Samenvatting deontologie
Praktisch: géén wetsartikelen vanbuiten leren – de essentie van de lessen is weten waarover het gaat, en dit
kunnen toepassen in enkele praktische vragen op het examen. Het examen bestaat verder ook uit theoretische
vragen. Begrippen zijn belangrijk – je moet ze begrijpen, maar in de eigen woorden uitleggen is voldoende, je
moet de definities hiervan niet letterlijk vanbuiten leren! De les volgen is ook belangrijk, want er zal wel
aangegeven worden wat belangrijk is en wat niet met het oog op het examen.
Algemeen kader
Inleiding
Deontologie is iets ethisch en heeft geen échte definitie. Volgens de dikke Van Dale kan deontologie
echter gedefinieerd worden als ‘plichtenleer voor een bepaald beroep’. Deze plichtenleer heeft
betrekking op het kader van ontwikkeling van ordes, corporaties of verenigingen – er is dus een heel
gamma van beroepen die onder een deontologie vallen, voornamelijk vrije beroepen. Deontologie
heeft meestal betrekking op thema’s zoals beroepsgeheim/discretie, tegenstrijdige belangen
behartigen en bepaalde verboden om een zaak te behandelen die men onrechtvaardig vindt.
De algemene kenmerken van deontologie zijn de voorziening in trainingen (credits behalen door
training, en indien je deze credits niet behaalt, is het mogelijk dat je beroepstitel afgenomen wordt –
men wil verzekeren dat, zeker binnen vrije beroepen, er toch een zeker niveau aangehouden wordt),
er zijn bepaalde diploma vereisten, er zijn ook wettelijke instituten/ordes per beroepscategorie die de
deontologie gaat bewaken (waaraan lidgeld betaald moet worden), etc…
Deontologie versus duurzaamheid
Wat is duurzaamheid? Volgens Van Dale wordt die beschreven als ‘lang durend; weinig aan slijtage of
bederf onderhevig’.
Vandaag de dag staat duurzaamheid centraal, en het concept deontologie past eigenlijk perfect bij
duurzaamheid. Willen we duurzaam aan iets werken, dan gebeurt dit meestal met het oog op onze
planeet (i.e. geen consumptiemaatschappij, maar een duurzame maatschappij) en het feit dat we op
een goede en langdurige manier gaan kunnen verder leven op onze planeet. Dit is belangrijk voor onze
generatie maar zeker ook voor komende generaties.
Wat is duurzaam ondernemen dan? Dit is zowel het zorg dragen voor onze planeet (i.e. niet vervuilen
etc…), maar ook het zorg dragen voor anderen (i.e. fair trade, geen onderbetaalde arbeid etc…).
Een bekend voorbeeld waarbij de focus heel hard ligt op duurzaamheid, zijn de Sustainable
Development Goals van de NATO. Het is opvallend bij deze doelstellingen dat het eigenlijk maar heel
beperkt gaat om het klimaat – het gaat ook over kwaliteit van opleiding, over gelijkheid… Het is dus
1
,veel ruimer dan enkel de klimaatdoelstellingen. En het is dan ook in dit kader dat we de deontologie
moeten plaatsen.
Hoe zit het nu met de relatie tussen duurzaamheid en deontologie? Dit heeft voornamelijk betrekking
op Fairtrade, met name de tien fair trade beginselen:
1. Kansen voor economisch gemarginaliseerde producten
2. Transparantie en verantwoordelijkheid/verantwoording
a. Het is belangrijk om transparant te zijn naar de klant toe
3. Eerlijke handelspraktijken
4. Eerlijke betaling
5. Geen kinder – of dwangarbeid
6. Gendergelijkheid, vrijheid van vereniging en geen discriminatie
7. Goede arbeidsomstandigheden
8. Capaciteitsopbouw
9. Promoten van eerlijke handel
10. Respect voor het milieu
➔ Deontologie bevindt zich dus op het snijvlak tussen het sociale, het economische en het
milieuvriendelijke.
Doel regulering deontologie
Deontologie heeft verschillende functies. Het heeft eerst en vooral een gedrag oriënterende rol,
m.a.w. een beroepsbeoefenaar richting geven in hoe deze het beroep zal moeten uitvoeren. Dit is
voornamelijk principle-based: er worden principes naar voren geschoven, waarvan verwacht wordt dat
de professional deze zal naleven.
