Sociale psychologie samenvatting van het boek, 8 gehaald
Samenvatting Sociale Psychologie (boek en colleges)
Tout pour ce livre (40)
École, étude et sujet
Fontys Hogeschool (Fontys)
HRM & Psychologie: Toegepaste Psychologie
Kiezen En Beslissen
Tous les documents sur ce sujet (9)
Vendeur
S'abonner
Dayita
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 6 Sociale psychologie – Beslissen en kiezen
6.1 Besliskunde: hoe nemen we besluiten?
Normatieve besliskunde = het opstellen van formele modellen om het beslissingsproces optimaal te
laten verlopen. rationeel/econ.
- Normatieve methoden vergen meer tijd en moeite (cognitieve capaciteit).
- Subjective expected utility = de verwachte opbrengt/nut + de verwachte waarde. Op basis
daarvan wordt een keuze gemaakt. UXP=VERWACHTE OPBRENGST
Beschrijvende/descriptief besliskunde = achterhalen hoe de mens beslissingen neemt en niet
rationeel.
Nut bestaat uit verschillende componenten en deze componenten zijn per keuze variabel (instinct,
interesse, etc.).
Contrast effect = afhankelijk van het vergelijkingsmateriaal een bepaalde mening vormen.
- Waarschijnlijksheidsinschattingen kunnen mensen niet goed.
6.2 Heuristieken
Heuristiek = vuistreel (voor het maken van een keuze).
Door heuristieken:
worden initiële waarschijnlijkheden base-rate fallacy = vergissing in base rate
(verhouding)]
- Representativiteits-heuristiek = een gebeurtenis wordt waarschijnlijker gevonden wanneer
het een representatieve afspiegeling vormt van de betreffende categorie.
Voorbeeld persoonsschets en kans of ze bij bank werkt etc.
steekproefgroottes genegeerd kleine steekproef heeft meer kans op toevalligheden en is
minder betrouwbaar. Met de grootte wordt vaak geen rekening gehouden door mensen.
- Representativiteitsvertekening = een kleine steekproef wordt ten onrechte als
representatief gezien voor een gehele populatie.
Zijn er misvattingen over willekeurigheid gamblers fallacy = mensen denken dat er een
bepaald ritme zit/kans is bij gokken. Terwijl de kans volledig willekeurig is met 50%.
Cognitieve beschikbaarheid is iets wat sneller in je opkomt, omdat je er pas mee in aanraking bent
gekomen meer beschikbaar in brein?
- Beschikbaarheidsheuristiek = vuistregel: hoe makkelijker ik ergens voorbeelden van kan
bedenken of me herinneren, des te vaker het voorkomt.
De levendigheid van informatie maakt dat het cognitief beter beschikbaar is/ meer wordt onthouden.
Simulatieheuristiek = het zelf verzinnen van gebeurtenissen of situaties (simuleren).
, - Hierbij worden vaak door mensen dezelfde patronen in het denken gevonden; in een situatie
is meestal volgens mensen hetgeen dat afwijkend was/waar veel aandacht aan werd besteed
in de casus de oorzaak van de afloopt. Of bij situaties waar iets net wel/niet gebeurde
scenario’s bedenken over andere aflopen.
- Bij simulatieheuristiek hoort contrafeitelijk denken = is maken van een voorstelling van een
alternatief verloop. Dit beïnvloedt de sterkte van je emoties over een situatie en is sterke bij
negatieve uitkomsten.
o Kan leiden tot opwaarts en neerwaarts contrafeitelijk denken motivatie voor de
toekomst. Het ging slecht dus de volgende keer beter, of het ging goed dus de
volgende keer ook? (werkt als opwaartse/neerwaartse sociale vergelijking).
o Proces van positief terugkijken naar een situatie ook al was het niet gewenst een
psychologisch afweersysteem (het had zo moeten zijn, ergens vrede mee hebben.).
Ankering/anker-en-aanpassingsheuristiek = het gebruik van kennis over een iets en op basis daarvan
invullen wat het voor een ander iets is. (schatten aantal restaurants in Deventer en weten aantal van
Zwolle. Op basis van aantal Zwolle schatting maken voor Deventer.)
- Komt bij vrijwel iedereen voor en kan helpend zijn, maar de ankerwaarde kunnen in de
eerste instantie al foutief zijn waardoor de schatting ook. In ieder geval laten velen zich
leiden door zulke ankers.
6.2.4 zoeken naar bevestiging
Selffulfilling prophecy = mensen gaan zich gedragen naar de verwachting van zichzelf/anderen over
hen.
Confirmation bias = de neiging om informatie te zoeken die de eigen ideeën bevestigt.
