Inleiding tot de
vertaalwetenschap
Hoofdstuk 1: Grenzeloze communicatie
1.1. Definitie
De herkomst/etymologie en morfologie van vertalen als 1 e stap naar een definitie
NL ver-taal-en in een andere taal weergeven
- “Ver”: van een substantief en bewegingswerkwoord maken
- “Taal” staat expliciet vermeld in het woord
Bewegingsaspect
DU overzetten
FR overleiden
EN overplaatsen
Vertaling is een proces waarbij een originele tekst in taal 1 vervangen wordt door een andere
tekst in taal 2 (brontekst doeltekst)
Ambigu:
- Vertaling als proces (de activiteit)
- Vertaling als product (het eindresultaat)
Implicatie: vertaling is altijd secundaire communicatie (komt op de 2 e plaats want geen
originele tekst)
2 zienswijzen
- Negatief: inferieure vervanging van de eigenlijke tekst (vergelijking: zoen doorheen een
zakdoek)
- Positief: een manier om toegang te krijgen tot nieuwe ideeën en ervaringen (worden
gezien als bruggenbouwers tussen culturen/ literaturen) (het KALIMA-project: Westerse
werken in het Arabisch vertaald Arabisch in beter daglicht, toegang tot Westerse
werken, …)
1.2. Soorten vertalingen: basisclassificatie
Basisclassificatie van Roman Jakobson
1. Interlinguale vertaling (van tekst 1 naar tekst 2; T1 T2)
2. Intralinguale vertaling (binnen 1 en dezelfde taal bv. van oud-Ned naar nieuw-Ned; T1
T1’)
3. Intersemiotische vertaling (van een tekensysteem naar een ander; S1 S2 bv.
natuurlijke taal, gebaren, geluiden, verkeersbord, boek dat verfilmd wordt, gebarentaal)
1.3. Soorten vertalingen: andere indelingen
Indeling volgens modus: geschreven, gesproken of audiovisueel vertaling (vorm waarin het is
opgesteld)
- Modus 1: gesproken vertaling = tolken
o Etymologie: tolken < RU “interpretatie” – DU “tolken”
1
, o Gelijkenis met geschreven vertaling: brontekst wordt vervangen door doeltekst,
meestal monomodaal (= éénvormig, 1 vorm gesproken taal)
o Verschillen met geschreven vertaling: modus (gesproken), beschikbaarheid
brontekst is permanent (gesproken: brontekst heel even beschikbaar),
corrigeerbaarheid (tolken: direct vertaling bieden), tijdsdruk (tolken:
onmiddellijk), feedback (vertaler krijgt zelden feedback van zijn lezers, fout van
tolk wordt direct opgemerkt door publiek daarom vaak in kotje om nie te veel
afgeleid te worden)
o Soorten gesproken vertalingen (tolken)
Conferentietolken (grote vergaderingen, Europees parlement):
participanten met zelfde status, meestal simultaan (vertalen
tegelijkertijd met de bronspreker), soms consecutief (= opeenvolgend:
consecutieftolk neemt notities van bronspreker en tolk vertaalt dan
langere vergaderingen)
Sociaal tolken: kleinere omgeving, meestal consecutief, natuurlijke
(iemand die beide talen kent) en professionele tolken (soms kind da voor
ouders tolkt); communicatie tussen burgers en officiële instanties
Gebarentaaltolken (een vorm van intersemiotisch vertalen)
- Modus 2: geschreven vertalingen
Algemene vertaling: geen specifieke voorkennis over een domein nodig
Gespecialiseerde vertaling: juridische (wettekst), economische,
technische (handleidingen), wetenschappelijke (o.a. medische sector):
veel voorkennis nodig
Literaire vertaling (epiek, dramatiek, lyriek) (tussen algemeen en
gespecialiseerd)
Indeling volgens hulpbronnen die bij het vertalen gebruikt worden (woordenboeken,
grammatica, …)
o Audiovisuele vertaling
Dubben (cognitief minder belastend, je hoort wel niets van de originele taal,
duur om te maken, woorden moeten overeenkomen, synchronisatie moet
perfect zijn), voice-over (over de stemmen van de spreker) (monomodaal)
Ondertitelen (goedkoop om te maken, cognitief belastend, beeld
beschadigd, verschil open (automatisch) en gesloten ondertiteling (zelf
oproepbaar, lezen gaat niet zo snel als luisteren), boventitelen (bij opera)
(interlinguaal/ bilinguaal) (intermodaal)
Audiodescriptie (voor blinde mensen) (multimodaal)
o Lokalisatie (zero dawn vs. zero dawn)
Culturele vertaling en aanpassingen
Totale aanpassen van het totale product bv. figuurtjes in game aanpassen
Indeling volgens gebruikte hulpbronnen (enkel geschreven vertaling)
o Menselijke vertaling (niets met de computer)
o Automatische vertaling of machinevertaling (controle vertaling overlaten aan het
algoritme)
o Semi-automatische vertaling of computer-assisted translation
Gebruik van online hulpbronnen (woordenboeken, grammatica’s,
encyclopedieën) of vertaalsoftware (vertaalgeheugens (onthoudt je
vertalingen, exact match, fusy match (niet 100% hetzelfde)), termenbanken,
2
, corpora (grote verzamelingen teksten met authentiek materiaal) bv.
linguee.nl)
Post-editen van machinevertalingen (brontekst in machinevertaling en die
nieuwe tekst aanpassen)
1.4. De evolutie van vertalen en vertaalwetenschap
De invloed van vertalen op taal en cultuur door de geschiedenis heen is enorm
Verspreiding van belangrijke religieuze en culturele teksten in Grieks, Latijn en volkstaal
o Eerste belangrijke vertaling: Septuagint (-1ste eeuw; Hebr > Grieks)
o Vanaf 14de E: behoefte aan Bijbelvertalingen in volkstaal (cf. Luther)
o Vertalingen hebben invloed gehad op de ontwikkeling en standaardisering van talen:
o.m. Statenbijbel (1637), Lutherse Bijbel (1522/1534), vertalingen van Dolet (1540)
De voorwetenschappelijke periode van de vertaalwetenschap (voor 1950) is gekenmerkt
door individuele en invloedrijke vertalers die reflecteren op de vertaalpraktijk
Centraal debat: woord-voor-woord (‘letterlijk’) vertalen vs. betekenis-voor-betekenis (‘vrij’)
vertalen
o Standpunten van diverse auteurs en denkers geattesteerd in brieven, voorwoorden
en commentaren bij vertalingen (zgn. parateksten)
Belangrijke opiniemakers in de voorwetenschappelijke periode:
o Hiëronymus van Stridon (4° E): vertaling Septuagint naar Latijn
Luther (16° E): Bijbelvertalingen in volkstalen als wapen tegen de macht van het Vaticaan
Hoewel vertaalpraktijk en vertalers een belangrijke rol gespeeld hebben is
vertaalwetenschap of translation studies als academische discipline pas in de tweede helft
van de 20ste eeuw ontstaan
Volgens Holmes waren er drie grote problemen in de toenmalige vertaalwetenschap:
o Vertaalwetenschappers zijn actief in diverse disciplines
o Er is geen naam voor de discipline
o Er is geen consensus over de aard en de structuur van de discipline
Holmes geeft de discipline de naam Translation Studies en biedt een overzicht over de
soorten vertaalwetenschappelijk onderzoek
1.5. De oorzaak van vertalen
Mensen met verschillende taalachtergronden willen communiceren
Relevante achtergrondkennis is dus:
o Hoeveel talen zijn er (in de wereld, in Europa…)? [Ethnologue]
o Zijn sommige talen ‘belangrijker’? (Institutioneel, ontwikkelend, levensvatbaar,
bedreigd, aan het uitsterven…) [Ethnologue]
o Kunnen we talen in groepen onderverdelen?
1.6. Talen kunnen in families gegroepeerd worden
Germaanse taalfamilie is een onderdeel van de grotere Indo-Europese taalfamilie
Indo-Europese taalfamilie is een van de vele taalfamilies in de wereld.
3
, Hoofdstuk 2: Equivalentie en verschillen in vertaling
1.1. Woord-voor-woordvertaling en equivalentie
Een woord-voor woordvertaling kan wél een equivalente vertaling opleveren, maar zal vaak
niet de meest geschikte vertaalmethode zijn om een equivalente vertaling te produceren
1.2. Genetische verwantschap en equivalentie
Romaanse talen zoals Frans, Italiaans, Spaans... hebben dezelfde "bron" en zijn dan
uitgegroeid tot aparte, op zichzelf staande talen. Ze hebben ongeveer dezelfde manier van
zinnen opbouwen en bezitten ook vaak woorden die dichter bij elkaar aansluiten. Het is dan
makkelijker om het formeel-correspondentieprincipe toe te passen aangezien je sneller
woord per woord zal kunnen vertalen doordat de talen dezelfde zinstructuren hebben
Een formeel-correspondente vertaling ligt meer voor de hand bij genetisch verwante talen
Talen kunnen onderverdeeld worden in taalfamilies. Een van de taalfamilies is de Germaanse
taalfamilie
o Germaanse taalfamilie is een onderdeel van de grotere Indo-Europese taalfamilie
o Indo-Europese taalfamilie is een van de vele taalfamilies in de wereld
1.3. Belang van equivalentie voor vertaler
Ze gebruiken de term om de gelijkwaardigheid tussen een brontekst en een vertaling te
beoordelen
De boodschap moet vertaald worden en niet woord per woord, letterlijk
1.4. Equivalentie hangt af van de context
Wat equivalent is in de ene context hoeft niet equivalent te zijn in de andere
o Linguïstische context: welke woorden staan bij elkaar in de zin? Bv. execute >
executeren / uitvoeren
o Referentiële context: naar welke buitentalige feiten verwijst het woord?
o Culturele context: welke culturele betekenis heeft een bepaald feit waarnaar
verwezen wordt?
1.5. Absolute equivalentie bestaat niet
Koller maakt een onderscheid tussen verschillende soorten equivalentie
o Denotatief (referentieel): referentiële waarde
o Connotatief: gevoelswaarde
o Pragmatisch: effect op doelpubliek
o Tekst-normatief: tekstconventies
o Formeel-esthetisch: ritme, rijm, vorm, typografie
1.6. Absolute equivalentie
4