Dit document bevat de oplossingen van alle examenvragen die in de afgelopen jaren gesteld zijn geweest door professor A. De Laat. Deze vragen zijn een goede samenvatting van de hele cursus.
EXAMENVRAGEN
FUNCTIE EN DYSFUNCTIE
1 BESPREEK DE BEKLEDING VAN DE CONDYLUS: BOUW? SAMENSTELLING? SPECIFIEKE
EIGENSCHAPPEN?
BOUW
Þ De condylus is klein in vergelijking met de fossa
o Mediolateraal meet de condylus 20 mm
o Antero-posterieur meet de condylus 10 mm
Þ Meestal ovaal en convex
Þ De longitudinale assen van de condyli maken in het horizontale vlak een hoek van 150° naar voren toe
Þ De longitudinale assen van de condyli zijn in het frontale vlak horizontaal georiënteerd
SAMENSTELLING
Het articulaire kraakbeen van de condylus heeft de samenstelling van groeikraakbeen, deze bevat
Þ chondrocyten
Þ collageen articulaire kraakbeenmatrix
Þ proteoglycanen
Þ water
De collageenfibrillen vormen een driedimensioneel netwerk die samen met de hydrofiele proteoglycanen een
soort ‘gel’ vormen die zwelt via osmose.
Bij belasting " het synoviale vocht wordt uit de gel geperst en staat in voor de smering van het gewricht
= weeping lubrification (tranende smering van het gewricht)
Bij ontlasting " het synoviale vocht wordt terug opgezogen in de kraakbeenmatrix
,Het articulair kraakbeen is
• avasculair (geen bloedvaten)
• alymfatisch (geen lymfevaten)
• niet bezenuwd GEVOLG er kan geen pijn gesignaliseerd worden
• niet bedekt door een perichondrium
• wel bedekt door synoviale vloeistof
• 0,5 mm dik
De samenstelling van het condylaire kraakbeen is uniek " het is fibrillair met veel type I collageen
" het bevat minder water dan andere gewrichten
Lichtmicroscopisch kan men t.h.v. het articulaire kraakbeen 4 zones onderscheiden met elk een verschillende
organisatie van het collageen, onder deze lagen bevindt zich het bot.
Het kraakbeen is opgebouwd uit 4 verschillende lagen met daaronder het bot.
1
2
3
4
5
1 Articulaire zone
WAT dikke laag die is opgebouwd uit parallelle en soms schuine collageenbundels
2 Proliferatieve laag
WAT dunne laag van cellen die verantwoordelijk is voor het uitscheiden en aanmaken van de
collageenvezels en de matrix
3 Fibrocartilageneuze laag
WAT combinatie van vezelige en kraakbenige substanties waarbij de collageenbundels kruisend en meer
radiaal georganiseerd zijn
4 Gecalcifieerde kraakbeenzone
5 Bot
SPECIFIEKE EIGENSCHAPPEN
Het kaakgewricht bestaat uit 2 gewrichten
Þ Het bovenste gewricht bevindt zich tussen de fossa en de discus met de condylus erin en voert een
translatiebeweging (= voorachterwaartse beweging) uit
Þ Het onderste gewricht bevindt zich tussen de condylus en de discus en voert een rotatiebeweging uit
Door deze 2 verschillende gewrichten kan het kaakgewricht verschillenden bewegingen maken.
,2 DEFINITIES CENTRALE/MAXIMALE OCCLUSIES? HOE BEPAALT DE OCCLUSALE
MORFOLOGIE DE BELASTING VAN HET KAAKGEWRICHT?
MAXIMALE OCCLUSIE
De maximale of centrale occlusie ontstaat wanneer de kaken onder normale fysiologische omstandigheden vanuit
de rustpositie worden gesloten waarbij een contactsituatie ontstaat tussen de elementen van de onder- en de
bovenkaak. Bij de maximale occlusie is het grootst aantal contact aanwezig tussen de gebitelementen van de
onder- en bovenkaak. De vestibulaire cuspides van de onderkaak maken contact met de centrale fossa van de
bovenmolaren en -premolaren.
Vanuit de maximale occlusie
Þ vertrekt de kauwcyclus
Þ kunnen de grootste kauwkrachten ontwikkeld worden
Þ oefenen de kaakkoppen geen druk uit op de gewrichtsoppervlakken
In sommige gevallen zal, wanneer de kaken vanuit rustpositie worden gesloten, de ‘ideale’ situatie ontstaan
waarbij de maximale occlusie overeenstemt met de centrale relatie. In dit geval spreken we van de centrale
maximale occlusie. Dit is de maximale occlusie waarbij de onderkaak zich in de centrale relatie bevindt.
