Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Financieel management Human Resource Management (HRM) €5,49   Ajouter au panier

Autre

Samenvatting Financieel management Human Resource Management (HRM)

 50 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Een volledige samenvatting van alle kennisclips, hoor- en werkcolleges van het vak Financieel management.

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 21 juin 2021
  • 34
  • 2020/2021
  • Autre
  • Inconnu
avatar-seller
Samenvatting financieel management
2.1 Het verdienmodel van een organisatie
Wat is een verdienmodel?
- De wijze waarop een organisatie inkomen verwerft dat zij nodig heeft om te kunnen
voortbestaan
➔ Verkoop appels
- Onderdeel van businessmodel: op welke manier wil een bedrijf zich onderscheiden van een
ander?
➔ Type appel, klant, waar het product vandaan komt

Hoe analyseer je dit?
Businessmodel canvas




➔ Allemaal factoren die samenhangen met elkaar waarop een bedrijf zichzelf kan
onderscheiden
➔ Links= productiekant (kosten)
Rechts= klantkant (verdiensten)
➔ Op alle delen letten om te onderscheiden van anderen


2.2 kenmerken van een vitale organisatie
Er zijn 3 kenmerken voor een vitale organisatie
1. Verdient een organisatie genoeg?
➔ Geld verdienen (ook genoeg) voor vandaag en toekomst
➔ Hoe organiseer je dit?

2. Houdt een organisatie voldoende rekening met (financiële) risico’s?
➔ Genoeg verdienen, maar niet in de gaten dat bijv. een concurrent heel snel groeit en jou
kan overvleugelen (= probleem)
➔ Niet door hebben dat een bepaalde klant failliet kan gaan (= probleem; geen geld)
➔ Leverancier: stel bijzondere appelleverancier gaat failliet
➔ Hoe zit het dan met jou product/diensten?

3. Zet een organisatie de beschikbare middelen op een efficiënte, flexibele en duurzame wijze
in?
→ stel mensen in dienst
➔ Maar ik pleeg roofbouw op ze omdat ik ze te hard laat werken
➔ Organisatie niet vitaal (gaat mis)
• Goed voor je resources, leveranciers, mensen en dergelijke zorgen (duurzame
component)

,2.3 verdient een organisatie genoeg
Geld verdienen
2 redenaties
1. Bedrijven zijn afhankelijk van de vraag
➔ Omzet-kosten= winst (= geld verdienen)

2. Bedrijven zijn afhankelijk van de betaling
➔ Inkomsten-uitgaven= geld op de bank

Voorbeeld verkoophuis
Stel: ik koop een huis (kosten)
- Verkoop voor 300.000 duurder
- 3 ton winst
- Alleen als koper huis pas over maanden gaat betalen
- In de tussentijd wel een probleem met inkomen en uitgaven
- Inkomen pas over 3 maanden terwijl ik nog brood op de plank moet krijgen
- In de 2de component een probleem
• Wanneer je niet meer instaat bent om aan je financiële verplichtingen te voldoen
➔ Ga je failliet
➔ Ondanks theorie winst maken
➔ Winst te laat
*geld verdienen: letten op beide componenten

Waarom is winst belangrijk
- In principe leidt winst tot een extra geldstroom naar binnen
➔ Kosten= naar buiten
➔ Meer naar binnen= gunstig
- Dan ben je beter instaat om:
◼ Tegenvallers op te vangen
◼ Om schulden af te lossen → lagere rentelasten in de toekomst
◼ Om in personeel te investeren (opleiden, mogelijkheden)
➔ Op termijn beter bedrijf
◼ Productiemiddelen aanschaffen
➔ Eerst hand, dan machine= voordelig
◼ Om te innoveren

Winst en dividend
Relatie hiertussen
Dividend= vergoeding aan aandeelhouders omdat zij geld ter beschikking stellen (soort rente)
➔ Beloning voor risico dat ze nemen
- Winst geeft ook ruimte om je aandeelhouders tevreden te houden
➔ Investeren bedrijf (aandelen) neem je risico
➔ Zo kan bedrijf meer maken
➔ Dividend beloning voorgenomen risico (meedelen in de winst)
➔ Keer je veel uit dan willen mensen jouw aandeel kopen
Value based management
- Waarde gedreven management
• Ik wil waarde creëren voor mijn aandeelhouders
➔ Meet je door te kijken naar aandelen koers
➔ Aandelenkoers, winst per aandeel
➔ Veel dividend uitkeren, willen veel mensen mijn aandeel hebben
➔ Bij grote vraag stijgt de prijs van aandeel

, ➔ Oftewel aandelen koers
➔ Winststandaard van 5% ophogen naar 6%
➔ Op deze manier dividend koppelen aan winst
- Je zou denken bedrijven streven naar winst (maximaal)
➔ Want dan nog meer investeerders in bedrijf
➔ Nog meer geld

