Orthopedagogie: Woordenlijst
- Studieomvang: 4 studiepunten
- Docent: Wille Dirk
- Groep: OTP-1C@S1
- Leerstof: Cursus Orthopedagogie + PPT
1. Werken met mensen: grondhouding
Professor in de orthopedagogiek (1929) en een belangrijke
grondlegger. Zijn bekenste werk ik het het herstel van het
Ter Horst gewone leven. Hierbij gaan we bekijken bij een POS en VOS
of het alledaagse leven in orde is. Hij vertelt ons dat het
gewone een voorwaarde is voor het bijzondere.
De opvoeding gebeurd in samenspraak (dialoog). Dit wilt
zeggen dat de opvoeding niet in relatie tussen het kind en de
Tweevoudig (dubbel)
opvoeder gebeurd. Het doel is om het dialoog te bevorderen
dialoog
tussen cliënt en dichte omgeving (nu) en cliënt en volle
werkelijkheid (toekomst).
Dia Uiteen, dwars doorheen.
Logos Woord.
Logein Spreken.
POS Problematische Opvoedingssituatie.
VOS Verontrustende Opvoedingssituatie.
- Unieke persoonlijkheid
Grondhouding van de - Verwachtingen
opvoeder – begeleider - Wat is er nodig
- Wat kan (niet)
1. Liefhebben
2. Overschot
Basishoudingen 3. Bijtanken
4. Openheid
5. Intentionaliteit
- A priori vraag
- Liefde is gratig
Liefhebben - Liefde is onvoorwaardelijk
- Liefde is helderziend
- Kringsgewijs
1
, - Vitaliteit
- Levenskracht
Overschot
- Openstellen
- Zelfreflectie
- Praten
- Rollen wisselen
Bijtanken - Vakantie nemen
- Sleur doorbreken
- Nieuwe info opnemen
- Noden
- Wensen
- Mogelijkheden
Openheid - Emotioeneel beschikbaar
- Tekort aan vitaliteit = tekort aan openheid
- Eigen pedagogische vooroordelen
- Geen vooroordelen
1. Autoritair (opvoeder gebiedt, kind gehoorzaamt)
2. Anti-autoritair (ik weet niets, ik verbied niets)
3. Politiek (maatschappelijk)
Begeleiders
4. Godsdienstig (bekeren)
5. Technicus (gewoon een kwestie van…)
6. Intuïtief (ik doe wat mijn hart zegt)
- Afstemmen op elkaar
- Ondubbelzinnige signalen
Intentionaliteit
- Initiatief nemen
- Hulpvraag opmerken
1. Levensverhaal (moeilijkheden, belang)
2. Eigen waarden (belangen, waarden)
Verbonden met
3. Dromen en idealen (veranderen, droom)
zichzelf en jou
4. Kwaliteit, allergie, valkuil en nood (sterkte, kwaliteit)
5. Denken en voelen (gevoel, gedachten)
- Dialoog
- Woorden
Menselijk contact
- Dialogische grondvormen
- Bewust en gericht
1. Afstand – nabijheid
Polariteiten 2. Openheid – geslotenheid
3. Houvast – ruimte
Dialogische
1. Aanraken (veiligheid, bewust, doseren, tast)
2
, 2. Verzorgen (zorg dragen, verzorgd worden)
3. Spelen (ontspannen, elke leeftijd, iets doen)
4. Eten en drinken (genieten, samen zijn, ontmoeting)
5. (feest)vieren (gewone doorbreken, elke cultuur)
grondvormen 6. Erop uittrekken (ervaringen, mogelijkheden, talent)
7. Werken (opknappen, sfeer, zelfbewust)
8. Leren (vaardiger, doel, kennis, perspectief)
9. Praten, luisteren (relatie, humor, geheel, situatie)
- Objectiveren
- Perspectief nemen
- Methodisch werken
- Deskundigheid inzetten
- Onkunde toegeven
Afstand - Eigen nood erkennen
- Mandaten en verantwoordelijkheden
- Hoofd koel houden
- Betrouwbaar zijn
- Stabiel blijven
- Overzicht bewaren
- Betrokkenheid
- Aandacht
- Liefde
- Medeleven
Nabijheid - Empathie
- Inzet
- Begrip helpen
- Beschikbaarheid
- Bereidheid
-
- Intentionaliteit
- Op de ander gericht
- Discretie
Openheid - Selectief
- Risico’s
- Rogers: congruente houding, echtheid, respect, acceptatie
- Cohn: selectieve authenticiteit, wat wel en wat niet
Geslotenheid
- Zelfonthulling
- Congruentie
- Authenticiteit
- Dienstbaar
- Te verantwoorden
Houvast
- Veiligheid
3