Deel 1: Ondernemingsfinanciering → investeringsanalyse
“inleidende begrippen”
Bij het examen krijg je een formularium! Je kan hier formules gaan opzoeken.
Actief van een bedrijf= wat heeft het bedrijf? Dit wordt met financiële middelen aangekocht.
Passief van een bedrijf= welke claims staan tegenover mijn bezittingen? Hier staan alle bronnen van
financiële middelen opgesomd.
Het onderdeel financieringsbeslissingen houdt zich bezig met de passiefzijde van de balans. De
investeringsbeslissingen houden zich bezig met de actiefzijde van de balans. Besluitvorming gebeurt
mogelijks obv deze cijfers, maar ook vanuit strategisch oogpunt, sociaal oogpunt, ... Vanuit
bedrijfsperspectief is de financieel directeur verantwoordelijk voor dit aspect.
1) Cruciale vraag voor de financieel directeur is waar hij het geld vandaan gaat halen om te financieren.
2) Hij verkrijgt geld vanuit een bron, en moet nu beslissen wat hij met het geld gaat doen.
3) Je hebt dat geld geïnvesteerd in je bedrijf, nu verwacht je dat er extra inkomsten komen en dat de
investering dus rendeert.
4) Je stort een deel van die opbrengsten terug naar je oorspronkelijke bronnen zodat je mogelijks
opnieuw geld kan lenen. Door het geld terug te geven creëer je vertrouwen.
Die 4 pijlen moeten in evenwicht zijn, wat betekent dat die bedragen ongeveer gelijk moeten zijn.
Wanneer er veel meer geïnvesteerd wordt dan dat er binnenkomt heb je bijvoorbeeld een probleem.
Voorbeeld van investeringsanalyse bij Airbus
In 1991 start het bedrijf Airbus (bestond al van 1970) een marktonderzoek naar vliegtuigen. Hier komt
uit dat ze de airbus A380 gaan produceren, wat het grootste passagiersvliegtuig ter wereld is. Het idee
hierachter is dat voor korter verplaatsingen mensen de wagen zullen gebruiken, dus dat zij overzees
gaan vliegen etc. waardoor grote vliegtuigen handig zijn (voor korte vluchten is dat idioot). Vanaf dat
moment begint men geld uit te geven aan de investering. Pas vanaf 2007 was dit vliegtuig af, en had
men voor het eerst opbrengsten, laat staan winst. Elke investering (zowel goede als slechte) worden
gekenmerkt door het feit dat het in het begin meer kost dan opbrengt, hetzelfde zien we momenteel
bij Tesla. De aandelen van dit soort projecten dalen meestal als het te lang duurt vooraleer er winsten
worden gedraaid omdat men het risico op een fiasco groot inschat op dat moment. Het ontwerpen
van een Airbus A380 is iets dat gedaan wordt door reeds bestaand bedrijven, een nieuw bedrijf kan
moeilijk de eerste 20 jaar geen winst maken. Een investeringsproject valt altijd te stoppen, het is niet
dat vanaf je ermee start er geen weg meer terug is.
Vervolg Airbusverhaal
December 2014 → Airbus is er niet in geslaagd om een koper te vinden voor de A380. Airbus erkent
dat het zich heeft mispakt aan de markt.
,Juli 2016 → Arbius kondigt een forse productievermindering van de A380 aan naar 1 toestel per
maand. De Airbus-topman probeerde iedereen te sussen door te zegge ndat ze zouden blijven
investeren in de A380. De onderzoeks en ontwikkelingskosten had men geschat op 10 miljard, maar
zijn opgelopen tot 28 miljard. De kans is onmogelijk geworden dat de Europese vliegtuigbouwer dat
bedrag ooit nog zal terugverdienen.
Januari 2018 → Als Emirates beslist om geen A380 meer te bestellen, dan gaat de Airbus nooit meer
geproduceerd worden. De A380 wordt het zorgenkind van Airbus genoemd, de laatste twee jaar kwam
er geen enkele bestelling meer binnen.
Dit schema vat eigenlijk heel simplistische de clue samen. De prijs verschilt ALTIJD van de waarde. Als
de waarde achteraf groter bleek te zijn dan de prijs, dan heb je een goede investering gedaan en anders
is het een slechte investering gebleken. De prijs is gebaseerd op enerzijds informatie die aanwezig is
en het vertrouwen dat men heeft in de niet gekende factoren. Voorbeelden:
Bovenstaand artikel is een extreem voorbeeld van het misgaan van een investering. De waarde bleek
veel lager te zijn dan de prijs die betaalt is. Ze hebben zich gebaseerd op bepaalde info en het
vertrouwen in de stand van zaken, maar er is klaarblijkelijk niet kritisch genoeg gekeken naar de
voorwaarden en info.
Investeringsanalyse geeft altijd een heel concreet antwoord op het rendement van zaken etc. Maar
steunt daarbij ALTIJD op assumpties die ook kritisch in vraag moeten gesteld worden bij de
investeerder (ALS dit product goed aanslaat, dan kan het X opbrengen, ..).
We gaan nu enkele algemene misvattingen van investeringsanalyse bespreken:
1. Een spaarboekje is een veilige belegging
Het spaarboekje is gemaakt om net de inflatie te dekken en dient maw als wachtkamer voor je geld.
Daarom wordt een spaarboekje niet gezien als een belegging. De rente op het spaarboekje wordt wel
gebruikt voor beleggers om te zien als een soort van minimumopbrengst. Een aandeel dat even veel
opbrengt als het spaarboekje is per definitie een zinloze investering. Aan het aandeel is een
risicopremie verbonden, en aan het spaarboekje niet en voor dat risico wil men extra mogelijkheden
,tot mogelijk hoger rendementen. Beleggen= uitstel van consumptie, met de bedoeling om later meer
te consumeren.
