Samenvatting over het deel "Algemeen Boekhouden" van het vak Algemeen Boekhouden & Kostprijsberekening, gegeven door Steven De Vos in . Uitgebreide uitleg en oefeningen.
,1. Enkele basisbegrippen van dubbel boekhouden
De jaarrekening van een onderneming bestaat uit 3 delen: de balans, de resultatenrekening en de
toelichting.
➔ Wij focussen ons op de balans en de resultatenrekening.
1.1 Balans
De balans is een momentopname die een overzicht geeft van alle activa (= bezittingen van
de onderneming) en alle passiva (= verplichtingen van de onderneming).
Indeling van de balans:
Activa Balans xx-xx-xxxx Passiva
29 Vorderingen > 1 jaar 42-43 Financiële schulden
30-37 Voorraden 44 Handelsschulden
40-41 Vorderingen 45-48 Sociale en andere schulden
50-58 Liquide middelen 49 Overlopende rekeningen
49 Overlopende rekeningen
=
BOEKHOUDKUNDIGE GELIJKHEID
Activa:
• = bezittingen van de onderneming
Passiva:
• = verplichtingen van de onderneming
o Eigen vermogen = schulden t.o.v. de aandeelhouders
o Vreemd vermogen = schulden t.o.v. externe financierders
BOEKHOUDKUNDIGE GELIJKHEID (!):
• TOTAAL ACTIEF = TOTAAL PASSIEF
• Bezittingen = eigen vermogen + vreemd vermogen
2
,Het actief en het passief staan in de balans gerangschikt volgens toenemende liquiditeit:
• Dit betekent dus hoe snel je zaken kan omzetten in geld
• Vb. voor de actiefkant: bovenaan vinden we bv. gebouwen. Dit duurt wel een tijdje tegen dat
je een gebouw kan verkopen om het zo om te zetten in cash. ↔ Onderaan vinden we bv de
bank. Hierbij hoeven we maar gewoon geld van de bankrekening te halen en het is cash.
Bank kan dus veel sneller dan een gebouw omgezet worden in cash.
1.2 Resultatenrekening
Een resultatenrekening geeft een overzicht van alle kosten en opbrengsten die gedurende
een bepaalde periode hebben plaatsgevonden.
➔ Een balans is dus eerder een fotomoment, terwijl de resultatenrekening eerder een
film is
Resultatenrekening boekjaar:
Opbrengsten X
- Kosten -Y
= Resultaat van het boekjaar Z
Resultaat: WINST Resultaat: VERLIES
Wat kan je hiermee doen?
➔ Herinvesteren (overdragen naar
volgend boekjaar/reserves)
➔ Uitkeren (dividend aan
aandeelhouders)
1.3 Wisselwerking tussen balans en resultatenrekening
In eerste instantie lijken de balans en de resultatenrekening niets met elkaar gemeen te hebben.
Een balans kunnen we in feite elke dag van het boekjaar opstellen. We hebben onze beginbalans op
de eerste dag van het boekjaar (gewoonlijk 1 januari) en onze eindbalans op de laatste dag van het
boekjaar (gewoonlijk 31 december). De resultatenrekening stellen we slechts éénmaal op, aan het
einde van het boekjaar, gebaseerd op de cijfers van het hele boekjaar.
Toch is er één post die beiden met elkaar verbindt. Deze post noemen we het overgedragen
resultaat (OR). Dit is de winst die overgedragen wordt naar het volgende boekjaar. In de balans
vinden we dit terug onder het eigen vermogen, in de resultatenrekening vinden we dit helemaal
onderaan terug.
3
, Om te weten welke waarde we moeten zetten bij het overgedragen resultaat aan het einde van het
boekjaar, zijn enkele berekeningen nodig:
➔ OR31/12 = OR1/1 + ORBJ
➔ OR31/12 = OR1/1 + (resultaatBJ – dividendBJ)
Dus in woorden uitgelegd:
➔ Het overgedragen resultaat (OR) aan het einde van het boekjaar = het OR aan het begin van
het boekjaar + het OR van het boekjaar zelf
➔ Of anders gezegd het resultaat van het boekjaar – de dividenden
Alles in T-rekeningen gezet:
Bij elke boeking dient actief gelijk te zijn aan passief:
• Verhoging van activa betekent een debitering, verlaging van activa betekent een creditering
o Voorbeeld: Een verhoging van de bankrekening is een debitering van de rekening
bank.
• Verhoging van passiva betekent een creditering, verlaging een debitering
o Voorbeeld: Een onderneming verwerft een lening bij een bank: enerzijds krijgt zij
liquiditeiten ter beschikking (actief = bankrekening stijgt = debiteren); anderzijds zal
zij die middelen op termijn dienen terug te betalen (passief = financiële schulden
stijgen = creditering)
Opbrengst is een creditering, kost is een debitering:
• Bij een verkoop creëert de onderneming een opbrengst (creditering rekening
omzet), bij een aankoop een kost (debitering kostenrekening).
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alanaalaerts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.