Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bestuurlijke kaart van Nederland €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bestuurlijke kaart van Nederland

 205 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting Bestuurlijke kaart van Nederland

Aperçu 3 sur 31  pages

  • Oui
  • 19 novembre 2014
  • 31
  • 2013/2014
  • Resume
avatar-seller
De bestuurlijke kaart van Nederland.

Hoofdstuk 1: Bestuurlijke kaart van Nederland.

§1.1: Wat is openbaar bestuur?
Overheid wordt vaak als synoniem genoemd van openbaar bestuur. Het probleem is dat er
verschillende uitgangspunten kunnen worden gebruikt om de werkelijkheid om ons heen in
te delen. Zo kan een grens worden getrokken op basis van het voorvoegsel “openbaar”.
– Juridisch gezien zouden we alle organisaties met publieke bevoegdheden openbaar
kunnen noemen, zoals de regering en de politie.
– Vanuit een andere juridische invalshoek kan onder “openbaar” de publiekrechtelijke
vorm van een organisatie worden verstaan.
– Een andere benadering van “openbaar” is een economische: openbare organisaties
verkrijgen hun inkomsten uit belastingen, private organisaties door goederen en
diensten op de markt te verkopen.
Uit het voorgaande blijkt dat wat tot het openbaar bestuur wordt gereend, afhangt van de
gekozen invalshoek. Bovendien moet worden bedacht dat het openbaar bestuur
voortdurend aan veranderingen onderhevig is.

Het Nederlands openbaar bestuur heeft een aantal kenmerken waarin het zich
onderscheid van bestuursstelsels in andere landen.
– Nederland is een constitutionele monarchie.
– Nederland is een rechtsstaat: overheidshandelen is onderworpen aan de regels
van het recht (legaliteitsbeginsel).
– Nederland kent een gedeeltelijke scheiding der machten (uitvoerend, wetgevend,
rechtsprekende macht).
– Nederland heeft een scheiding van kerk en staat.
– Nederland heeft een parlementair stelsel → bevolking kiest rechtstreeks het
hoogste besluitvormende orgaan (tweede kamer)
– Ministeriële verantwoordelijkheid: ministers zijn verantwoordelijk, ook voor het
optreden van het staatshoofd en voor het doen en laten van de rijksambtenaren.
– Vertrouwensregel: ministers worden geacht af te treden zodra zij het vertrouwen
van de volksvertegenwoordiging verloren hebben.
– Dualistisch: volksvertegenwoordiging is onafhankelijk van de regering en de
ministers kunnen geen deel uitmaken van de Staten-Generaal.
– Evenredige vertegenwoordiging: een aantal zetels voor een partij is in
overeenstemming met de aanhang van die partij onder de bevolking.
– Gedecentraliseerde eenheidsstaat. Enerzijds is er sprake van een rijksoverheid
die allerlei zaken aan lagere overheden kan opleggen. Anderzijds zijn allerlei taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden overgedragen aan lagere overheden.
– Constitutioneel hof is in Nederland niet aanwezig, zodat er geen onafhankelijke
rechterlijke instantie is die wetten toetst aan de Grondwet.
– Nederland kent niet de juryrechtspraak.
– Nederland kent een omvangrijk functioneel bestuur: bestuursorganen die, anders
dan de drie territoriale bestuurslagen Rijk, provincie en gemeente, een beperkt,
wettelijk vastgeld takenpakket hebben → waterschappen, bedrijfslichamen.

De Nederlandse bestuursstijl is te karakteriseren met behulp van de “zes co's”: coalitie,
collegialiteit, compromis, consensus, coöptatie en coöperatie.

,Hoofdstuk 2: De Nederlandse staat.
Het begrip 'staat' is lastig te omschrijven, 4 kenmerken:
– Er is sprake van een specifiek grondgebied (een territorium)
– Er is een bevolking
– Er is een wettelijke ordening en er is een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend
de wet- en regelgeving kan handhaven.
– Een staat is erkend door andere staten.

Sinds 2010:
– Curaçao en Sint Maarten status van land binnen het koninkrijk der Nederlanden
– Bonaire, Saba en St.-Eustatius hebben gekozen voor een intensievere band met
Nederland en hebben de status van 'openbaar lichaam' gekregen → soort
gemeentefunctie.
Nederlandse staat → alleen Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

Constitutionele Monarchie: staat waarin het koningschap verankert is in een constitutie →
geschreven (grondwet) en ongeschreven regels met betrekking tot de organisatie van een
staat.

§2.1: Parlementair stelsel.
Nederland is een democratie waarin de bevolking van achttien jaar en ouder haar hoogste
besluitvormende orgaan kiest: de Tweede Kamer → kern parlementair stelsel. Stelsel
kent twee principes:
– Ministeriële verantwoordelijkheid: Koning onschendbaar, ministers
verantwoordelijk.
– Vertrouwensregel: Kabinet moet het vertrouwen van een meerderheid in de
Tweede Kamer hebben. → verlies van vertrouwen door middel van motie van
wantrouwen.

