Samenvatting sociaal overleg en conflicthantering
Inhoud
1. Vakorganisaties voor werkgevers en werknemers ....................................................................... 2
1.1. Sociaal overleg in België .............................................................................................................. 2
1.2. Historiek van sociaal overleg ....................................................................................................... 2
1.3. Vakorganisaties voor werknemers in België ............................................................................... 2
1.4. Internationale vakorganisaties voor werknemers ...................................................................... 5
1.5. Vakorganisaties voor werkgevers................................................................................................ 6
2. De overlegorganen op nationaal, sectoraal en bedrijfsvlak ......................................................... 7
2.1 Interprofessionele en sectorale overlegorganen ........................................................................ 7
2.2 Overlegorganen op bedrijfsvlak .................................................................................................. 8
3. De cao : begrip, inhoud en draagwijdte ....................................................................................... 15
4. De oorzaak en aanpak van arbeidsconflicten .............................................................................. 16
4.1. Constructief sociaal overleg ...................................................................................................... 16
4.2. Staking ....................................................................................................................................... 17
4.3. Acties buiten staking ................................................................................................................. 20
4.4. Uitsluiting of Lock-out ............................................................................................................... 20
4.5. Middelen ter voorkoming of oplossing van arbeidsconflicten.................................................. 21
4.6. De toekomst van het sociaal overleg ........................................................................................ 22
5. Conflict .......................................................................................................................................... 23
5.1. Ontwikkeling.............................................................................................................................. 24
5.1.1. Robbins & Quinn (’97 – ‘98) .................................................................................................. 24
5.1.2. Glasl (’79) ............................................................................................................................... 24
5.2. Visies op conflicten .................................................................................................................... 25
5.3. Oorzaken ................................................................................................................................... 25
5.4. Soorten conflicten ..................................................................................................................... 26
5.5. Conflictaanjagers en -remmers ................................................................................................. 27
6. Conflicthantering : stijlen, bemiddelen en onderhandelen ........................................................ 28
6.1. Conflicthanteringsstijlen............................................................................................................ 28
6.2. Interventie door 3de partij ........................................................................................................ 29
6.3. Onderhandelen.......................................................................................................................... 30
6.4. Intergroepsconflicten ................................................................................................................ 34
1
Yola Van Assche 2020 - 2021
,Sociaal overleg
1. Vakorganisaties voor werkgevers en werknemers
1.1. Sociaal overleg in België
Overleg tussen sociale partners (vakorganisaties) op nationaal, regionaal en sectoraal niveau en op
ondernemingsniveau.
Doel: zorgen voor stabiel sociaal klimaat dat tevredenheid en motivatie schept bij werknemers en dat
positieve context creëert voor werkgevers.
3 sociale partners:
- Overheid
- De vakbonden
- De werkgevers(-organisaties)
Maar niet in elk overleg een belangrijke rol. Overheid speelt belangrijke rol op interprofessioneel
niveau, maar niet op bedrijfsniveau.
Op bedrijfsniveau: vakbonden en werkgevers.
1.2. Historiek van sociaal overleg
Eerste helft 19de eeuw: sociaal overleg is onbestaand!
Vanaf 1860 : eerste vakbewegingen (Wg behandelt ons slecht dus we gaan ons verdedigen om
arbeidsomstandigheden te verbeteren)
Richten weerstandskassen op: Wn’s richten kas op zodat als iemand ziek wordt krijgt die geld uit die
kas.
• na WO1 : 2 wetten vormen de basis van sociaal overleg
→ Opheffen stakingsverbod: eerste wet waar mensen recht hebben om te staken en hiervoor
niet strafbaar zijn.
→ Vrijheid van vereniging: 2de wet die zegt dat mensen wel mogen verenigen en samenkomen
om te strijden tegen iets.
→ 1944 : Sociaal pact: basis van sociale zekerheid en collectieve arbeidsbetrekkingen in België.
Ze evolueren van tegenstrevers naar ‘sociale partners’. Ze spreken af samen te werken,
beslissen over wederkerige rechten en plichten en erkennen elkaar.
• Na WO2 :
→ Ontstaan van 3 overlegorganen op bedrijfsniveau nl. ondernemingsraad, preventiecomité en
syndicale afvaardiging.
1.3. Vakorganisaties voor werknemers in België
Vakorganisatie = vereniging van werkgevers of werknemers met als doel de beroepsbelangen van de
leden te verdedigen.
De werkgevers- en werknemersvertegenwoordiging zijn georganiseerd in vakorganisaties.
2
Yola Van Assche 2020 - 2021
,De aansluiting is vrij, zowel voor WG als WN’s! MAAR voor eigen gemak is het gemakkelijker om bij
vakbond te zitten bvb. als je werkloos wordt kan vakbond jou je werkloosheidsuitkering te geven.
8 Kenmerken van hoe vakbonden georganiseerd zijn:
• Vrijheid : vrij om zich aan te sluiten.
• Gebrek aan rechtspersoonlijkheid: je kan de vakbonden niet aanklagen als persoon. vb. voor
schade bij staking kan je hun niet aanklagen. (anders zou stakingsrecht worden aangetast omdat
ze daardoor minder snel durven staken)
• Functionele rechtspersoonlijkheid: zo kunnen ze cao’s afsluiten en zetelen in rechtsbanken… ->
enkel toegekend aan representatieve vakorganisaties.
• 3 Representatieve vakorganisaties: wet erkend maar 3 vakbonden (ACV, ABVV, ACLVB) ! DUS als
je een eigen vakvereniging opstarten je wil mee onderhandelen over cao in je bedrijf, kan dit
niet, want je bent door de wet niet erkend als vakbond.
• Pluralistische syndicalisme: meer bevoegdheden voor de vakbonden vb. werkloosheidsuitkering
geven
• Industrieel syndicalisme: vakbonden zijn doorgaans per bedrijfstak georganiseerd. Vb. transport,
textiel, social profit…
• Hoge syndicalisatie-graad: veel werknemers, gepensioneerde en werklozen zijn aangesloten bij
een vakbond.
• Hoge graad van institutionalisering: volgens strikte regels en wetten geregeld.
ABVV = Algemeen Belgisch Vakverbond HB P 16 - 17
Socialistische vakbond (rood)
➔ Gedecentraliseerde structuur : beheer van stakingskas bevindt zich
binnen centrales, waardoor zij autonomer kunnen beslissen om te
staken en stakingsgeld uit te betalen.
- Bestaat vanaf 1898 en noemt ABVV vanaf 1945
- 2delig georganiseerd:
o 7 sectorgebonden vakcentrales
o 3 intergewestelijken die leden volgens federale structuur van Belgische Staat
groeperen.
- 18 gewestelijke afdelingen die leden per streek groeperen.
- Voorzitter: Thierry Bodson
- Algemeen secretaris : Miranda Ulens
7 vakcentrales:
1. Algemene centrale (AC)
2. Centrale metaalindustrie(CMB)
3. ABVV textiel, kleding en diamant
4. Centrale voeding, horeca, diensten
5. Belgische transportarbeidersbond (BTB)
6. Bond der bedienden, Technici en Kaders van België (BBTK)
7. Algemene centrale der openbare diensten(ACOD)
https://www.abvv.be/
3
Yola Van Assche 2020 - 2021
, ACV = Algemeen Christelijke vakbond (groen) HB P 13 - 15
➔ Grootste vakbond in België
➔ minder geneigd om deel te nemen aan toekomstgericht project, meer
gericht op het behoud van oude zekerheden.
➔ Gecentraliseerde structuur
- Opgericht in 1912
- 2 wijzes georganiseerd (pijlers): beroepscentrales (waar ze werken) en gewestelijke
vakbonden (waar ze wonen).
- Voorzitter: Marc Leemans.
11 sectoren:
- ACV-metaal
- ACV-bouw en industrie
- ACV-energie chemie
- ACV-textura
- ACV-transcom
- ACV-voeding en diensten
- LBC-NVK
- CCOD = christelijke centrale van openbare diensten
- COC = christelijke onderwijscentrale
- COV
- Sporta-vsb
https://www.hetacv.be/
ACLVB = Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België HB P 18
Liberale vakbond (blauw)
➔ Zeer sterk gecentraliseerde structuur
- Eerste liberale vakbond einde 19de eeuw en na WO2 ACLVB
- 100 secretariaten
- Per sector georganiseerd
- Personeel van overheidsdiensten is aangesloten bij VSOA (= Vrij syndicaat voor het openbaar
Ambt) , die aangesloten is bij ACLVB.
- Voorzitter: Mario Coppens
https://www.aclvb.be/nl
Sociale verkiezingen
• Om de 4 jaar te organiseren door de werkgever
• Eerstvolgende : mei 2020 , uitgesteld tot november 2020 door Corona
• Loodzware administratieve procedure voor HR : start al in dec. 2019 !
• Nieuwe wet mbt de sociale verkiezingen van 30/4/2019:
➢ Meetellen uitzendkrachten – aanleggen register
➢ Alle uitzendkrachten die in de periode die loopt van 6 maanden voorafgaand aan de
maand waarin dag X (90 dagen voor de verkiezingsdag) valt tot dag X minstens 3
4
Yola Van Assche 2020 - 2021
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Yolava. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.