LESNOTITIES ORTHOPEDAGOGIEK
Module 4: Contextuele benadering
Studiemateriaal
• Van Ieperen-Schelhaas, K. (2016). Contextuele hulpverlening. Houten:
Bohn Stafleu van Loghum.
• Van Mulligen, W., Gieles, P., & Nieuwenbroek, A. (2001). Tussen thuis en
school. Over contextuele leerlingbegeleiding. (p. 13-85). Leuven/Voorburg:
Uitgeverij Acco.
Doelstellingen
• Belang inzien van de contextuele theorie voor het begrijpen van
opvoeding(sproblemen)
• Basisprincipes en concepten uit contextuele theorie begrijpen en kennen
• Basisprincipes en concepten uit contextuele theorie kunnen toepassen op
opvoeding(sproblemen)
Deel 1: Basisprincipes
De grondlegger van de contextuele theorie (jaren ’70) is Ivan Boszormenyi-Nagy
(1920 – 2007). Het ontstaan van zijn theorie hangt samen met zijn levensverhaal.
Hij is geboren in Hongarije en is opgegroeid in een traditionele familie die vaak
samenkomt. Alle mannen van zijn familie werken aan de balie, als advocaat of
rechter, maar hij kiest in zijn studies voor psychiatrie. Dat komt omdat hij
herhaaldelijk getuige is geweest in zijn jeugd van uitsluiting van psychisch zieke
mensen. Hij heeft een uitgesproken interesse voor vragen in verband met
rechtvaardigheid, hij is dan ook beïnvloed door zijn vader die rechter is. In zijn
opleiding is hij geïnteresseerd in fysica en biochemie maar ook in psychoanalyse.
In 1948 weigert hij lid te worden van de communistische partij waardoor hij
Hongarije moet verlaten en gaat naar de Verenigde Staten waardoor hij lange tijd
geen contact heeft met zijn familie. Nagy is dan psychiater en gezinstherapeut
geworden. Hij stelde vast dat verhalen van zijn patiënten, zelfs de meest
verwarde patiënten, vaak betekenis kregen in de relationele context van de
familie, terwijl die verhalen onbegrijpelijk zouden zijn in een ander kader. Hij
nodigt daarom in de therapie, familie uit van de patiënten.
1.1 Basisprincipes van de contextuele theorie
1.1.1 Uitgangspunten
Eén van de uitgangspunten van de contextuele theorie is dat de beslissingen en
acties van elk persoon onvermijdelijk gevolgen hebben voor de andere
gezinsleden. Dat is ook een principe uit de systeemtheorie waar de leden van
een systeem elkaar beïnvloeden en dat men afhankelijk is van elkaar.
1
, LESNOTITIES ORTHOPEDAGOGIEK
Een tweede uitgangspunt van de contextuele theorie is dat de kwaliteit van
relaties onlosmakelijk verbonden is met het op verantwoordelijke wijze in
overweging nemen van de gevolgen voor anderen met wie men een
betekenisvolle relatie heeft. Dit wijst naar het feit dat werken met gezinnen
samenhangt met morele vragen. Het is een soort van ethische dimensie die
breder is dan bijvoorbeeld ethische richtlijnen van therapeuten of overwegingen
van wat goed is voor therapeuten of gezinsleden om te doen. Dit is een
uitgangspunt dat zeker niet gekoppeld kan worden aan de systeemtheorie,
omdat dat een neutrale theorie is en waar men niet gaat kijken naar ethische
aspecten bij mensen.
Een belangrijk kenmerk van de contextuele theorie is dat we van nature
geprogrammeerd zijn tot wederkerigheid in relaties.
1.1.2 De relationele context
De relationele context is het netwerk van betekenisvolle relaties. Het is de
dynamische en ethische verbondenheid, in verleden, heden en toekomst, die
tussen mensen bestaat, voor wie het bestaan een betekenis heeft. Dat is ruimer
dan in de systeemtheorie, want daar heeft men weinig aandacht voor het
verleden, enkel het heden is daar belangrijk. Verder is de relationele context de
som van alle relaties waarin wij gegeven of ontvangen hebben.
Bijvoorbeeld: familierelaties zijn gegeven relaties omdat ze deel uitmaken
van iemand zijn leven, enkel door het feit dat men in een bepaald gezin of
familie geboren is. Een partnerrelatie is een verworven relatie want die
kunnen verbroken worden. In de contextuele theorie kunnen familiebanden
nooit verbroken worden ook al ziet men die familieleden niet meer, de
band blijft onverbrekelijk.
De relationele context houdt verder de verzameling van mensen in tegenover wie
wij een verantwoordelijkheid hebben. Het is breder dan het begrip ‘familie’ of
‘gezinssysteem’ dat enkel over het hier en nu gaat, in de systeemtheorie. In de
contextuele theorie omvat de relationele context zowel mensen die tot het
heden, verleden en zelfs toekomst behoren. Context in de contextuele therapie
zijn dan alle personen met wie we in een gevende relatie zijn.
1.2.3 De vier dimensies van het menselijk relatiepatroon
Nagy bekijkt het menselijk relatiepatroon vanuit vier aspecten:
1. Feiten
2. Psyché
3. Interactie
4. Relationele ethiek
2
, LESNOTITIES ORTHOPEDAGOGIEK
Feiten, psyché en interactie zijn drie dimensies die de menselijke relaties
bewegen en in beweging houden. In de relationele werkelijkheid zullen deze vier
dimensies samen alle aspecten omvatten die het menselijk gedrag in relaties
beïnvloeden of sturen.
Feiten
= alle basisgegevens van ons leven, zowel van biologische, als van
sociaalhistorische aard (bv. geslacht, leeftijd, plaats in kinderrij, religie,
gezondheid, echtscheiding, werk)
Psyché
= alle elementen die ons individuele psychisch functioneren karakteriseren of de
interpretatie van de feiten en hoe die beleefd worden (bv. psychische
gesteldheid, hoe beleven mensen iets)
Interactie
= communicatiepatronen en de onderlinge beïnvloeding van mensen (bv.
machtsverhoudingen, onderhandelingen, coalitievorming)
Deze drie dimensies moeten niet gezien worden als een keten van oorzaak-
gevolg, ze vullen elkaar eerder aan en versterken elkaar. Ze zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden, zijn in elke situatie aanwezig en het is niet zo dat één van
die dimensies dé oorzaak is van een probleem.
Relationele ethiek
= de behoeften die mensen hebben aan rechtvaardigheid en eerlijkheid in
relaties. De ethische actie ligt in het rekening houden met de noden van anderen.
Het gaat over de balans tussen geven en ontvangen, over de waarde van en de
behoefte aan rechtvaardigheid of eerlijkheid in relaties. Als je deelneemt aan een
relatie steek je daar energie in, je geeft iets en je wilt daar graag iets voor terug.
Het valt niet samen met een aantal normen die in de maatschappij gelden, het is
geen leer of oordeel over wat goed of slecht is.
Om de relationele werkelijkheid te kunnen begrijpen, moeten we het volgende in
acht nemen:
• Dimensie van feiten
• Individuele psychologie
• Systemische dimensie
• Dimensie van relationele ethiek
1.2 Loyaliteit
3