Sociaal Methodisch Werk
Inleiding in algemene
systeemtheorie
Systeemgerichte methode
= wijze van kijken naar het menselijk welzijn en onwelzijn
-> kijken naar systeem waarin de cliënt zich bevind
Vb. duplomethodiek, ecogram, genogram…
-> fungeert als bril voor de sociaal werker (geeft richting aan onze kijk op problemen van mensen)
-> kijken naar interacties tussen het systeem (meer dan enkel mijn cliënt)
-> wat ik niet weet kan ik niet zien
vb. DT-fouten opmerken kan men enkel wanneer men de theorie ervan kent)
-> leren op een andere manier naar de cliënt te kijken zodat men op de gepaste wijze aan de slag kan
gaan
Social casework
= eerder probleemgerichte benadering
-> brengt het netwerk ook in kader, maar richt zich eerder op het probleem van de casus
Aanzet tot vertrouwensvolle hulpverlening
-> hulpvraag binnen de casus zoeken
-> wat zijn de mogelijke hypotheses?
Casus 1
Enkele jaren geleden werd een meisje van 13 jaar verwezen naar de jeugdhulpverlening. De reden van aanmelding
was problematiserend gedrag.
Ze was somber, at steeds slechter, had bijna geen vriendinnen meer en haar ouders konden moeilijk contact maken
met haar. Steeds vaker trok ze zich terug op haar kamer. Haar schoolresultaten werden slechter. Bij aanmelding
vertoonde ze dit gedrag ruim driekwart jaar.
Haar ouders hadden bij de verwijzer aangegeven dat in hun ogen hun dochter het overlijden van oma niet heeft
verwerkt. De vraag van hen en de verwijzer was haar te begeleiden en te ondersteunen in haar
rouwverwerkingsproces
Benadering
Hulpvraag ouders = begeleiden in rouwproces, ondersteunen in school, hulp bij het versterken van de
relatie, hulp bij eetprobleem
-> ouders en dochter moeten zich beiden aanpassen aan elkaar
-> kijk altijd naar de interacties tussen het systeem
-> ik moet met het hele systeem aan de slag (het is meer dan enkel eigen cliënt alleen)
Casus 2
, Cl x is een alleenstaande moeder met 3 kinderen. (Diane 12 jaar, Sam 11 jaar en Dora 8 jaar) Op zondag heeft papa
bezoekrecht en haalt hij 2 van de 3 kinderen op. (conform bezoekregeling). Vaak komt de papa echter zijn
afspraken niet na. Soms komt hij gewoon niet opdagen, brengt ze te laat naar huis en hij leeft de
coronamaatregelingen niet na (de 2 jongste kinderen hebben een auto-immuunziekte en behoren tot de risicogroep
– Sem is ook gediagnosticeerd met autismespectrum).
Wanneer de kinderen thuis gebracht worden op zondag door de papa (hij heeft sinds kort een nieuwe spaanse
vriendin die er zondag altijd bij is), heerst er nadien veel onrust in huis.
Vaak mondt dit uit in ruzies tussen de kinderen, soms met fysiek geweld. Deuren worden hardhandig dichtgegooid.
Recentelijk werd er door Sam een gsm stuk gegooid tegen de muur.
De cl meldt zich aan bij de hulpverlener met de vraag; hoe kan ik zorgen voor meer rust op zondagavond?
Benadering
Hulpvraag cliënt = hoe zorg ik voor meer rust op zondagavond?
-> rekening houden met gehele systeem (systeem in kaart brengen)
-> moeder begeleiding bieden met haar kinderen
Evolutie in paradigma’s binnen de hulpverlening
Paradigma
= geheel van opvattingen, waarden, technieken, … die leden van één wetenschappelijke gemeenschap
gemeen hebben (kijkwijze)
-> algemeen aanvaard denkkader van een bepaalde tijd
-> vanuit een paradigma kan men verdere theorieën opbouwen
-> constante evolutie van de paradigma’s binnen de hulpverlening
-> verschillende hulpverleningsmodellen kunnen worden ingedeeld in twee centrale paradigma’s
Twee centrale paradigma’s
Persoonsgerichte paradigma Wisselwerkingsgerichte paradigma
= vertrekt van wat er zich IN de persoon bevind = vertrekt vanuit wat er zich TUSSEN de personen speelt
-> menselijk gedrag verklaren door wat er zich binnen de -> centraal in het begrijpen van moeilijkheden
persoon afspeelt -> mens situeren en verstaan in interactie met andere
-> hulpverlener ziet de problemen als een gevolg van het mensen, groepen, gemeenschappen en culturen
niet goed functioneren van de mens -> verklaart het handelen als een resultaat van de
beïnvloeding tussen mensen
Linair-causale denkmodel
= oorzaak-gevolg denken Circulaire causaliteit
-> verklaringsprincipe van persoonsgerichte paradigma = één veroorzaakt het ander en het ander veroorzaakt het
-> opzoek gaan naar de oorzaak om iets te kunnen verklaren één
-> bepalen waarom de persoon zo handelt -> centraal gesteld in de verwerking van problemen
-> zichtbaar in medisch discours van diagnose en -> spreken over aandeel (niet oorzaak of schuld)
behandeling -> hoe handelen mensen? Hoe beïnvloeden ze elkaar?