OCCLUSALE MORFOLOGIE
Op het einde van de sluitbeweging, zonder voedsel in de mond, wordt de onderkaak gestopt op het ogenblik dat
het eerste tandcontact optreedt.
Þ Het eerst tandcontact valt samen met de maximale occlusie
De discus binnen het gewricht gaat aanspannen door de samentrekking van de m. pterygoideus lateralis
superior, hierdoor verhoogt de druk binnen het gewricht en treedt er weeping lubrification op. In dit
geval is er een volledige belasting van het gewricht met een gecentreerde discus in een zo klein mogelijke
gewrichtsruimte. Vlak na de maximale occlusie gaan de spieren relaxeren, gaat de intra-articulaire druk
dalen en de gaat de gewrichtsruimte vergroten.
Þ Het eerst tandcontact valt niet samen met de maximale occlusie
De morfologie van de tandoppervlakken gaat bepalen hoe de onderkaak zich de laatste millimeters gaat
verplaatsen tot de maximale occlusie wordt bereikt. Hierbij kan eventueel een probleem ontstaan. Indien
de spierbepaalde positie verschillend is van de tandbepaalde positie, zal bij het eerste tandcontact de
discus aangespannen worden in het gewricht en zal er tijdens de verschuiving van eerste tandcontact
naar maximale occlusie een beweging onder druk plaatsvinden t.h.v. het gewricht. Afhankelijk van de
frequentie kan dit leiden tot het uitputten van de weeping lubrification. Hierdoor ontstaan frictiekrachten
en schade. Wanneer de discus door frictie vastgeankerd is op de condylus, gaat een verdere beweging
de discus doen verplaatsen met een felle rek op de collaterale ligamenten tot gevolg. Deze kunnen op
hun beurt uitrekken en contourverlies van de discus geven.
, 3 BESPREEK EN TEKEN DE BEWEGING VAN DE ONDERKAAK IN HET HORIZONTALE VLAK
TER HOOGTE VAN DE KAAKKOPPEN EN INCISIEVEN.
Bewegingen van de onderkaak geprojecteerd in het horizontale vlak kan men registreren t.h.v. de fronttanden
en t.h.v. de kaakkoppen
Ter hoogte van de kaakkoppen
Þ een voorwaartse beweging (= protrusie) verloopt volgens een rechte lijn vertrekkend vanuit de centrale
relatie en eindigend bij maximale protrusie
Þ Een achterwaartse beweging (= retrusie) verloopt ook volgens een rechte lijn vertrekkend vanuit de
centrale relatie en eindigend bij maximale retrusie
Þ een laterale beweging naar de contralaterale (= niet-werkende) zijde verloopt nooit volgens een rechte
lijn maar volgens een gebogen lijn
Wanneer de onderkaak naar links beweegt
o wordt de rechter kaakkop (aan de balanszijde of niet-werkende zijde) naar voor en naar
beneden getrokken terwijl de kaakkop zich naar binnen verplaatst
o wordt de linker kaakkop naar buiten verplaatst
Wanneer de onderkaak naar rechts beweegt
o wordt de linker kaakkop (aan de balanszijde of niet-werkende zijde) naar voor en naar
beneden getrokken terwijl de kaakkop zich naar binnen verplaatst
o wordt de rechter kaakkop naar buiten verplaatst
De hoek die wordt gevormd door deze gebogen lijn en de rechte lijn die de protrusie aanduidt, noemt
men de Bennett-hoek
De beweging die de linker of rechter kaakkop maakt naar buiten, noemt men de Bennett-shift
Þ het openen en sluiten van de mond verloopt volgens een rechte lijn
Ter hoogte van de incisieven
Þ een voorwaartse beweging (= protrusie) verloopt volgens een rechte lijn
Þ Een achterwaartse beweging (= retrusie) verloopt ook volgens een rechte lijn
Þ een laterale beweging naar links en rechts vormt de ‘Gotische boog’ of ‘pijlpunt’ registratie. Deze
registratie start in de centrale relatie en eindigt in de maximale laterotrusie. Het oppervlak van de
registratie wordt kleiner bij een grotere mondopening. De ‘Gotische boog’ geeft de grenzen van de
onderkaaksbewegingen in het horizontale vlak weer. Binnen dit vlak kan de onderkaak eender welke
positie innemen.
Þ het openen en sluiten van de mond verloopt volgens een rechte lijn
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur THKkul. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €22,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.