Godsdienst
Hoofdstuk 1: zin in samenleven
1. Inleiding
De mens gaat op zoek naar de zin van het leven.
2. Levensbeschouwing, zingeving, religie en godsdienst
2.1 Levensbeschouwing
= een samenhangend geheel van ideeën, ervaringen, waarden en beelden dat een persoon
ontwikkelt over zichzelf, over het samenleven met anderen en over de wereld. Een samenhangende
visie op het leven waaruit blijkt welk mens-, wereld-, en godsbeeld je hebt.
Anderen helpen je in de ontwikkeling van een eigen levensbeschouwing om een
samenhangend verhaal te laten groeien over jezelf, de anderen, jouw plek in de wereld en
wat jij van uiteindelijke waarde vindt.
Een levensbeschouwing stuurt gedrag en keuzes in het leven.
Een levensbeschouwing probeert een antwoord te bieden op levensvragen en geeft mens
een totaalbeeld op verstand, emoties, intuïtie.
Levensvragen;
- Niet behoren tot orde vd kennis
- Geen ja/nee antwoord
- Verschillende antwoorden die met elkaar in strijd gaan.
- Geen definitieve antwoorden
- Mensen worstelen er vaak mee
Vb; wie ben ik? Waarom leer ik? Wat is belangrijk in het leven?
Een levensbeschouwing kan religieus gekleurd zijn, maar dat hoeft niet
In onze cultuur vinden we een grote verscheidenheid aan levensbeschouwingen. Deze
levensbeschouwingen zijn heel divers van aard. Dit hangt af van wat de basis vormt van zo’n
levensbeschouwing: een filosofisch principe, een wetenschappelijk idee, het geloof in een
god…
1. Niet-theïstische levensbeschouwing: er is geen god. Het leven valt ‘binnenwerelds’ te verklaren.
Het humanisme en positivisme gaan uit van deze visie
2. Theïstische levensbeschouwingen: geloof in een god of goden.
Monotheïstisch: 1 god
Polytheïstisch: meerdere goden
3. Agnosticisme: niet wetend, geen besluit over het al dan niet bestaan van een god
1
,Godsdienst
2.2 Zingeving
Wat maakt het leven de moeite waard?
Doelen scheppen (moet je dus zelf doen)
Concrete doelen: vb. diploma halen, winst maken, …
Abstracte doelen: vb. goed mens zijn, iets betekenen voor anderen, …
Soms overlap tussen beide: vb. ik sorteer het huisafval omdat ik volgende generaties een
kwaliteitsvolle toekomst wil geven.
Nuttigheid vs zinvolheid
“Wat voor nut heeft dit?” vs “dit is voor mij zinvol”
Nuttigheid koppelen aan concrete doelen
Zinvolheid koppelen aan abstracte doelen
Waarom de zinvraag stellen?
Ze willen betekenis geven aan hun bestaan.
Zin is het verschil maken
Op zoek naar het waardevolle
Zin is richtggevend
Zin is goesting
Def. Waarde
► Een abstract ideaal of doel
(Geen voorwerp, dus niet materieel)
Wat mensen zo belangrijk vinden
Dat het voor hun leven richtinggevend wordt.
► Een uiteindelijk fundament van waaruit je wil leven
► Het gaat dus niet om het concrete gedrag, maar het waarom, de motivatie voor dat gedrag.
Waarden worden gebaseerd op:
► Morele gronden (goed/slecht),
► Esthetische gronden (mooi/lelijk),
► Redenering (waar/onwaar).
Waarden worden bepaald door:
► Je opvoeding
► Je persoonlijkheid
► Je mensbeeld
► Je levensvisie
►
Zin geven aan het leven, men tracht een antwoord te zoeken naar levensvragen, hoewel deze
antwoorden nooit 100% geweten zijn, probeert men dit toch te doen.
Dit gebeurt vaak onbewust en gevoelsmatig, de onbewuste antwoorden zijn wel zichtbaar in
mensen hun handelen. Zingeving is procesmatig, het antwoord van vroeger zal nu niet meer
hetzelfde zijn. Wat je meemaakt kleurt de manier waarop jij naar het leven kijkt.
2
, Godsdienst
2.3 Religie en godsdienst
Religie: wanneer men zich verbonden voelen met iets wat hen overstijgt. Er wordt soms gesproken
over ietsisme.
Een levensbeschouwing wordt godsdienst genoemd op het moment dat het ‘hogere’ ingevuld wordt
door God.
6 dimensies:
2.3.1 De rituele dimensie
Iedere religie maakt gebruik van rituelen om zijn relatie tot x uit te drukken. Ritueel-handelen is een
symbool-handelen, dat verwijst naar een dieperliggende waarheid, relatie, het transcendente of het
hogere, God. Deze rituelen binden mensen. Soms bouwen ze heilige gebouwen.
Vb; doopsel
2.3.2 De mythologische dimensie
In mythologische verhalen drukken religies vaak hun oorsprong en antwoorden uit zoals:
scheppingsmythes.
Vb; Adam en Eva in christendom
2.3.3 De doctrinele dimensie
Elke godsdienst formuleert een leer, een visie, die uitdrukt wat de godsdienst inhoudt.
Vb; Bijbel
2.3.4 De ethische dimensie
Religies geven aan op welke manier mensen goed (juist) kunnen handelen. Ze nodigen mensen uit
om te streven naar ‘het goede’. Geboden en verboden.
Vb; 10 geboden
2.3.5 De sociale dimensie
Meestal wordt een religie in groep uitgevoerd.
Vb; jeugdbeweging
2.3.6 De ervaringsdimensie
Pelgrimstochten of dergelijke om dichter bij hun geloof te komen zorgt voor een bepaalde stijging in
verbondenheid, deze ervaring zorgt voor een groter geloof dat dieper ingedrongen zit.
Vb; Mekka bezoeken
3. Op zoek naar zin in de hedendaagse maatschappij
Vroeger bestond onze samenleving uit netjes geordende grote verhalen. We werkten met zuilen
waarbij we deze gewoon konden volgen zonder teveel vragen te stellen (=verzuiling). Nu hebben we
een diversiteit aan levensbeschouwingen door de instroom van verschillende culturen.
Pluralistische samenleving: waarbij verschillende levensbeschouwingen naast elkaar staan.
Secularisatie: het meer ‘wereld’ worden van de wereld. De invloed van bepaalde religies verkleinen
(invloed van de kerk in vergelijking met vroeger, Daens).
3