Maar risico’s:
Risico’s van winstmaximalisatie
1. Er is een systematische relatie tussen winst en koersverloop van het aandeel
Vraag: veel dividend uitkeren= stijgen aandeelkoersen
➔ Volgens Wet van de vraag (economisch) wel waar
➔ Maar koers ook van andere zaken afhankelijk
➔ Zo geloven mensen in bedrijven (Tesla bv.) maakte jaren geen winst; toch investeren
(toekomst)
➔ Gebakken lucht verkopen

2. Het leidt tot voortdurende reorganisatie met focus op korte termijn
➔ Als we volgende kwartaal winst willen hebben is reorganisatie van belang
➔ Levert hoop onrust op
➔ Dit telkens weer ieder kwartaal
= geen duurzame organisatie

3. Het leidt tot het nemen van grote risico’s
➔ Managers die hierop worden afgerekend op winstmaximalisatie
➔ Nemen grote risico’s
➔ Toch project hierdoor doen
➔ Kans op 15% winst
➔ Meestal relatie winst – risico dat je loopt
➔ Weinig risico – weinig winstkansen
➔ Veel risico – veel winstkansen
➔ Meer risico gedrag van de directie

Overheden en semi-overheden
- Kunnen niet streven naar winstmaximalisatie
➔ Mogen/ willen ze niet (niet het doel)
- Niet alle organisaties willen winst maken
- Prijs, omzet en kosten zijn NIET leidend
- Maar juist: de aard van de vraag en waarden van de samenleving zijn sturend
➔ Willen wij veilige samenleving
➔ Moet overheid daarop gaan sturen
➔ Niet op geld, kosten, prijs
➔ Maar veiligheid mag een prijs hebben
- Maar overheid kan niet met geld blijven smijten
➔ Waar ze wel op moeten letten:
◼ ‘behoorlijk bestuur’
◼ ‘kostenefficiency’
➔ Tweede kamer die belastingdienst naar voren roept omdat ze geld verspillen
➔ Omzet niet primair, maar wel zorgvuldig omgaan met geïnvesteerde middelen en met de
kosten
➔ Voegen waarde toe aan de samenleving

, 2.4 zijn de risico’s in kaart gebracht
financiële risico’s
- opvangen door buffers aan te leggen
➔ soort reserve kweken

2 begrippen van belang
1. solvabiliteit
= graadmeter om te kijken naar risico’s; buffer
➔ weerstandvermogen (lange termijn)
➔ in staat zijn om schulden te betalen uit eigen bezittingen
➔ ik koop een huis, sluit een hypotheek af
➔ waarde huis groeit en ik inkomen genereer
➔ kan ik hypotheek terugbetalen
➔ lange termijn (lukt niet op korte termijn; kan niet volgende week alles aflossen)

Hoe bereken je deze?
Eigen vermogen (EV)/ vreemde vermogen (VV) x 100%= solvabiliteit

Waarom deze formule:
- bedrijf werkt
- heb je eigen (“geld”) vermogen
- en je leent vaan van banken (vreemd vermogen)
- samen is dat je totale vermogen
- hierin moet balans zitten
bijvoorbeeld: heel weinig EV en leent veel (VV)
➔ anders qua risico dan als je veel EV (40-50%) en leent maar 40% (VV)

2. liquiditeit
= het vermogen op de korte termijn aan je verplichtingen te voldoen

Hoe bereken je deze:
- verschillende ratio’s voor (ratio= verhoudingsgetallen)
➔ wij leren: vlottende activa/ kortlopende schulden
vlottende activa: middelen die je snel om kan zetten in geld
bijvoorbeeld: voorraad van goederen die snel verkopen en dan snel geld
bijvoorbeeld: geld wat je nu al op de bank hebt; snel ter beschikking stellen om kortlopende
schulden weg te werken
• een hoge liquiditeit kan je niet snel falliet gaan
➔ eerder college= je hebt geld!

Niet financiële risico’s
- klanten, WN, interne processen
➔ als je klantengroep hebt waarvan 1 klant wel 80% van je omzet is; groot risico als deze
wegvalt
➔ werknemer: als je afhankelijk bent van 1 of 2 WN die hele specifieke kennis hebben;
risico als ze weggaan
➔ interne processen: stel dat je je organisatie zo hebt ingericht maar dat bepaalde cruciale
punten, dat je die maar niet goed krijgt; risico kan liggen → op letten

• dit goed in balans houden met de financiële risico’s
➔ Balanced Score Card
➔ Uitgebalanceerd: niet alleen geld belangrijk ook de niet financiële risico’s zijn van belang

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur larsteeuwen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67163 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter