Scientific management (1900)
Een systematische, samenhangende bedrijfskundige benadering voor de wijze waarop de productie
georganiseerd zou moeten worden. Een bedrijfsleider moet een brede visie hebben op zijn taak in de
organisatie die bestaat uit plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het controleren van
resultaten. (Frederick Taylor)
1. Een wetenschappelijke analyse van de werkzaamheden en het uitvoeren van bewegingsstudies.
(De resultaten hiervan kunnen leiden tot standaardisatie en normalisatie van het productieproces en
de hierin te gebruiken machines en materialen.)
2. Een vergaande taakverdeling en training van de arbeiders, waarbij elke handeling en beweging
precies is voorgeschreven: hierdoor krijgt de arbeider een hoge routine, waardoor weer hogere
productienormen gehaald kunnen worden.
3. Een hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders.
4. De bedrijfsleiders zijn verantwoordelijk voor het analyseren van en het zoeken naar
werkmethoden en het scheppen van productievoorwaarden: voorheen werd dit naar de uitvoering
geschoven.
5. De juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie.
6. Het invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten.
Strikt rationeel.
Verder stond hij een arbeidsverdeling voor van de leiding van de productieafdeling of werkplaats
over acht fusies, die lek door een aparte functionaris uitgevoerd moesten worden:
1. tijd en kosten
2. werkinstructies
3. bewerkingen en hun volgorde
4. werkvoorbereiding en uitgifte
5. onderhoud
6. kwaliteitscontrole
7. technische leiding
8. personeelsbeheer
Dit stond bekend als het achtbazenstelsel. Is nooit een succes geworden door de onduidelijkheden
voor de medewerkers en afstemmingsproblemen tussen de chefs.
General Management beweging (1900)
In Europa was Henry Fayol (1841-1925)de eerste die een samenhangend stelsel van opvattingen
ontwikkelde over de wijze waarop organisaties in hun geheel bestuurd zouden moeten worden. Hij
formuleerde een theorie van het algemene management, dus de gehele organisatie betreffend.
Hij onderscheidde 6 onafhankelijke managementgebieden:
1 technisch
2 commercieel
3 financieel
4 zelf beschermend (hieronder verstaat hij veiligheid van mensen en eigendommen)
5 boekhouding
6 besturing
De besturing zorgt voor onderlinge samenhang op de overige gebieden. Deze besturing is het
belangrijkste onderdeel van de functie van managers n bestaat uit 5 taken:
1. Plannen of vooruitzien. Het opstellen van een actieplan voor de toekomst
2. Organiseren. De opbouw van de organisatie met mensen en middelen
3. Bevel voeren. Ervoor zorgen dat mensen aan het werk blijven
4. Coördineren. Het onderling afstemmen van de activiteiten
,5. Controleren. Erop toezien dar de resultaten in overeenstemming met het plan zijn
Voor Fayol was eenheid van commando het belangrijkste principe. Dit betekent dat iedere
werknemer maar 1 directe baas boven zich heeft. Dit principe was tot dan toe het enige
structureringsprincipe en is ontstaan in het leger.
Functionele organisatie.
Een samenhangend stelsel van opvattingen over de wijze waarop organisaties in hun geheel
bestuurd zouden moeten worden. het zijn algemene principes die overal gelden waar mensen
samenwerken.
Human Relations beweging (1945)
De beweging gaat ervan uit dat gelukkige, tevreden mensen veelal een maximale arbeidsprestatie
leveren. De bedrijfsleiding moet zorgen voor goede intermenselijke verhoudingen met betrekking tot
groepen, voldoende aandacht besteden aan de groepen en individuen, waardering laten blijken,
voldoende eigen verantwoordelijkheid en vrijheid geven aan individuen.
De Human Relations-beweging ontstond in de tijd dat Scientific Management de belangrijkste
stroming was en de daarbij behorende sterk rationele benadering van de manier van werking in
organisaties. In dit kader werd in 1927 in de Verenigde Naties een onderzoek gedaan naar de invloed
van de lichtsterkte op de arbeidsprestaties van productiemedewerkers in Hawrthorne-fabrieken van
General Electric. De lichtsterkte werd bij 1 groep verhoogd terwijl ze in een controlegroep constant
werd gehouden.
Van 1927-1947 voerde Elton Mayo een serie experimenten uit waarbij hij het verband onderzocht
tussen verbetering van werkomstandigheden en de productiviteit. Elke verandering gaf een stijging
van de productie en de personen voelden zich minder vermoeid.
Naast objectieve factoren zijn subjectieve factoren ook bepalend voor het resultaat, zoals aandacht,
zekerheid, waardering etc. Het deel uit maken van een groep is hierbij de belangrijkste.
Human Relations beweging was gericht op de sociale verhoudingen van mensen in kleine groepen,
die zich afzette tegen de benadering van het Scientific Management.
Revisionisme
In de periode van 1950-1955 ontstond er kritiek op de ideeën uit de Human Relations beweging. Het
was tijd voor een synthese van Scientific Management en Human Relations Management. Warren G.
Bennis omschreef: Scientific Management is een organisatie zonder mensen en de Human Relations
beweging zijn groepjes mensen zonder organisatie. Hij benadrukte de noodzaak van een revisie van
de uitgangspunten van de Human Relations beweging, waardoor de term revisionisme ontstond.
Verschillende schrijvers hebben een poging ondernomen tot overbrugging van de twee
tegengestelde hoofdstromingen. Dit waren: Likert, Herzberg, McGregor, Blake en Mounton. Dit
deden zij vanuit een geheel eigen invalshoek.
Rensis Likert (1903-1981) was de eerste die een poging deed tot de overbrugging van de twee
stromingen. Hij richtte zich vooral op de organisatie structuur en communicatie. Hij ontwikkelde de
zogenoemde ‘liking pin’-structuur. Hierbij bestaat de organisatie uit elkaar overlappende groepen,
waarbij de leider van de groep ook lid is van een hogere groep. Hij moet de groep leiden en ook
zorgen voor communicatie met de hogere groepen.
, De theorie van Frederick Herzberg was geënt op de behoeftehiërarchie van Abraham Maslow.
De onderscheidde 5 niveaus van behoeften. Zodra een lager niveau is bevredigd is het streven
gericht naar een hoger niveau.
1. fysiologische behoeften (eten, drinken, slapen, seks);
2. behoefte aan zekerheid en veiligheid (bescherming, stabiliteit, regelmaat);
3. behoefte aan acceptatie (vriendschap, erbij horen);
4. behoefte aan erkenning (prestige, succes);
5. behoefte aan zelfontplooiing (dragen van verantwoordelijkheid, ontwikkelingskansen, creativiteit
enz).
Herzberg zocht naar factoren die de motivatie van mensen in een organisatie versterken en naar
factoren die tot ontevredenheid leiden. Er is sprake van: statifiers, motivatoren, dissastisfiers of
hygiënefactoren.
Satisfiers: factoren die leiden tot werktevredenheid. Dit zijn werk intrinsieke factoren (erkenning en
zelfontwikkeling). Als deze prikkels niet aanwezig zijn, leidt dit niet tot ontevredenheid.
Dissatisfiers: leiden tot werkontevredenheid. Dit zijn werk extrinsieke factoren
(werkomstandigheden en salaris). Wanneer deze factoren goed zijn, zullen ze mensen niet motiveren
7s’sen model McKinsey
Society
Structure
Strategy
Key Skills
Staff
Systems
Managerial Style
Te gebruiken voor interne analyse
5-krachtenmodel (Porter)
• De macht van leveranciers
• De macht van afnemers
• De mate waarin substituten verkrijgbaar zijn (en complementaire goederen)
• De dreiging van nieuwe toetreders tot de markt
• De interne concurrentie van spelers op de markt
Te gebruiken voor een meso analyse
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mvdh08. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.