Ontwikkelingsgericht observeren:
Kennismaking met ontwikkelingspdychologie:
Kennismaking met ontwikkelingspsychologie: Het terrein van de ontwikkelingspsychologie
(p. 13-32)
Wat is ontwikkeling?
• Een reeks progressieve veranderingen die tot differentiatie en hogere niveaus van
functioneren leiden.
• Het groeien, veranderen, rijpen, leren, verbeteren, ontplooien, ervaring opdoen.
Wat zijn de KENMERKEN van ontwikkeling?
• Het is een getrapt proces waarbij elke volgende trede op een hoger niveau staat:
o Je kan altijd meer
• Rijping: Door groei (van klein naar groot) en differentiatie (veranderen) (van
eenvoudig naar complex)
• Leren: Het verwerven van kennis en vaardigheden door ervaring.
Het is GEEN momentopname! ‘Ontwikkelingsgericht’
Wat is psychologie?
• De wetenschap, leer over gedrag en geest van mensen (binnen-buitenkant, kinderen-
volwassenen)
Wat wil de ontwikkelingspsychologie?
• Ontwikkelingsprocessen beschrijven en verklaren en houdt zich bezig met 2
fundamentele kwesties:
o BESCHRIJVEN -> Welke psychologische toestanden doorloopt een
individu tijdens zijn ontwikkeling? (Welke universele
stadia zijn er)
o VERKLAREN -> Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de
overgang van de ene naar de andere toestand.
(Wat bevordert de ontwikkeling)
• Bv. zindelijkheidstraining, greep van een baby tot vastnemen van objecten (kunnen
schrijven)
De ontwikkelingsfasen
• Baby -> 0-12 maand
• Peuter -> 1-4 jaar
• Kleuter -> 4-6 jaar
• Lager Schoolkind -> 6-12 jaar
• Adolescentie -> vanaf 12 jaar
Wat wordt er met kinderjaren bedoeld?
• De periode van 0 tot 12 jaar.
• Je kunt ze indelen in 4 perioden.
• Na de kinderjaren volgen de jeugdjaren van 12-18 jaar.
,Ontwikkelingsgericht observeren:
Babyperiode:
• Kind kan nog NIET lopen
• Motorische ontwikkeling gaat razendsnel (liggen, draaien, kruipen, zitten)
• Ontstaan van eerste gehechtheidsrelatie.
Peuterperiode:
• Spraakontwikkeling
• Egocentrisme ‘ik’
• Ondernemend en zelfbewust
Kleuterperiode:
• Rijke fantasie,
• Praten al zoals volwassene in langere zinnen.
Schoolperiode:
• Komt goed deels overeen met basisschoolperiode
• Onderwijs(leren) speelt belangrijke rol
• Ontmoeten veel andere kinderen door sport-hobbt acitivtieiten.
Adolescentie:
• Lichamelijke veranderingen
• identiteitsvorming
Leeftijd is niet altijd bindend!
De ontwikkelingsdomeinen
• Fysiek en motorisch
o Fysieke ontwikkeling (lichamelijke groei- lengte gewicht lichaamsbouw)
o Motorische ontwikkeling (bewegingen – grove en fijne motoriek)
o Tekenontwikkeling
• Cognitief
o Denkontwikkeling
o Taalontwikkeling
• Persoonlijk en sociaal
o Spelontwikkeling
o Sociaal-emotionele ontwikkeling
o Morele ontwikkeling (wat is goed, kwaad en waarom)
o Persoonlijkheidsontwikkeling (wie ben ik?)
,Ontwikkelingsgericht observeren:
Voorbeeld:
Fysiek en motorisch Cognitief Persoonlijk/ Sociaal
Fien kleurt buiten de lijntjes. x
Lotte is zindelijk. x
Lowie vindt verstoppertje leuk. x
Léa mist haar papa. x
Lies speelt alleen. x
Fran leert zwemmen. x
Noah zegt zijn eerste woordje x
Historisch perspectief: (beiden personen zijn FILOSOOF)
- John Locke (1632-1704) Engels - Jean Jacques Rousseau (1712-1778) Frans
- Geeft structuur regels - Geeft ruimte, stimulans, respect
- Strikte opvoeding - Kindgerichte opvoeding
- Zei dat elk kind als onbeschreven - Zag het kind als van nature een actief en
blad ter wereld komt en wordt onderzoekend wezen
gevormd door zijn ervaringen.
Darwin: (1809-1882)
• Darwin deed onderzoek naar de ontwikkeling van het menselijk gedrag.
• Hij observeerde zijn zoon gedurende zijn eerste 3 levensjaren.
• Onderzoeksmethoden en observatietechnieken werden steeds verder verbeterd.
• Er werden door verschillende wetenschappelijke onderzoekers babybiografiën
gepubliceerd eind de 19de eeuw.
o Deze zijn vaak nog met eigen interpretaties
o Wel de start van het meten van gedrag, observeren van baby’s en notities
nemen.
Meten in de gedragswetenschap
Wetenschappelijk onderzoek
, Ontwikkelingsgericht observeren:
Aan welke eisen moet men voldoen om een onderzoeken wetenschappelijk te kunnen
noemen?
• Betrouwbaar -> De meting, ongeacht tijdstip en persoon die meting verricht,
levert steeds hetzelfde resultaat op.
Bv. de ene zegt voor een kind te wegen dat de pamper aan
moet gelaten worden, de andere zegt dat de pamper uit moet.
Zo zie je dat de meting niet betrouwbaar is. De weegschaal is
niet goed afgestemd.
• Valide -> Meetinstrument meet wat het moet meten.
Bv. Kind en gezin de ‘test’: kind krigjt enkele opdrachten en
vragen, moet prentjes in een boekje aanduiden (woordenschat),
toren bouwen (motoriek) = een standaard goedekeurde test.
• Om verklarend onderzoek te doen heb je veel metingen nodig (zelfde experiment bij
1500 babys.
Welke instrumenten kun je gebruiken om gegevens over kinderen te verzamelen?
• Observatie
o Vooral bij kleine kinderen van belang, zo onopvallend mogelijk sms door
video-opnames, gebonden aan privacyregels, in een natuurlijke omgeving
• Interview
o Open interview, gesloten interview (een vaste reek vragen die in dezelfde
volgorde wordt gesteld)
o Vragenlijsten (open en gesloten)
Wat zijn de nadelen van ondervragen?
• Kind moet voldoende taalvaardigheid hebben.
• Kind kan onder druk komen te staan doordat het denk dat maar 1 antwoord het
juiste is.
• Antwoorden zijn niet altijd objectief (aankruisen wat ze denken dat meest wenselijk
is)
Wat geeft ontwikkelingsgericht observeren ons als vak?
• De theorie van ontwikkelingspsychologie geeft ons een kader om de ontwikkeling
van kinderen te observeren en de leeractiviteiten in de klas op af te stemmen, zodat
de kindereren optimaal kunnen ontwikkelen.
Theorie over de reguliere ontwikkeling van het kind:
• Fysisch -> Groei en rijping
• Motorisch -> Grove en fijne motoriek
• Cognitief -> Tekenen, taal en denken
• Sociaal -> Persoonlijkheid, zelfbeeld, identiteit, moreel besef, sociale
cognitie en sociaal gedrag, sekserollen, samenspel