Samenvatting Nederlands Lezen
Leesbevordering
Jonge lezers
Jeugdliteratuur maakt jonge kinderen op een leuke manier taalvaardiger, slimmer en brengt
hun vaak ongemerkt veel kennis en sociale en emotionele intelligentie bij.
Goede literatuur zet taal en verhalen in op een manier die je in andere media niet bereikt.
De leesontwikkeling van lagereschoolkinderen
Niet bij alle kinderen aan hetzelfde tempo en verloopt niet hetzelfde
Toch kunnen we spreken over een algemene theorie over de literaire vorming van lezers.
Cognitief maken ze een grote ontwikkeling door:
o Ze leren redeneren en gaan hun verstand gebruiken.
o Ze kunnen ook steeds beter verbanden leggen en leren daarbij rekening houden met
verschillende criteria tegelijk.
o Ze kunnen zich ook steeds beter inleven in het standpunt van de ander en
wisselende posities innemen.
langere boeken met meer personages en motieven
Naarmate het kind ouder wordt, wordt lezen meer een instrument om informatie te
vergaren en te ordenen en een manier om het innerlijke te verkennen.
De meeste realistische verhalen voor kinderen in de
Vanaf een jaar of 9 basisschool spelen in de herkenbare, nabije omgeving van
het gezin, de vriendengroep of de school.
De kinderen beleven dolle of spannende avonturen, vinden
een schat en zetten gemene volwassenen voor schut.
Morele problemen worden belangrijker. In deze fase ontwikkelt het morele besef zich:
o Het oordeel en de autoriteit van de ouders zijn niet langer absoluut.
o Kinderen ontdekken dat niet elke fout bestraft wordt en gaan de grenzen van het
toelaatbare aftasten.
o Regels overtreden en niet betrapt worden is een teken van slimheid ↔ nood aan
een houvast
Ze ontwikkelen ook een sterker metalinguïstisch bewustzijn ze kunnen nadenken over de
taal zelf, wat nodig is om ambiguïteit, woordspelingen en beeldspraak te snappen.
De leesvoorkeuren van kinderen
Een voorkeur voor realistische verhalen vol avontuur, maar ze lezen ook om informatie te
verzamelen en ze appreciëren het als ze in boeken een moreel houvast vinden. Daarnaast
zijn taalhumor en (in een later stadium) allerlei vormen van taalspel in trek.
Voorkeur afhankelijk van
o Leeftijd (zie schoolkindfase), interesse, periode, genre, ...
o Meervoudige intelligentie: ieder kind bezit verschillende (mix van) talenten
Iemand zal zelden alleen het een of het anders zijn, maar veeleer een plezierig soort
mengsel. Relevant is ook dat intelligenties niet vastliggen, maar dynamisch zijn:
zwakke intelligenties kunnen versterkt worden en problemen kunnen op meerdere
manieren worden opgelost.
o Sociale achtergrond: thuissituatie, anderstalige lln, lln uit verschillende culturen
Onderwijs moet intercultureel zijn.
verschillende kinderboeken aanbieden!
, De positie van jeugdliteratuur t.o.v. de media
Oudere media worden niet door nieuwere media afgelost, maar ze beïnvloeden elkaar
wederzijds.
Boeken kunnen aanvullend zijn ten opzichte van tv of film: ze geven lezers onmiddellijker
toegang tot het gedachteleven van personages, omgekeerd is menig literaire klassieker een
nieuwe levenscyclus ingegaan dankzij de bewerking voor andere media.
Ontlezing: minderheid las en leest vrijwillig
Effect van nieuwe media op verschillende vormen van vrijetijdsbesteding niet enkel op het
lezen
Leesbevordering in het lager onderwijs
De literaire analyse
In Leesbeesten en boekenfeesten wordt uit de doeken gedaan op welke vlakken een
schrijver van kinderboeken zich aan zijn doelpubliek aanpast. De tekstkenmerken van
jeugdliteratuur waarin die aanpassingen tot uiting komen vallen onder de elementen van de
literaire analyse:
o Het vertelstandpunt
o De opbouw van het verhaal
o De ruimte
o De tijd
o De personages
o De stijl
o De thematiek
Hier houden auteurs rekening mee met de doelgroep van het boek
Hoe ouder de kinderen, hoe ingewikkelder de verhaallijn.
De complexiteit van boeken
Moeilijke boeken vragen veel inspanning en de inhoud veronderstelt voorkennis van de
lezer.
Er zijn wel methoden ontwikkeld om de leesbaarheid van boeken vast te stellen, maar het
resultaat is niet altijd bevredigend.
o Het bekendst is wel de indeling in AVI-niveaus. Het AVI-niveau geeft echter alleen
informatie over de moeilijkheid op leestechnisch vlak, en niet over de inhoud van
verhalen.
o Boeken kunnen ook als moeilijk ervaren worden omdat ze te nieuw zijn, in de zin dat
ze afwijken van wat de leerling gewend is te lezen. In de beleving van de leerling
zullen complexiteit en nieuwheid dicht bij elkaar liggen; beide maken lezen tot een
inspannende bezigheid.
o Gelaagde betekenissen, open plekken en indirect taalgebruik (ironie, metaforen, …)
maken een boek moeilijker.
o De voorkennis die wordt verondersteld kan de schrijver betreffen, of het genre, of de
culturele context.
o Leeservaringsschaal: De schaal bestaat uit negen dimensies, die elk nog
onderverdeeld zijn in subdimensies. Je kan een verhaal beoordelen met behulp van
alle subdimensies, of je houdt alleen rekening met die subdimensies die voor een
bepaald boek relevant zijn.