2. Waarde is gelijk aan de prijs
De prijs is puur het resultaat van vraag en aanbod die met elkaar spelen. De waarde van een belegging
is gebaseerd op de toekomstperspectieven en het risico dat eraan verbonden is.
3. Hoog risico is altijd hoog rendement
Heel hoog risico betekent dat je 50% kans hebt dat het je heel veel rendement zal hebben en 50% kans
dat je heel veel verlies maakt. Hoog risico is dus niet altijd hoog rendement.
4. Hoe hoger het risico, hoe hoger de waarde
5. Investeringen die bedrijven doen groeien zijn rendabel
Groei gaat soms ten koste van iets anders. De ‘cash in’ moet kleiner zijn dan de ‘cash out’ vooraleer je
kan spreken over een rendabele investering. Je moet de investering altijd vergelijken met de groei.
6. Als de markt efficiënt is, heeft beleggen geen zin
Beleggen= (Toekomstige waarde – Huidige waarde) / huidige waarde → enkel rendement indien deze
bewerking een positief getal oplevert.
Gokken= (toekomstige waarde-1)/1
De enige waarde die vastligt is die van de huidige waarde.
Volgende beweringen kloppen:
7. Hoe meer winst, hoe beter het project
8. Rendement > verwacht rendement wordt abnormaal rendement genoemd.
9. Investeringsanalyse = bank en beurs
Deel 2: tijdwaarde van geld
De tijdwaarde van geld is een topic dat bestudeerd wordt omwille van het fenomeen ‘inflatie’.
Vt = V0 x (1+r)t → R is het rendement, wat in vele gevallen onbekend is. Bij R kan je ook de inflatiegraad
zetten waardoor je berekend hoeveel geld je zal moeten neertellen om de waarde van V0 te evenaren
op tijdstip t. Bv. 10 euro, een inflatiepercentage van 2% over een tijd van 20 jaar. 14,859 euro moet je
nu betalen (20 jaar later) om de waarde van 10 euro van toen te evenaren in koopkracht.
V0 = Vt / (1+r)t → omgekeerde formule van hierboven, berekend ook het omgekeerde.
Het is belangrijk dat je geldwaarden van verschillende periodes niet met elkaar vergelijkt. Eerst moet
je ze naar een gelijk tijdstip omzetten vooraleer je kan bepalen of het bedrag een grotere waarde
tegenwoordigd.
!! Er bestaan situaties waarbij geld lenen een betere optie is dan het gewoon zelf betalen als je in bezit
bent van dat geld. Stel: je koopt een huis voor 10 000 euro. Je hebt dit geld in bezit, maar besluit een
lening aan te gaan waarbij je 1000 euro legt voor 10 jaar lang aan 2% intrest. Onder die tien jaar kan
je je geld op de bankrekening zetten. Indien de rente op het spaarboekje dan toeneemt tot boven de
2%, dan maak je hier winst op.
, BASISFORMULES
v 0 = C
r ①
C
v 0 =
r −g ②
v 0A = C 1 − 1
r (1 + r )
t
r
③
(1 + r )t − 1
v t
A
=C
r
④
Deze formules staan in het formularium bij je examen, maar het is wel de bedoeling dat je deze
vanbuiten kent, om zo vragen op tijd te kunnen oplossen.
R>0 omdat er inflatie is, die ervoor zorgt dat je geld vandaag meer waarde heeft dan hetzelfde pakje
geld morgen. Inflatie moet ervoor zorgen dat consumptie van vandaag een voorkeur heeft op
consumptie van morgen zodat er geen aankopen uitgesteld worden. Hoe hoog dat die R moet zijn is
afhankelijk van de opportuniteitskost (hoeveel brengen risicoloze investeringen op?).
Vraagstuk: uw beleggingsadviseur beweert dat hij jouw geld kan verdubbelen op 8 jaar tijd, welke
intrestvoet belooft hij dan eigenlijk?
2=1*(1+R)8 → 2=(1+R)8 → R=9,05%
① Perpetuïteit= oneindige reeks van gelijkmatig in de tijd gespreide gelijke kasstromen (C). Via die
formule kan je de huidige waarde daarvan berekenen. Bv. Bedrijf huurt een wei voor 10 000 euro per
jaar voor een onbepaalde duur. Hoeveel kost het om deze verbintenis af te kopen als er een
interestvoet van 5% heerst? → 10 000/0,05 = 200 000 euro.
② Exponentieel groeiende perpetuïteit= oneindige reeks van gelijkmatig in de tijd gespreide
exponentieel groeiende (g) kasstromen (C). Bv. Het bedrijf besluit om volgend jaar 1 euro aan dividend
uit te keren. Vervolgens verwacht het te groeien aan 3% per jaar. De interestvoet bedraagt 5% →
1/(0,05-0,03)= 50 euro is dit aandeel momenteel waard.
③ Annuïteit= eindige reeks van gelijkmatig in de tijd gespreide gelijke kasstromen. Bv. hoeveel heeft
iemand geleend die 20 jaar lang op jaarlijkse basis 12 000 euro betaalt? De intrestvoet hierbij is 5%.
((1/0,05)-(1/(0,05*1,0520)))*12 000= 149,546 euro.
Oefening 1
Ik beslis in het eerste middelbaar om handelswetenschappen te gaan studeren over 5 jaar. Ik moet
men studies betalen, dus besluit reeds te beginnen sparen. Elk jaar zullen er 4000 euro aan kosten zijn,
en de studie duurt 4 jaar. Hoeveel euro zal ik op het einde van de komende 5 jaar bijeen moeten sparen
om de studie te kunnen betalen?
OPLOSSING