Systeemdenken = beeld van het geheel behouden
Psychologie
-> behaviorisme (stimulus-respons) Voorbeeld
-> psychoanalyse -> cliënt gedraagt zich terughoudend omdat ze wordt
-> humanistische psychologie (cliënt centered) gekleineerd door haar partner, het terughoudend gedrag
stimuleert haar partner om haar te blijven kleineren.
Voorbeeld
,-> patiënt heeft koorts, dokter zoekt naar oorzaak
-> moeder zoekt uit waarom haar kind huilt
-> onverwerkte trauma’s leiden tot depressie
casuïstiek Oorzaak-gevolg denken Wisselwerkingsgericht denken
= lineair causale denkmodel = circulaire casualiteit
Ouders kloppen aan bij de -> schuld ligt bij de zoon, hij -> Kijken naar de interacties in de thuissituatie
opvoedingswinkel omwille van is onhandelbaar/toont weinig om het gedrag te leren begrijpen van deze
het problematisch gedrag begrip/vertoont pubergedrag. jongen.
(rondhangen op straat, niet
naleven van regels, agressie, -> De jongere moet in ?? Hoe wordt er gecommuniceerd in dit gezin
vandalisme…) dat de zoon begeleiding!
vertoont ?? Doet het gezin ook ‘samen’ leuke dingen of
Uitspraken: die jongen is ne gaat iedereen zijn eigen gang
lastige
Casuïstiek
Oorzaak-gevolg denken Wisselwerkingsgericht denken
= lineair causale denkmodel = circulaire causaliteit
-> Medische model (hoe dokters denken) -> Systeemtheorie
-> Probleemgerichte model (Social casework) -> Communicatietheorie
-> Structurele benadering (gezin als structuur)
-> Contextuele benadering (intergenerationele
verbondenheid)
-> Oplossingsgerichte hulpverlening
-> …
Eclectisch integratieve benadering
= integreert de uitgangspunten van beide benaderingen
-> beide benaderingen zijn goed om naar een hulpvraag of situatie te kijken
-> gebruiken als sociaal werker datgene dat binnen het eigen mensbeeld past
-> tracht dus steeds tot een eclectisch model te komen
Eclectisch = systematisch integreren van elementen uit diverse theorieën
Integratief = aanpak is een integratie van verschillende denkmodellen, werkwijzen, technieken en
strategieën
, DNA van Sociaal werk
5 krachtlijnen Wat? Rol van sociaal werker
1. Politiserend -> mensen continu bewust maken over -> organiseren de dialoog rond maatschappelijke
werken onrechtvaardigheid ontwikkelingen, evoluties en problemen
-> toegang tot rechten verzekeren -> waarborgen toegang tot rechten
-> collectiviseren van maatschappelijke problemen -> aankaarten van structurele factoren die
(niet enkel individueel, ook structureel) vaardigheid belemmeren
-> beleidsbeïnvloedend werken -> samen met doelgroep meezoeken naar
-> signaliseren van tekorten en knelpunten oplossingen
2. Nabijheid -> relaties opbouwen -> aanwezig in nabijheid en leefwereld
-> tijd krijgen en maken voor nabijheid -> thuissituatie, buurtwerk, lokale dienstcentra…
-> onvoorwaardelijk elkaar kunnen ontmoeten -> niet alleen fysieke aanwezigheid
-> laagdrempelig
-> vrijblijvend
-> aanwezig zijn in de leefwereld van persoon in
kwetsbare situatie
-> fysiek (vb. op huisbezoek)
-> mentaal (vb. empatische houding)
3. Proceslogica -> samen met cliënt op weg -> mensenwerk op maatwerk
-> gelijkwaardigheid -> uitkomst ligt nooit op voorhand vast
-> ervaringskennis, inspraak en participatie -> inspelen op concrete situatie en ervaringskennis
-> evidence based practice van doelgroep
-> op tempo van cliënt -> participatie en inspraak centraal
-> vertrouwensrelatie is basis
-> uitkomst ligt niet op voorhand vast
4. Generalistisch -> oog voor verschillende aspecten -> helikoptervisie
werken -> gericht doorverwijzen door kennis van sociale -> beseffen dat verschillende aspecten van
kaart iemands leven elkaar beïnvloeden
-> integraal perspectief (breed kijken) -> overzicht behouden over gehele situatie
-> brugfiguur of kruispuntwerker -> gidsen van cliënt doorheel verschillende sociale
-> netwerkvorming met andere diensten voorzieningen
-> basiskennis hebben over alles -> toezien dat er een integraal antwoord komt op
-> zicht hebben op sociale kaart de vragen en noden van de cliënt
5. Verbindend -> verbindingen tussen mensen maken -> mensen verbinden met elkaar, buurt, school,
werken -> tussen diensten, diensteverleners… werk, en juridische diensten
-> nood aan sociale cohesie -> problemen en noden aanpakken
-> mee ontwikkelen van sociaal netwerk -> beleid en samenleving aanspreken op hun
-> versterken van mensen en groepen in relatie tot verantwoordelijkheid
omgeving
Individueel component
-> groepen en individuen versterken