§2.2: Rechtsstaat
De Nederlandse staat is onderworpen aan de regels van het recht → rechtsstaat.
Kenmerken rechtsstaat:
– Al het overheidshandelen dient te zijn gebaseerd op bevoegdheden die zijn
vastgelegd in wetten.
– Er dient sprake te zijn van een machtenscheiding in de staat → Trias Politica →
Montesquieu → wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
– Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen.
– Het bestaan van grondrechten zoals het recht op vrijheid van meningsuiting, gelijke
behandeling en de vrijheid van godsdienst.
– Het bestaan van vrije en onafhankelijke media (persvrijheid).

§2.3: Een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
De term gedecentraliseerde eenheidsstaat is op het eerste gezicht tegenstrijdig →
decentralisatie heeft namelijk betrekking op de overdracht van taken en bevoegdheden
aan lagere rechtsgemeenschappen of bestuurslagen. Een eenheidsstaat wijst
daarentegen op samenhang en coördinatie die centraal worden opgelegd. Dat
veronderstelt eenvormigheid van wet- en regelgeving.

Gemeenten en provincies hebben eigen bevoegdheden met betrekking tot de taken op
hun grondgebied → zelfstandig en op eigen initiatief regels vaststellen →
rechspluralisme. Deze eigen bevoegdheid van provincie en gemeente wordt autonomie

, genoemd.

Medebewind: gemeenten zijn verplicht om bestemmingsplannen op te stellen.

Autonomie en medebewind bepalen de decentralisatie in onze eenheidsstaat → principe
van de eenheid is uitgewerkt in het zogenoemde toezicht. Overheid kan alle besluiten van
lagere overheden vernietigen indien in strijd met de wet- en regelgeving.

Huis van Thorbecke.
– samenwerking in de vorm van een duidelijke taakverdeling tussen de bestuurslagen
levert soms belangrijke voordelen op.
– Samenwerking is ook gewenst omdat lagere bestuurslagen en met name
gemeenten vaak beter weten wat de problemen op lokaal niveau zijn en waaraan
hun inwoners behoefte hebben.
– Vele problemen waarmee 'overheden' te aken hebben, beperken zich niet tot hun
eigen grondgebied, zoals op het terrein van het verkeer en vervoer.

Territoriaal bestuur → algemeen bestuur → rijk, provincies en gemeenten.
Functioneel bestuur: bestuursorganen met een beperkt, in weten vastgelegd takenpakket.
(politie, waterschappen, productschappen).

Hoofdstuk : De politiek-bestuurlijke instituties.
§3.1: De regering.
De koning en de ministers in Nederland vormen samen de regering.

§3.1.1: De koning.
Onze monarchie dateert van 30 november 1813, de datum waarop Willem l zich breid
verklaarde de soevereiniteit te aanvaarden. Aanvankelijk was de koning bijzonder
invloedrijk. In de Grondwet van 1848 werden het principe van de ministeriële
verantwoordelijkheid en het parlementaire stelsel ingevoerd. Daarna was er niet langer
een strijd tussen koning en ministers maar tussen regering en parlement. De koning
benoemt een informateur, deze is gewoonlijk afkomstig uit de grootste partij. De
informateur onderzoekt de mogelijkheid tot samenwerking van twee of meer partijen in een
kabinet. Een portefeuille betreft het geheel van (min of meer) verwante beleidsterreinen
en/of vraagstukken waarvoor een bewindspersoon (minister of secretaris) verantwoordelijk
is. Een formateur rondt de vorming van het kabinet af door voor de verschillende
portefeuilles personen aan te zoeken. Het regeerakkoord behelst de afspraken tussen de
coalitiepartijen over het te voeren regeringsbeleid. In de regeringsverklaring zet de
minister-president het beoogde regeringsbeleid uiteen aan de volksvertegenwoordiging.
De koning is ook tijdens de kabinetsperiode betrokken bij het regeringsbeleid: hij ontvangt
de notulen van de ministerraadvergaderingen en heeft wekelijks een gesprek met de
minister-president.

§3.1.2: De ministers.
Het woord minister betekent oorspronkelijk 'dienaar' en ministers waren in de eerste helft
van de negentiende eeuw inderdaad dienaren van de koning. Een minister is
tegenwoordig in beginsel belast met de leiding van een ministerie of departement van
algemeen bestuur. Er kunnen sinds 1938 ook ministers zonder portefeuille worden
benoemd: ministers zonder eigen ministerie. Deze ministers hebben wel stemrecht in de
ministerraad. Bij afwezigheid van een minister treed een collega-minister op als hoofd van
diens departement; deze wordt aangeduid als de minister ad interim. De premier (minister-
president) is de voorzitter van de raad, hij beschikt daartoe over een aantal bevoegdheden

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur judithmakkink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76669 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49
  • (0)
  Ajouter