Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitgebreide samenvatting blok 2.1 Biologische Determinanten €5,99   Ajouter au panier

Resume

Uitgebreide samenvatting blok 2.1 Biologische Determinanten

 23 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Een uitgebreide samenvatting van alle verplichte literatuur, aangevuld met informatie uit de werkgroepen. Het bevat alle belangrijke termen. Inclusief plaatjes van o.a. hersenstructuren

Aperçu 4 sur 53  pages

  • 15 juillet 2021
  • 53
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Blok 2.1 Biologische Determinanten
Probleem 1: Naturally! Selection!
Probleem 2: This neuron has potential!
Probleem 3: Is it that simple?
Probleem 4: Prune it!
Probleem 5: Tell me and I forget. Teach me and I remember. Involve me and I
learn.
Probleem 6: Emotions
Probleem 7: Stress!
Probleem 8: Night, night

,Probleem 1: Naturally! Selection!
Leerdoelen

1. Wat is de evolutietheorie van Darwin?
2. Hoe werkt overerving?
3. Wat is good enough parenting?

Leerdoel 1: wat is de evolutietheorie van Darwin?

Evolutie = aanpassingen in de variatie en frequentie van genen in een populatie, met als doel
voortplanting. Het zijn veranderingen over de tijd.

Natuurlijke selectie = organismen met de gunstige eigenschappen hebben meer kans om te
overleven, dus produceren ze meer nakomelingen. Hierdoor wordt de groep met gunstige
eigenschappen steeds groter.

- Aanpassingen gedurende je leven geef je niet door omdat het niet in je genen zit
- Selectie op eigenschappen die voordeel in de overleving hebben
- Focus op veranderingen als consequentie van succesvolle overleving
- Selective advantages = mutaties die ervoor zorgen dat je langer leeft dan andere in je soort
en je dus meer nakomelingen kan krijgen

3 ingrediënten van natuurlijke selectie

1. Variatie → geeft de “raw materials” voor evolutie, door diversiteit aan eigenschappen
binnen verschillende soorten kan evolutie plaats vinden.
2. Overerving → maar bepaalde variaties worden doorgegeven naar volgende generaties,
alleen de variaties die in de genen vastliggen.
3. Selectie → sommige geërfde eigenschappen zorgen voor een betere overleving of
reproductie. Organismes met bepaalde erfelijke varianten krijgen meer nakomelingen omdat
ze met die variatie langer kunnen leven.
➔ = differential reproductive success: het bezit van bepaalde erfelijke eigenschappen vergroot
kansen op overleving en voortplanting (relatief tot anderen)
➔ Survival of the fittest = degenen die het best aangepast zijn aan de eisen van de omgeving,
zullen overleven en dus voort kunnen planten.

Seksuele selectie = de veranderingen als consequentie van succesvol paren, ze selecteren op
aantrekkelijkheid.

- Intra-seksuele competitie = competitie tussen leden van dezelfde sekse: de winnaar krijgt
het vrouwtje. De eigenschappen die leiden tot succes in deze competitie worden
overgegeven door paren (bv. kracht en grootte)
- Inter-seksuele competitie = als het mannetje kwaliteiten beschikt die vrouwtjes graag zien
zullen deze mannetjes eerder worden uitgekozen om mee te paren. Mannetjes die de
kwaliteiten niet hebben zullen zich niet voortplanten.
o Female choice = vrouwelijke sekse is kieskeurig over het kiezen van een partner
o Voorbeeld: een pauw met mooie veren

Andere oorzaken van evolutionaire verandering is genetic drift = random veranderingen in de
genetische samenstelling van een populatie, kan komen door

- Mutaties

, - Founder effect = als een klein deel van een populatie een kolonie sticht, de vinders van de
kolonie zijn niet exact genetisch representatief voor de hele bevolking
- Genetic bottlenecks = als een populatie verkleint door bv. een ramp

Bewijs voor de evolutietheorie van Darwin

1. Darwin bekeek verschillende geologische lagen en legde fossielen naast elkaar, hij keek naar
steeds recentere lagen. Hij liet hiermee de veranderingen door de tijd heen zien
2. Darwin beschreef opvallende structurele overeenkomsten tussen levende soorten, wat
suggereerde dat ze afstamden van dezelfde voorouders
a. Homologie = dezelfde structuur (dus dezelfde voorouders) maar een andere functie.
Bv. arm van een mens en een poot van een kat
b. Analogie = andere structuur, dus ander evolutionair begin maar dezelfde functie. Bv.
vleugels en poten van een honingbij en van een vleermuis
3. Directe observaties van snelle evolutie → hij keek naar veranderingen die waren
aangebracht door selectief fokken bij planten en dieren (natuurlijke selectie op de Galapagos
eilanden)

