Samenvatting van de collegestof en de literatuur van de vak ipo 2B. Gaat over de boeken: Pedagogiek in beeld, Als opvoeden niet vanzelf gaat, en Orthopedagogiek: antwoorden op vraagstellingen
Samenvatting hoofdstuk 4 - Pedagogiek in beeld - Inleiding in de pedagogiek
Volledige samenvatting Familie en Gezin HC 1- 5
Samenvatting Pedagogiek in beeld - Inleiding in de Pedagogiek (P_BINLPED)
Tout pour ce livre (117)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
IPO 2B
Tous les documents sur ce sujet (18)
Vendeur
S'abonner
Jannaberg
Avis reçus
Aperçu du contenu
IPO 2B
College 1 leerproblemen – dyslexie (+ artikel)
H23 leren lezen en spellen PIB
Ongeveer 10% van de bevolking is functioneel analfabetisch. Hun lees- en schrijf niveau is
dus zodanig lag dat hun maatschappelijk functioneren ernstig in geding is: formulieren niet
kunnen invullen, ondertitels niet kunnen lezen.
Het twee-route model is een model dat twee manieren aangeeft waarop een woord gelezen
kan worden.
1. Indirecte/fonologische route = elke letter v.h. woord wordt omgezet in de daarbij
behorende klank (foneem). Die klankreeks wordt aan elkaar geregen en dat levert het
geschreven woord op
2. Directe/lexicale route = maakt direct een match tussen het geschreven woord en de
spelling in het mentale lexicon (mentaal woordenboek).
-> sommige woorden kunnen echter alleen via de directe route gelezen worden. JUS spreek
je niet uit als j/u/s, maar als s/j/u. Of in het Engels HAVE spreek je niet uit als DAVE of
SAVE, maar als h/e/v/e.
Het netwerk- of connectionistische model gaat over de werking van de hersenen. De
veronderstelling is dat er een groep neuronen gespecialiseerd is in het herkennen van
letters, een groep voor klanken en een voor de betekeniselementen. Er is altijd een
verbinding van letter naar klank, maar ook van klank naar letter.
Onderzoek laat zien dat de relatie tussen intelligentie en lees- en spellingprestaties er is,
maar heel klein is. Intelligentie is geen voorspeller voor lees- en spellingsproblemen, of
andersom.
Waarom hebben kinderen dan moete met lezen en spellen?
- het is een visueel probleem : ze kunnen de letters in de woorden niet goed waarnemen.
Later is ontdekt dat deze woordblindheid geen oorzaak van leesproblemen is.
- het heeft te maken het auditieve aspect van taal : het vermogen om klanken in gesproken
woorden te herkennen en te manipuleren hangt samen met geletterdheid. Het in stukjes
hakken van woorden (ZES wordt z e s), is een fonologische vaardigheid. Kinderen die dit
moeilijk vinden hebben een grotere kans op lees- en spellingsproblemen. De relatie tussen
leesvaardigheid en fonologische vaardigheden is wederkerig; bewustwording van losse
klanken in woorden bevordert het lezen en andersom.
- de belangrijkste voorspeller voor de ontwikkeling van lezen en spellen is letterkennis.
Wat is kwalitatief goed lees- en spellingsonderwijs? Belangrijke componenten: wat en hoe.
-> wat = de kennis van de leerkracht
-> hoe = de wijze waarop de leerstof het beste aangeboden kan worden.
Vereisten wat
- de leerkracht heeft kennis over de structuur van de geschreven taal
- de leerkracht kennis over het lees- en spellingsproces van kinderen
Vereisten hoe
-EDI-model is het meeste effectief, waarbij de leerkracht het model is
Schriftsystemen
alfabetisch – voor klanken kunnen meerdere letters nodig zijn
syllabisch – voor elke lettergreep is er een schriftteken
chinees – voor elk woord is er een apart teken
,H29 onderwijspedagogiek in neurocognitief perspectief PIB
Onderwijsneurowetenschappen wil begrijpen hoe leren werkt en hoe het optimaal kan
worden gefaciliteerd.
-> nut onderwijsneurowetenschappen:
- neurowetenschappelijke bevindingen kunnen een context bieden voor het begrijpen van
. gedrag
- het helpt bij theorievorming over leren en vormgeving van het onderwijs:
> geeft inzichten in mechanismen; hoe een interventie werkt
> geeft inzichten in bestaande theoretische controversies; biologisch plausibel (past het
. bij wat we weten over de werking v.h. brein).
-> doel onderwijsneurowetenschappen = komen tot onderwijs dat aansluit bij de manier
. waarop het brein informatie verwerkt.
Onderzoek naar hersenen wordt gedaan via EEG en fMRI. Hiermee kan de werking van de
hersenen worden bestudeerd terwijl een kind een rekensom of taalopdracht maakt. Hierdoor
zijn de verschillen ontdekt in de patronen van hersenactiviteit tussen kinderen, adolescenten
en volwassenen.
Niveaus van analyse
- links = manieren van onderzoek doen naar hersenen
- midden = via het cognitieve proces kan je de link maken tussen analyse en kind/klas
- rechts = waarop je wil werken
Bv: werkgeheugen
voor neurowetenschappen: heel groot veld met veel onderzoek
voor onderwijs: heel klein ding van wat er allemaal gebeurt
Netwerken van hersengebieden mot je linken aan een cognitief proces om invloed te hebben
op een kind.
Lastig: informatie van een lager niveau gebruiken om iets te zeggen over een hoger niveau.
Één kind zegt niks over de hele klas en één neuron zegt niks over het hele brein.
Theoretische modellen
theorieën over de relatie tussen hersenontwikkeling en leeftijd gerelateerde veranderingen in
gedrag.
1. Rijping – brein is nog niet af, dus kan een kind iets nog niet (werd eerst gedacht)
2. Vaardigheid – goed oefenen, dan leer je het vanzelf wel; kinderen en volwassenen
3. Interactieve specialisatie – in het brein is er interactie tussen ontwikkelen en leren; er
. zijn kwalitatieve verschillen in het brein van een kind en een volwassene. Kinds brein
. groeit nog, dus plastischer. Een hersengebied kan zich tijdens de ontwikkeling
. specialiseren door de samenwerking en competitie die het heeft met andere
. hersengebieden. (nu)
, Het rekenende brein
Rekenen en wiskunde doen beroep op verschillende soorten kennis en vaardigheden; er zijn
veel verschillende hersengebieden actief. Bv visuele gebieden, gebieden die betrokken zijn
bij het verwerken en manipuleren van hoeveelheden, gebieden belangrijk voor geheugen
etc.
Er is een belang van fundamentele numerieke vaardigheden, zoals het representeren en
verwerken van hoeveelheden.
Het lezende brein
Zowel technisch- als begrijpend lezen zijn complexe hogere orde cognitieve functies en doen
een beroep op een netwerk van hersengebieden. Bv visuele gebieden, gebieden die
belangrijk zijn voor taal en het geheugen, gebieden betrokken bij verbinden van tekens en
klanken en cognitieve controlegebieden.
Neurocognitieve modellen over lezen gaan ervan uit dat er twee mogelijke manieren zijn die
lezers in staat stellen geschreven tekst te verwerken.
1. Geschreven woorden geven direct toegang tot hun betekenis in het semantisch geheugen
(bij bekende woorden).
2. De betekenis van woorden wordt gevonden door de letters of tekens (orthografie) om te
zetten in de bijbehorende klanken (fonologie) = indirecte route (bij onbekende woorden).
Dyslexie beschrijving moet bevatten:
- beschrijving probleem (ernstige lees- en spelproblemen)
- oorzaak (cognitieve functies)
- specificiteit (niet gevolg van onderliggend probleem)
- consequenties van dyslexie
Criteria dyslexie
1. Achterstand – niveau van lezen significant lager dan verwacht mag worden
2. Resistentie – problemen blijven bestaan, ook bij oefening en RT
3. Exclusiviteit – andere oorzaken kunnen worden uitgesloten
Coderen van woorden = klanken koppelen aan tekens.
-> goed decoderen : context werkt faciliterend (logisch)
-> veel fouten : context inhiberend (foute geheugenvelden geactiveerd)
Lezen gaat steeds sneller, maar letters worden niet sneller verwerkt naarmate je ouder
wordt. Je doet orthografische kennis op, die bijdraagt aan de leessnelheid.
Testen:
- Brus-Voeten test : in 1 minuut zoveel mogelijk woorden juist lezen
- Klepeltest : onzinwoorden/pseudowoorden test (geen kennis aanwezig, dus
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jannaberg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.