- Mensen zijn geneigd om informatie te vergaren die een standpunt versterken i.p.v.
ontkrachten. Bestaande overtuigingen/kennis worden dan als uitgangspunt genomen, wat
kan leiden tot vertekeningen.
- Leidt tot complotdenkers en filterbubbel alleen maar versterken van overtuiging als je
bevestigende informatie opzoekt en geen tegenargumenten tegenkomt.
Dit zijn 2 gedragingen die bijdragen aan de zichzelf bevestigende voorspelling.
6.3 motivationele en emotionele invloeden op beslissingen
Er is vaak ook motivatie voor het maken van een verkeerde beslissing.
6.3.1 dilemma’s: kiezen is verliezen
Kiezen is mentaal vermoeiend, voor als bij een dilemma; keuze tussen het één of het ander.
3 soorten keuzedilemma’s:
1. Approach- approach conflict = keuze uit twee dingen; een soort luxepositie. (keuze uit 2
partners, banen, huizen, etc.).
Het andere alternatief lijkt aantrekkelijker na het maken van de keuze, je blijft bezig als je de
keuze herroept.
2. Avoidance-avoidance-dilemma = keuze tussen twee kwaden; gevolgen van beide zijn
ongewenst.
3. Approach-avoidance dilemma = een optie heeft voor-en nadelen. De voordelen trekken je
aan, de nadelen stoten je af. Is de aantrekking groter dan het afstoten?
, Een groot keuzeaanbod kan juist negatief zijn. Er zijn dat juist veel mogelijkheden die je niet kan
kiezen. Dit leidt er vaak toe dat mensen ontevreden zijn met hun keuze (spijt). Het aantal moet niet
te groot en niet te klein zijn.
2 soorten keuzemakers:
1. Optimisers = mensen die de beste keuze willen maken en daar alleen meer genoegen mee
nemen. Ze doen meer moeite bij het maken van een keuze en zijn minder tevreden over hun
keuze. Ze nemen vaak wel betere beslissingen, maar zijn er dus niet altijd blij mee.
2. Statisficers = mensen die de eerste optie aannemen. Doen minder moeite.
Korte – lange termijn
Mensen kiezen sneller voor iets dat op te korte termijn voordeel oplevert.
- Delay discouting = dingen wegen minder zwaar naar mate ze verder in de toekomst liggen.
daardoor kiezen mensen voor korte termijn voordeel. verklaring verslaving, impulsief
gedrag en succes van later betalen (die wetenschappelijk bewezen juist minder plezierig is
voor mensen.).
- Mensen kiezen er ook sneller voor omdat het lange termijn doel niet meteen gerealiseerd
wordt met het eraan werken.
Oplossing: zelfmotivering door emotie reappraisal de waarde van het werken aan je doel
herinneren en dat het een taak is waarmee je aan je doel werkt effectieve
emotieregulatie.
6.3.2. motivationele belemmeringen
4 factoren die oordelen en beslissingen nadelig kunnen beïnvloeden:
1. Reductie van onzekerheid en angst een beslissing maken zodat je van de stress af bent die
komt kijken bij het nemen van een beslissing. Of juist het uitstellen van de beslissingen
omdat je er niet over wil nadenken. Of een ander de keuze laten maken. mensen handelen in
ieder geval om de onzekerheid en angst weg te nemen. Ook kunnen mensen ofwel heel veel
of juist totaal niet informeren over zaken. Totaal niet leidt tot niet op de zaken zitten en de te
veel leidt tot niet kunnen onderscheiden van irrelevante en belangrijke informatie geen
beslissing nemen. Hoe mensen hierin staan is afhankelijk van hoe bedreigend de situatie is.
2. Onrealistisch optimisme = optimisme dat niet gerechtvaardigd is. Mensen denken dat
onaangename dingen sneller bij anderen voorkomen dan bij henzelf. Over positieve dingen
denken ze dat het bij hun sneller zal voorkomen dan bij anderen.
o Wishful thinking = jezelf niet als kwetsbaar beschouwen. (denk aan
gezondheidsrisico’s.)
- Als alle mensen zo denken en risico’s vertonen zal dit leiden tot grote aantallen
onaangename gebeurtenissen (verkeersongelukken, gezondheid enz.)
- Factoren die leiden tot onrealistisch optimisme:
o Illusies over positieve uitkomsten vertrouwendoorzettingsvermogen om ervoor
te werken. (en behalen doel)
o Komt vaker voor bij mensen met een hoger zelfwaardering.
Cognitieve factoren
o Mensen denken dat ze minder risico lopen dan anderen doordat ze
voorzorgsmaatregelen treffen, terwijl anderen dit ook doen wanneer er een risico
wordt genomen (het verkeer in de gaten houden als je door rood rijdt.).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Dayita. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.