Misconcepties evolutionaire theorie

- Menselijk gedrag is enkel genetisch vastgesteld
o Geen genetisch determinisme = gedrag wordt bepaald door genen en er is geen
invloed van de omgeving
o Het is interactionisme
- Als het evolutionair is, kunnen we het niet veranderen
o Als de omgeving verandert kan je het gedrag veranderen (bv. eelt wordt niet
geproduceerd als de huid minder wordt blootgesteld aan frictie)
- Huidige mechanismen (mensen) zijn het eindproduct van evolutie en optimaal ontwikkelt
o Er is continu adaptie, waarom adaptie niet optimaal is:
▪ Evolutionaire tijdsvertraging = evolutie gaat traaf maar de omgeving
verandert snel, de evolutie loopt achter (we zijn ontwikkelt voor vroegere
omstandigheden)
▪ Elke verandering brengt kosten met zich mee, soms is het beter om een
adaptie niet te doen omdat de kosten te hoog zijn
- Evolutie heeft een doel, natuurlijke selectie is intentioneel
o Evolutie is geen bewust proces, het is gebaseerd op toeval (bv. giraffe met een lange
nek had meer overlevingskans)
- Als een bepaald lichaamsdeel niet gebruikt wordt, zal het in de genen van de volgende
generatie komen
o Ervaringen gaan niet in genen zitten
- Evolutie is een verbetering

3 producten van evolutie

1. Adaptaties = overgeërfde en ontwikkelde kenmerken die zijn ontstaan door natuurlijke
selectie omdat het hielp een overlevings- of reproductieprobleem op te lossen
a. Genetische basis
b. De vroegere omgeving heeft de genen die we nu hebben geselecteerd
c. Meeste adaptaties zijn soort specifiek
d. Meeste adaptaties ontwikkelen lang na de geboorte (bv. lopen)

, e. Environment of evolutionary adaptedness (EEA) = de aanpassingsproblemen die de
adaptaties vormen
f. Periode van evolutie = de tijd waarin de adaptatie gebouwd is
g. Primaire product
2. Bijproducten = kenmerken die niet een aanpassingsprobleem oplossen en ook niet
functioneel zijn, ze komen samen met functionele adaptaties (bv. navel, komt samen met de
navelstreng)
3. Ruis (noise/random effects) = willekeurige effecten die geproduceerd zijn door mutaties,
plotselinge veranderingen van de omgeving of ongeluk tijdens de ontwikkeling, het is niet
gelinkt aan het aanpassingsaspect (bv. oogkleur)

3 theorieën over de oorsprong van aanpassingen

1. Creationisme = idee dat god alle planten en dieren heeft gemaakt
a. Dit kan niet bewezen worden
b. Heeft niet geleid tot nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen
2. Seeding theory = oorsprong van het leven ligt niet op aarde, de zaadjes hiervoor kwamen
met een meteoriet of met wezens van andere planeten op aarde. Vanaf toen veranderden de
zaadjes door natuurlijke selectie
a. Geen bewijs en leidt niet tot nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen
b. Hoe ontstaan die andere wezens dan?
3. Natuurlijke selectie → wetenschappelijke theorie

Inclusive fitness theory Hamilton

- Fitness = potentie om succesvol te reproduceren
- Individuele reproductie succes (classical fitness) en het effect dat acties van het individu
heeft op het reproductiesucces van familie, de genen willen voortplanten, niet het individu
- Classical fitness = reproductiesucces in je genen doorgeven door het krijgen van kinderen

Kritiek op Darwin

- Het mist een samenhangende theorie van overerving, Darwin had een gemixte theorie = je
bent een mix van je ouders, dit is fout
- Religieuze kritiek: ze zagen soorten als onveranderlijk en gemaakt door god. Volgens Darwin
was het ontstaan van de mens toevallig
- Hoe kunnen vroegere stadia van selectie handig zijn voor een organisme, wetenschappers
konden dit zich niet inbeelden

Leerdoel 2: hoe werkt overerving?

Mendel

- Studeerde erfelijkheid in erwten planten (witte en bruine zaden)
- Hij kruiste nageslacht van raszuivere lijnen = kweeklijnen waarin leden onderling gekruist zijn
en ze nakomelingen met dezelfde trekken produceren
- Hij maakte gebruik van dichotome eigenschappen = trekken die of in de ene vorm of in de
andere vorm voorkomen, nooit een combinatie (dus witte of bruine zaden)
- Door zijn experiment kwam hij erachter dat sommige eigenschappen dominant en andere
recessief zijn, overerving is geen mix van eigenschappen maar beiden genen geven
informatie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur susanvancappellen13. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

81113 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter