LESNOTITIES ORTHOPEDAGOGIEK
Module 3: Systeemtheorie
Studiemateriaal
• Willemse, J. (2006). Anders kijken. Een breder zicht op menselijk gedrag.
Theorie en praktijk van de systeembenadering. (p. 30 – 235). Houten: Bohn
Stafleu van Loghum.
• Zelfstandig te verwerken: 10.2: Systeemgerichte hulpverlening: p. 220 –
235
• Niet te kennen voor examen:
o p. 97 – 106: 4.7 ; 4.9 ; 4.10 ; 4.11
o p. 179 – 188 (tussenbalans theorie en praktijk)
Doelstellingen
• Belang inzien van de systeemtheorie voor het begrijpen van
opvoeding(sproblemen)
• Basisprincipes, concepten en axioma’s uit de systeem- en
communicatietheorie begrijpen en kennen
• Concepten en axioma’s uit de systeemtheorie kunnen toepassen op
opvoeding(sproblemen)
• Anders leren kijken naar oorzaken en gevolgen van gedrag van mensen
binnen een systeem
Deel 1: Plaatsbepaling en verkenning
1.1 Historische achtergrond
Eind 19e – begin 20e eeuw: psychoanalyse, met als belangrijke vertegenwoordiger
Freud. Hierbij werd de dynamiek van de psychische processen bij de mens als
een deel onbewust gezien en bepaald door verdringing en afweermechanismen
1920: behaviorisme
1950 – 1960: humanistische psychologie. Hierbij ligt de nadruk op menselijke
mogelijkheden, de mogelijkheid van de mens om te kiezen en zich te ontplooien
(bv. Sartre met het existentialisme waarbij gezegd wordt dat er een zekere
vrijheid is voor de mens, de mens mag en moet ook kiezen ; bv. Maslow met de
behoeftehiërarchie ; bv. Rogers met de cliëntgerichte therapie waarbij de cliënt
zo veel mogelijk vanuit eigen inzicht en op eigen kracht weer greep op zijn leven
dient te krijgen en om dat de bereiken dient de therapeut een veilige omgeving
te creëren waarbij hij veel aandacht, begrip en ondersteuning biedt)
Deze drie stromingen die aan de systeemtheorie voorafgaan beperken zich tot
het bestuderen en behandelen van het individu.
1
, LESNOTITIES ORTHOPEDAGOGIEK
1960 – 1970: systeemtheorie, met als belangrijke vertegenwoordigers Bateson,
Watzlawick en Minuchin en heeft het individu in zijn omgeving tot onderwerp.
Oorzaken van bepaalde vormen van disfunctioneren worden in de
systeemtheorie niet binnen het individu gezocht maar binnen de omgeving, het
systeem van het individu. Methodisch vertaald naar het werkterrein van de
psychotherapie, onder andere de gezinstherapie en maatschappelijk werk.
Voorbeeld: kinderbescherming. Tot de eerste helft van de jaren ’70 werden
veel kinderen geplaatst omwille van afwijkend gedrag. Met de
systeemtheorie is men dat meer in in vraag gaan stellen en is men zich
gaan afvragen of dit gedrag verklaarbaar is door het gezin waarin het kind
woont. Vanaf dan is er meer ondersteuning gekomen voor het gezin en de
ouders. Een ander perspectief leidt dus tot een meer humane aanpak.
Gezinstherapie is een belangrijke aanpak die uit de systeemtheorie is
voortgevloeid. De communicatietheorie is een onderdeel van de systeemtheorie
en komt pas tot haar recht als ze ook binnen de context van de systeemtheorie
wordt geplaatst.
1.2 Vergelijking tussen traditionele psychologie en systeemtheorie
Traditionele psychologie
Bv. psychoanalyse, theorie van het sociaal leren
• Individugericht: niet systeem aanhangers kijken naar het individu en
verklaren van daaruit gedrag dat ze waarnemen
• Intrapsychische benaderingswijze: driften, motivaties, verlangens, emoties,
dwanggedachten, wanen analyseren wat geacht wordt binnen de psyché
van de persoon af te spelen
• Geïnteresseerd in waarneembaar en niet-waarneembaar gedrag
• Het verleden wordt van zeer groot belang geacht : oorzaak van psychische
problemen ligt in het verleden, een jarenlange therapie moet ertoe leiden
dat de patiënt door middel van associaties contact maakt met
gebeurtenissen uit de vroege jeugd
• De waaromvraag staat in het teken van de persoonsanalyse
• Onderscheid tussen normaal en abnormaal gedrag van het individu
• Men gaat uit van eenduidige oorzaken, zogenaamde lineaire causaliteit:
oorzaak – gevolg
Systeemtheorie
• Systeemgericht: aanhangers van de systeemtheorie zoeken
aanknopingspunten voor de verklaring van het gedrag van mensen in de
omgeving of systeem
• Interpersoonlijke benaderingswijze: netwerk van relaties binnen een
systeem of communicatiepatronen spelen een rol (bv. een gezinstherapeut
2
, LESNOTITIES ORTHOPEDAGOGIEK
die voor een consultatie met een gezin van vijf personen negen stoelen
klaarzet om info te krijgen over subsystemen, rolposities, coalities binnen
het gezin aan de hand van de plaats dat de leden kiezen)
• Uitsluitend geïnteresseerd in waarneembaar gedrag : gedrag, relaties,
coalities, groepsstructuren, relatiepatronen en de wijze waarop het
systeem probeert te voldoen aan de door zichzelf gestelde norm (wel
gelijkenis met behaviorisme waarbij slechts de waarneembare aspecten
van het menselijke gedrag tot het object van de psychologie mogen
gerekend worden)
• Het verleden wordt veel minder of nauwelijks van belang geacht : men gaat
ervan uit dat de problemen nu ook in het hier en nu moeten worden
opgelost
• De waaromvraag staat in het teken van de systeemanalyse, het
communicatiepatroon en over de wijze waarop de relaties binnen een
systeem zich manifesteren en de wijze waarop ze manifesteren
• Onderscheid tussen de verschillende gedragingen van het systeem maar
geen verschil tussen gezonde en zieke mensen
• Men gaat niet uit van eenduidige oorzaken, zogenaamde circulaire
causaliteit
1.3 Verklaringen van menselijk gedrag
Typologie van de manieren waarop naar menselijk gedrag wordt gekeken, vooral
over de dimensies bepaaldheid versus menselijke vrijheid:
Psychoanalyse, theorie sociaal leren, systeemtheorie
Gaan ervan uit dat mensen zich gedragen op grond van oorzaken die in het
individu of systeem gelegen zijn (bv. verleden, erfelijkheid, fysieke bepaaldheid,
gezin, klas) en gaan op deze manier gedrag verklaren. Ze gaan verklaringen voor
gedrag vooral zoeken in termen van gedetermineerdheid, wat betekent dat
gedrag vooral verklaard wordt van dingen die buiten zichzelf veroorzaakt zijn.
Wat iemand doet wordt bepaald door dingen die niet altijd met zichzelf te maken
hebben. De grondleggers van de systeemtheorie stelden zich kritisch op
tegenover andere benaderingen, zoals de psychoanalyse maar de huidige
vertegenwoordigers zijn er meer van overtuigd dat er verschillende
psychologische stromingen zijn die elkaar kunnen aanvullen.
Humanistische benadering
Gaan gedrag verklaren op basis van redenen, motieven en bedoelingen om het
gedrag te kunnen begrijpen. Deze redenen, motieven en bedoelingen leiden tot
menselijk handelen. Ze gaan gedrag verklaren in termen van vrijheid en
zelfbeschikking en gaan er dus van uit dat de mens zelf oorsprong is van wat hij
doet.
3