Makkelijk (links) moeilijk (rechts)
Lagereschoolkinderen zitten links tot het midden
Adolescenten zitten aan het midden tot rechts
, o De leesLAT drukt de complexiteit van boeken op een andere manier uit. LAT staat
voor de combinatie van Leeservaringsschaal, AVI-niveau en Thema.
Het beoordelen van literaire kwaliteit
De kenmerken van literaire kwaliteit is eigen aan iedere persoon en wordt gebaseerd op
persoonlijke meningen.
Literaire boeken kunnen jongeren aanzetten over zwaardere thema’s na te denken of ze
laten genieten van mooie taal of een bijzonder verhaalpatroon.
Voor het beoordelen van de literaire kwaliteit kan je volgende argumenten aanhalen:
o Realistisch belangrijk dat het overeenkomt het de werkelijkheid, geen vertekend
beeld
o Emotivistisch ‘goed wat het heeft mij geraakt’, identificeren met het
hoofdpersonage
o Moreel niet alles is goed of kwaad, relativeren, waarden en normen in discussie
o Structureel moeilijker qua structuur zijn ook literair hoger, passend bij het verhaal
o Vernieuwend originaliteit van een boek, bv thema waar nog niet zo veel
overgeschreven
o + functies van jeugdliteratuur
De prijzen en de jury’s
Voor volwassenen
o Libris literatuurprijs
o P.C. Hooftprijs
o Nobelprijs voor de Literatuur
Voor kinder- en jeugdliteratuur
o Gouden Griffel, Zilveren Griffel
o Gouden Penseel, Zilveren Penseel
o Boekenleeuw, Boekenpauw
o Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen (wordt uitgereikt door kinderen)
o Woutertje Pieterse Prijs
De literaire competentie
De leesvaardigheid en het leesplezier van de jongeren te vergroten.
Belangrijk daarbij is te beseffen dat boeken niet alleen een didactische, maar ook en vooral
een literaire waarde hebben. Het doel is daarom niet alleen de kinderen met plezier (fictie)
te doen lezen, maar ook om hun literaire competentie te bevorderen. Een literair
competente lezer:
o Geraakt wegwijs in het aanbod aan boeken,
o Heeft inzicht in verhalen en teksten, en
o Kan een boek op zijn waarde beoordelen.
Drie grote doelen
Moeten in de lesvoorbereiding zitten
Onderwijzers kunnen die vaardigheden bij hun leerlingen echter maar alleen ontwikkelen als
ze zelf ook literair competent zijn. Voor hen betekent ‘literaire competentie’ dat ze
o Leerlingen wegwijs kunnen maken in het aanbod aan kinderboeken,
o De leerlingen inzicht kunnen verschaffen in verhalen,
o Boeken kunnen beoordelen.
Lessen rond leesbevordering
De doelstelling van de lessen rond leesbevordering is de literaire competentie van leerlingen
én hun leesplezier vergroten. Hou voor ogen dat je werkt aan de drie doelen:
, o Wegwijs worden in het aanbod van boeken,
o Inzicht krijgen in verhalen en
o Boeken op hun waarde kunnen beoordelen.
o Let wel op: als je een les geeft waarin jeugdliteratuur aan bod komt, hou er dan
rekening mee dat de doelstellingen van je les meer dan de literaire competenties
zijn.
Als er met boeken in de klas wordt gewerkt, moeten de werkvormen ook aansluiten bij de
interesses van de leerlingen: het doel blijft het enthousiasme voor lezen vergroten.
Aandachtspunten bij lessen leesbevordering:
o Leesvoorkeuren
o Anderstalige nieuwkomers en NT2’ers
o Leesklimaat
o ‘Vrij lezen’:
Voor het lezen
Aanbieden: zorg voor een gevarieerd aanbod, richt de boekenhoek
aantrekkelijk in
Kiezen: laat de lln boeken zoeken die hen boeien, elke ll op zijn
tempo; help de ll eventueel: stel vragen en bekijk de boeken samen
Lezen: spreek af dat elke ll ongeveer vijf minuten moet lezen, pas
nadien mogen ze eventueel ruilen
Tijdens het lezen
Sfeer: creëer een rustige sfeer
Timing: waak erover dat elke ll minimum 20 minuten de tijd krijgt,
geef enkele minuten op voorhand aan dat de tijd om is
Ondersteuning: richt je aandacht op lln die niet tot lezen komen:
zoek uit waarom; tracht lln te motiveren
Na het lezen
Laat lln die iets over hun boek willen vertellen aan het woord: dit
werkt leesbevorderend
o Spreken over boeken
Spreken met kinderen over boeken (Aidan Chambers)
Uitgangspunten
Praten over boeken helpt want vergroot het inzicht van de lezer.
Voor een goed gesprek stel je de juiste vragen.
Door te praten over boeken werk je aan de literaire competentie van de leerlingen:
o Wegwijs raken in het aanbod,
o Inzicht krijgen in verhalen,
o Verhalen kunnen beoordelen.
Drie manieren van delen
Delen van enthousiasme: positieve ervaringen uitwisselen