Samenvatting Nieuw Nederlands formuleren en werkwoord spelling
17 vues 0 fois vendu
Cours
Nederlands
Type
VWO / Gymnasium
Dit document bevat een goede samenvatting van de onderdelen formuleren (aantrekkelijk en correct formuleren) en werkwoord spelling van de methode Nieuw Nederlands voor vwo 5 en 6.
Samenvatting leesvaardigheid (algemene theorie) formuleren (correct en aantrekkelijk
formuleren) en werkwoord spelling
Leesvaardigheid samenvatting
Leesstrategieën:
- Oriënterend lezen:
onderwerp vaststellen - snel bepalen of een tekst bruikbaar of interessant is
- Globaal lezen
deelonderwerpen vaststellen
- Intensief lezen
de tekst helemaal goed begrijpen - de hoofdzaken van de tekst vinden
- Zoekend lezen
bruikbare info vinden
- Kritisch lezen
de betrouwbaarheid van de informatie en de argumentatie in een tekst beoordelen
- Studerend lezen
de inhoud van een tekst onthouden
Schrijfdoelen
- Amuseren= de auteur wil zijn lezers vermaken door iets te vertellen wat leuk,
spannend aangrijpend of interessant is, vb: romans, verhalen, gedichten
- Informeren= de auteur wil kennis overbrengen op zijn lezers. Hij legt iets uit, hij
beantwoordt een vraag, hij draagt oplossingen aan voor een probleem of hij geeft
een historisch overzicht van iets, vb: uiteenzetting, handleiding, recept, folder
- Opiniëren= beschouwen= de auteur geeft de gelegenheid zich een mening te
vormen over een onderwerp. Hij geeft bijv. de voor- en nadelen van een verschijnsel,
verschillende meningen van deskundigen en betrokkenen over de kwestie, de
oorzaken en gevolgen van het probleem, verschillende oplossingen en de voor- en
nadelen van die oplossingen, vb: beschouwing, essay, recensie, verslag
- Overtuigen= de auteur wil dat de lezers zijn mening (standpunt) over een bepaalde
kwestie overnemen. Hij geeft argumenten voor zijn standpunt en weerlegt soms
tegenargumenten, vb: betoog, ingezonden brief, column
- Activeren= de auteur wil de lezers ertoe aanzetten iets te gaan doen, vb:
reclamefolder, brochure, advertentie, affiche/poster, flyer
De bovenstaande genoemde voorbeelden heten tekstvormen
Tekstopbouw
- Inleiding: eerste, twee a drie alinea’s meestal, geeft aan wat ow van de tekst is,
inleiding trekt de aandacht van de lezer met behulp van de actualiteit, gs, anekdote,
vb of het belang van de lezer
In beschouwing: staat er ook een vraagstelling of probleemstelling
In betoog: staat in de inleiding vaak de stelling (standpunt, mening) die de schrijver
verdedigt, is ook hoofdgedachte, soms als vraag
- Middenstuk: diverse aspecten van ow: deelonderwerpen. Denk aan gevolgen,
voordelen, oplossingen. Om vast te stellen bij welke alinea elk van de
, deelonderwerpen begint, gebruik je de aanwijzingen in de tekst, zoals structurerende
zinnen, alineaverbanden, signaalwoorden en typografische kenmerken (witregel enz)
- Slot: laatste alinea(s). Vaak bevat het slot de conclusie van de tekst, dat is dan
hoofdgedachte.
Soms bevat het slot een sv, aanbeveling, aansporing, afweging (voor- en nadelen) of
toekomstverwachting
Hoofdgedachte vinden:
In inleiding, bij een betoog is de stelling (standpunt, mening)=hoofdgedachte
In slot, conclusie= hoofdgedachte
Bij uiteenzetting vaak constatering
Bij beschouwing vaak meestal dat er meer oplossingen/antwoorden/meningen enz. over het
ow (mogelijk) zijn
Tekststructuren
Argumentatiestructuur
Inleiding: stelling, standpunt (evt. als vraag)
Middenstuk: argumenten voor de stelling
tegenargumenten (+weerlegging)
Slot: herhaling stelling (of beantwoording vraag)
Aspectenstructuur
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse aspecten van het ow
Slot: samenvatting
Probleem/oplossingstructuur
Inleiding: probleem
Middenstuk: gevolgen (wrm is het een probleem?)
oorzaken
oplossingen
Slot: de beste oplossing/samenvatting/aanbeveling
Verleden/heden(/toekomst)structuur
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: situatie vroeger
situatie nu
Slot: conclusie of situatie in de toekomst
Voor- en nadelenstructuur
Inleiding; vraag of stelling
, Middenstuk: voor- en nadelen
Slot: afweging, conclusie
Vraag/antwoordstructuur
Inleiding: vraag
Middenstuk: antwoord(en)
Slot: samenvatting of conclusie
Niet elke tekst kun je benoemen als beschouwing, betoog of uiteenzetting. Er bestaan ook
mengvormen van tekstsoorten
Bij een mengvorm van tekstsoorten heeft de schrijver meer dan één schrijfdoel. Hij wil zijn
lezers bijv. niet alleen overtuigen, zoals bij een betoog, maar probeert zijn publiek ook aan
het denken te zetten, zoals bij een beschouwing, of te informeren, zoals bij een uiteenzetting
Bij een mengvorm van tekstsoorten gaat het meestal om twee tekstsoorten, waarvan er een
overheerst, zoals een betogende tekst met beschouwende elementen
Als je een tekst moet beoordelen, let je op de auteur, de publicatie plaats, de actualiteit van
de tekst, de gebruikte bronnen, de objectiviteit, de correctheid van de argumentatie
Auteur:
- Wie is de auteur
- Geeft de tekst info over zijn opleiding of werkkring?
- Kun je daaruit afleiden of hij een autoriteit is op het gebied waarover hij schrijft
Publicatieplaats (bron):
- In welk (dag)blad of tijdschrift of op welke website is de tekst verschenen?
- Op welk publiek is de bron gericht?
- Welke conclusie kun je daaraan verbinden?
Actualiteit:
- Wanneer is de tekst geschreven?
- Is de info in de tekst nog actueel of is ze misschien achterhaald doordat er inmiddels
nieuwe gegevens of andere inzichten zijn?
Gebruikte bronnen:
- Noemt de auteur zijn bronnen (personen, artikelen, onderzoeken)? Zo ja, welke?
- Zijn de door de auteur geraadpleegde personen deskundig?
- Zijn de door de auteur geraadpleegde bronnen betrouwbaar?
Objectiviteit (alleen bij beschouwingen):
- Is de informatie niet eenzijdig?
- Gaat de auteur behalve op de voordelen ook in op de nadelen?
- Besteedt hij aandacht aan alle oplossingen of legt hij het accent op één oplossing?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur robindekker5. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.