
– Gedrag
• Normaliteit (en ziekte)
PSYCHIATRIE
• Medische wetenschappen
• Bestudeert Brain (& Mind)
– Structuur en neurobiologische processen
• Ziekte
Wat is medische psychologie?
• Vanuit medische psychologie: onderzoek en behandeling psychologische
problemen/klachten die geassocieerd zijn met (acuut en chronische) lichamelijke
aandoeningen. Bv:
– Problemen bij het leren omgaan met een chronische ziekte (bv diabetes, MS…)
• Omgaan met verlies van fysieke mogelijkheden, zelfstandigheid…
• Moeilijke verliesverwerking, depressie, suïcidaliteit
– Verwerken van een acute en levensbedreigende aandoening (bv kanker, een
hartinfarct of een beroerte) en de gevolgen ervan
• Bv slikstoornissen of afasie ten gevolge van CVA
– Geheugenproblemen tgv hersentraumata of ernstige burn-out/depressie
– Ongewenst eetgedrag bij overgewicht
1
,Visie Medische psychologie: Ziekte/gezondheidsproblemen à belangrijke stressor met
psychologische gevolgen waarbij de Medische Psychologie zich focust op onderzoek en
behandeling vd psychologische problemen/klachten/gevolgen
• Medische Psychologie:
• Welke invloed heeft ziekte op mentale processen en omgekeerd?
– Hoe verlopen onze mentale processen?
• Welke invloed heeft aangeleerd gedrag op ziekte en omgekeerd?
– Hoe verlopen onze leerprocessen?
• Welke invloed hebben patiënten en hun persoonlijkheid op ziekte en herstel?
– Wat is persoonlijkheid? Hoe ontwikkelen persoonlijkheidsstoornissen zich?
• Hoe kunnen we patiënten motiveren om mee te werken aan de therapie?
• Wat is de rol van stress en hoe kunnen we hier als hulpverlener mee omgaan?
• Medische Psychologie: belang van inzicht in sociale processen als hulpverlener
• Basisbeginselen van belangrijke sociaal-psychologische factoren à hoe verlopen
sociale processen/contacten?
• In welke mate spelen sociale factoren een rol bij ziekte?
• In welke mate spelen sociale factoren een rol bij behandeling?
Thema 1: Cognitieve psychologie
1. Inleiding
• Hedendaagse psychologie sterke invloed van cognitieve psychologie
• Eind ’50: psychologen meer aandacht rol cognities bij ontstaan en instandhouding psy-
klachten
• Nieuwe uitgangspunt: psychopathologie komt voort uit wijze waarop men
informatie(/prikkels/stimuli) selecteert, interpreteert en verwerkt
• Essentie: cognitieve psychologie bestudeert hoe men ‘de wereld’ (en alle prikkels)
waarneemt en verwerkt
– Volgende vragen worden oa gesteld: hoe wordt informatie uit buitenwereld
getransformeerd tijdens de waarneming? Hoe wordt die later weer uit het
geheugen opgeroepen?...
– Cognitieve psy bestudeert mentale activiteiten als waarnemen, geheugen, denken,
emoties, informatieverwerking…
2. Belangrijke termen en concepten
• Cognities:
– De verzameling van mentale processen en activiteiten die gebruikt worden bij
waarnemen, interpreteren, onthouden = ”het denkproces”
– Denken?
- Spreken tegen jezelf
- Soms heel bewust, vaak veel meer automatisch
2
, - Beelden die we over een situatie maken
- Waarden en normen die we hanteren
- Waarneming en de selectie die we daarin aanbrengen
- Bewuste feitenkennis (bv uit het autobiografisch geheugen)
- Interpretaties: betekenis en waarde van prikkels
- Herinneringen, herkenning
• Informatieverwerking: processen die een rol spelen bij de waarneming, de interpretatie,
de opslag en de reproductie van kennis/informatie:
– 3 mentale processen binnen infoverwerking: waarneming, verwerking, geheugen
– Cognitieve psy: bestudeert invloed van informatieverwerking op emoties, gedrag
en fysiologische processen én omgekeerd
• Schema’s: geheugenstructuren waarin relatief stabiele kennisrepresentaties zijn
opgeslagen => het geheel van kennis over een bepaald onderwerp
– Zijn in de loop van het leven gevormd op grond van vroege ervaringen
– Kennis in de vorm van taal, visuele informatie, handelingen, ritme en lichamelijke
sensaties
• Bv schema ‘eten’
– Veel kennis niet in woorden uit te drukken of zelfs onbewust
– Zonder schema’s à geheugen zou bestaan uit losse herinneringen en gedachten,
zonder verband
Schema’s: werking
• Informatie van buitenaf of mentale gebeurtenissen kunnen een schema activeren à
gebeurt automatisch, zonder bewustzijn
– vb.’s nachts geluid horen
• Volgens cogn psy: informatieverwerking wordt gestuurd door onze schema’s:
– Schema’s beïnvloeden welke info wordt waargenomen en welke wordt genegeerd
= perceptie
• Vb. je eigen naam horen op feest à info over jezelf merk je sneller op
• Vb. waarnemen van negatieve info (gebroken bloem in boeket) à
depressie
– Schema’s beïnvloeden hoe de waargenomen info wordt geïnterpreteerd en
verwerkt tot nieuwe betekenissen
• Vb. interpretatie van negatieve info (gebroken bloem in boeket)
• Vb. interpretatie van geeuwen
• Schema’s zijn dus normaal, functioneel en maken onderdeel uit van de G-ketting
3
, Essentie cognitieve psychologie:
Niet de situatie op zich bepaalt wat we voelen, maar de wijze waarop we deze interpreteren
4