Samenvatting Mens en
Maatschappij
Domein Tijd
Inleiding
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen
Mens en Maatschappij
Kinderen verwerven kennis en inzicht in zichzelf, in hun omgeving en in hun relatie tot die
omgeving
Kinderen verwerven vaardigheden om in interactie te treden met die omgeving en worden
gestimuleerd tot een positieve houding ten aanzien van zichzelf en hun omgeving.
Mens en maatschappij is gericht op:
o Het ontwikkelen om te exploreren (basiscompetenties): de nodige inzichten
verwerven om zichzelf, hun omgeving en hun relatie tot hun omgeving te begrijpen,
dat ze vaardig worden om in interactie te treden met die omgeving en dat ze een
positieve houding ontwikkelen ten aanzien van zichzelf en hun omgeving.
o Het ontwikkelen van interesse
o Het ontwikkelen van openheid en respect (basishouding)
o Het ontwikkelen om zelfstandig met informatie te leren omgaan (basisvaardigheden)
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen: domein tijd
Dagelijkse tijd ↔ historische tijd
Historische tijd
Algemene vaardigheden tijd
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen: domein (mens
en) maatschappij
Sociaal-economische verschijnselen
Sociaal-culturele verschijnselen
Politieke en juridische verschijnselen
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen: domein
ruimte
Oriëntatie- en kaartvaardigheden
Ruimtebeleving
Verkeer en mobiliteit
Leerplannen
Het leerplan bevat voor elk domein een specifieke visie, de lijst met doelen en een luik
specifieke pedagogisch-didactische wenken.
, Probleemstellend werken
Opbouw van een les: probleemstellend
werken
Introductie: kort en uit de belevingswereld of de actualiteit
Probleem stellen: Afbakening van het probleem (ev. meerdere problemen), Duidelijke
formulering: vraagvorm of stelling, Meerdere probleemstellingen vanuit eenzelfde intro (kan
soms maar in sommige lessen worden bijkomende probleemstellingen pas in de loop van de
les geformuleerd), Voorstelling (schema of notatie) op bord
Probleem nauwkeurig bekijken: Wat weten we al? Wat weten we nog niet?, Leerlingen
verwoorden het probleem op hun manier, vergelijken met vroeger aangepakt leerstof, eigen
ervaring, ideeën, hypothesen
Op welke manier kunnen we dit probleem oplossen?: Ideeën door de leerlingen (eventueel
gestuurd door de leerkracht) over mogelijke oplossingsstrategieën, Kiezen van meest
geschikte oplossingsstrategie(ën) (meestal gestuurd door leerkracht)
Werken aan de oplossing van het probleem volgens de gekozen strategie(ën): Verschillende
mogelijkheden bv. OLG, doceren, waarnemen, experimenteren, afnemen interview,
raadplegen bronnen, … Indien OLG zijn er synthesemomenten en wordt het bordschema
systematisch opgebouwd. Uiteraard kan een OLG aangevuld worden met het bestuderen van
een bron, atlasoefeningen,…
Leerlingen formuleren hun oplossing(en): Kan aan het einde van de werktijd of tussentijds in
fase 5 tijdens de vorige stap (werken aan de oplossing), Het bordschema is of wordt nu
aangevuld.
Expliciet teruggrijpen naar het uitgangsprobleem: Een eenduidig(e) antwoord/oplossing
formuleren met schriftelijke neerslag (bordschema!) aanvullen vraagstelling), Eventueel
verdiepen en/of verbreden van informatie, (Fase 6 en 7 kunnen overlappen in een les M&M:
noteer dit dan als 1 fase in je LVB), Indien er verwerkingsbladen ingevuld worden kan dit
aangegeven worden onder de noemer verwerking.
Duiding en afronding: Attitudevorming, Maatschappelijke relevantie, Bredere context van het
probleem, Actualiseren/Historiseren, Eventueel vooruitblikken naar verdere lessen die zullen
aansluiten bij het hier behandelde probleem. ≠ ‘Vind je het leuk?’
, Domein tijd
Dagelijkse tijd
Wat is tijd?
Tijd… kun je niet zien
Tijd is abstract, immaterieel is vloeiend en ongrijpbaar
o Alleen in ruimtelijke termen over spreken.
o Tijd in ruimtelijke beelden proberen te vatten.
o Het meten van tijd gebeurt al regel aan de hand van veranderingen in de ruimte.
De subjectieve en objectieve tijd
o Subjectief: tijd kan eeuwig duren ↔ de tijd kan omvliegen
o Objectief: de echte of de ware tijd
In de wetenschap wordt nog een ander onderscheid gemaakt
o Biologische tijd: fysiologische tijdritmes of biologische klokken
Tijd is een ruim begrip
o Heb je even tijd? wat is even?
Ons tijdsbegrip afgeleid van de beweging van de aarde om haar as en om de zon.
We nemen de duur van de omloop van de aarde als meeteenheid.
De aarde draait om haar eigen as = 24 uren of 1 dag.
De maan draait om de draaiende aarde = 29 dagen of 1 maand.
De aarde, met zijn draaiende maan draait om draaiende om de zon = 365 dagen of 1 jaar. Dankzij dit
ritme, objectief en kosmologisch, buiten elke persoonlijke interpretatie om, kan de tijd vastgelegd,
gemeten worden. Ingenieuze voorvaderen bedachten kalenders, zonnewijzers, klokken, … waarmee de
tijdsduur gemeten en afgebakend kan worden.
Het tijdsbesef
Doel
Tijd concreet maken
o Door middel van een klok
Tijd objectief maken via mathematische afspraken
o Bv. 1 uur duurt 60 minuten, 1 minuut duurt 60 seconden
Tijd situeren in de ruimte
o Door middel van het werken met ruimtelijke figuren. Bv. De weekdagen in een cirkel
weergeven, zodat ze weten dat de dagen van een week een cyclisch gebeuren is
Hoe?
Ervaren
Situeren
Oriënteren