Voorbeeld: Bij revisoren – indien de onafhankelijkheid in het gedrang dreigt te komen, dan moet je je als revisor
onthouden. Deze onafhankelijkheid mag als revisor niet geschonden worden.
Lijken de principle-based methodes niet te werken, dan gaat men teruggrijpen naar meer strikte
methodes (rule-based).
2
,Het waarborgen van de onafhankelijkheid is heel cruciaal in de deontologie – je mag je bij het
uitoefenen van je beroep niet laten leiden door je klanten.
Verder beoogt men met de deontologie ook de bescherming van de uitstraling/het imago van het
beroep. Er is een enorm verschil tussen de verschillende beroepen: sommige gaan veel meer inzetten
op het beschermen van het imago en het elimineren van de rotte appels, dan andere beroepen dit
gaan doen.
Tenslotte is er ook nog een maatschappelijke functie. Er moet gewaakt worden over de competentie,
confidentialiteit, objectiviteit en discipline.
Wat is het wettelijk kader van de deontologie? Waar kan men dit wettelijk terugvinden? Dit is
voornamelijk onderhevig aan een Europese invloed. Daaronder zit dan nog een kaderwet, en eventueel
nog enkele specifieke wetgevingen en zelfregulering (deontologie).
Analyse van het beroep
Leden ITAA
Wettelijke basis
De leden van het ITAA hebben betrekking op de (gecertificeerde) accountant, gecertificeerde
belastingadviseur en de (gecertificeerde) fiscaal accountant.
Belangrijk hier is de wet van 17 maart 2019, betreffende de beroepen van accountant en
belastingadviseur – dit is het wettelijk kader voor de leden van de ITAA. Dit heeft ook aanleiding
gegeven tot een aantal KB’s:
• Koninklijk besluit van 11 september 2020 tot vaststelling van de nadere regels van het openbaar register van het
Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants en, de toekenning van de hoedanigheid aan de personen van
derde landen en aan de rechtspersonen, de regels inzake de werking van het Instituut en de voorwaarde inzake
beroepsverzekering
• Koninklijk besluit van 11 september 2020 betreffende de beroepsopleiding van de accountants en de
belastingadviseurs
• Koninklijk besluit van 11 september 2020 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 17 maart
2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur en tot opheffing van de wet van 22 april 1999
betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, met uitzondering van sommige bepalingen
Deze titels hebben recent een zekere verandering ondergaan, waarbij het beroepsinstituut voor
accountants en belastingadviseurs enerzijds en de boekhouders en fiscalisten anderzijds gescheiden
waren. Deze zijn sinds kort samengebracht in het ITAA. Deze beroepen hebben ook andere
benamingen gekregen (voornamelijk om het meer met het Engels te aligneren):
3
, Voor alle leden van de ITAA zijn de kenmerken ongeveer dezelfde. Het gaat om vrije beroepen die
erkend zijn sinds 1985. Er zijn twee soorten:
• EXTERN: geen arbeidsovereenkomst (sociaal statuut zelfstandige)
• INTERN: wel arbeidsovereenkomst bij onderneming of overheid (sociaal statuut werknemer in
dienstverband)
o Quid fraude?
▪ Werknemer staat onder leiding en gezag van werkgever (!), maar kan zich toch
wenden tot ITAA
▪ Belang van noodzaak aan onafhankelijkheid
▪ Vgl. een advocaat mag zich niet ‘prostitueren’
Deze leden hebben een adviserende/controlerende functie. Ze gaan pogen om de individuele
belangen van de klant te behartigen, mits naleving van de onafhankelijkheid (!) en eventueel
inachtname van belangen van derden. Veelal zijn de leden bezig met continue en éénmalige
opdrachten.
Gecertificeerd accountant
Taken
Volgens de wet heeft een gecertificeerd accountant een heel gamma aan taken, en deze houden in1:
• Boekhoudkundige controle
o De revisor heeft hierop een monopolie, indien er de verplichting bestaat dat er een commissaris moet
aangesteld worden binnen de vennootschap voor een controle – enkel de revisor mag dit dan doen, zelfs
niet een gecertificeerd accountant!
• Privé en gerechtelijke expertise
1
Deze niet vanbuiten leren – je moet ze wel kunnen herkennen!
4