Actie en verandering
Hoofdstuk 1: Sociaal werk, verandering, agogisch werk
Sociaal werk = Op praktijk gebaseerd beroep en academische discipline dat sociale veranderingen
en ontwikkelingen promoot, maar ook sociale samenhang (samenhorigheid), sterker maken
(kracht) en de vrijheid van de mens. Het principe van sociale rechtvaardigheid, menselijke rechten,
respect voor diversiteit en collectieve verantwoordelijkheid staan centraal. Dit is onderbouwd door
de theorieën van sociaal werk en sociale wetenschappen, menselijkheid en inheemse kennis.
Sociaal werk zet mensen en structuren aan om welzijn te verbeteren en levensveranderingen aan
te gaan.
Veranderingen -> bewust of onbewust
Agogie, agogisch handelen = Bewust en doelgericht handelen, begeleiden van
veranderingsprocessen
Agogiek = bestuderen van veranderingsprocessen en de beïnvloeding ervan op wetenschappelijke
manier
BOUVERNE-DE BIE: agogie= ‘het geheel van interventies gericht op het ondersteunen van
individuen en groepen in hun sociale en culturele ontplooiing’
Agogie en professionaliseren gaan hand in hand
Professionalisering = proces gekenmerkt door :
- Differentiatie : beroepen worden afgebakend en gestandaardiseerd.
- Institutionalisering: vast patroon van handelen, vaste werkwijze, vaste opleidingen
- Legitimering : maatschappelijk erkend worden, geloof in professionals
Intuïtie = Buikgevoel = tussen voelen en denken
<-> Methodisch werken = op een doelgerichte en bewuste manier aan veranderingen werken,
nadenken over beginpunt, doel en middel = tussen theorie en praktijk
Methodiek = samenhangend geheel van :
- Een mens- en maatschappijvisie
- Een rechtvaardiging van deze visie
- Doelstellingen
- Methoden of middelen
- Resultaten van wetenschappelijk onderzoek op deze gebieden
Voorbeelden van methodiek in sociaal werk : systeemdenken, bemiddeling…
Methode = concreter dan een methodiek, focust meer op hoe en de tussenkomst
Werkvorm = technisch en concreet, hoe je tewerk gaat
Professioneel werken veronderstelt een:
- doelbewuste
- systematisch
- planmatige
- procesmatige aanpak die verantwoord kan worden.
Yola Van Assche 2018 - 2019 Pagina 1 van 6
, Van intuïtie naar protocollering. Veel methoden zijn gegroeid uit een buikgevoel naar een
gestandaardiseerde methode.
Evidence-based sociaal werk =
- Alleen interventies mogen ingezet worden die hun nut al bewezen hebben
- Gebruik maken van resultaten uit wetenschappelijk onderzoek
- Soms moeilijk tot niet meetbaar vb.: depressie -> meerdere factoren beïnvloeden het
Consistentie = innerlijke samenhang tussen denken en doen, persoon en werk
Authentiek = Jezelf zijn
Hoofdstuk 2 : Wat is een probleem?
Referentiekader : Iedereen kijkt door een persoonlijke bril, dit is onvermijdelijk maar moeten
we bewust van zijn.
Wat is een probleem is? Voor iedereen verschillend. => beïnvloedende factoren : primaire (kan je
bijna niet veranderen) en secundaire factoren (deels in de hand).
Primaire factoren : geslacht, land van herkomst, leeftijd, erfelijkheid, tijd, maatschappelijke klasse
Secundaire factoren : opleiding, werk, vrienden, inkomen, levensstijl
Socialisatie = Primaire en secundaire factoren bepalen, onbewust en bewust, hoe je de wereld
ziet.
Paradigma = Wetenschappers bestuderen wereld vanuit een bepaalde kijk op de werkelijkheid.
Ook waarden en normen beoefenen een belangrijke invloed uit op je visie.
Vb.: Norm = hand geven
Waarde = respect tonen
Het is bepaald door je referentiekader en verandert doorheen de tijd.
Normatieve reflexieve professionaliteit
Sociaal werk is geen exacte wetenschappen
Normatief = belang die waarden en normen hebben in sociaal werk.
Professionaliteit = dingen kennen, kunnen, mogen doen (waarom reageer je op die manier),
houding (respectvol)
Reflexiviteit = verwant met reflectie (= nadenken over wat je doet, hoe je je voelt en waarom je zo
reageert). Reflexiviteit = is open staan voor de ander en jou door die ander laten beïnvloeden.
Vorm van wederkerigheid.
Yola Van Assche 2018 - 2019 Pagina 2 van 6