Een samenvatting van de lessen Interpreteren, Onderzoeken en Theorie Vormen deel 1 van de 2e bachelor Pedagogische Wetenschappen. De lessen waren gebaseerd op het boek 'The Science of Qualitative Research' van Martin J. Packer, maar niet alle hoofdstukken zijn behandeld. De samenvatting is gekoppel...
Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen 1 AJ 2020-2021 Prof. Stefan Ramaekers
College 1
HC 1 _ 1
Pedagogisch onderzoek bestaat uit 2 soorten methoden.
Voor kwantitatieve methoden heb je statistiek nodig. Statistiek en kwantitatieve methoden gaan over
erklären/verklaren.
Voor kwalitatieve methoden heb je dit opo nodig. Bij interpreteren en kwalitatieve methoden gaat het over
verstehen/begrijpen.
We kunnen de wetenschappen verdelen in 2 groepen:
Natuurwetenschappen Voorbeeld: Fysica Causaal-analytisch Oorzaak Gevolg
Empirisch-analytisch Verklaren
Het verschil tussen oorzaken en redenen:
- Oorzaken = causaal
o Voorbeeld: ik zit in de les omdat ik hierheen gestapt ben.
- Redenen = betekenissen
o Voorbeeld: ik zit in de les omdat ik pedagoog wil worden
1
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen 1 AJ 2020-2021 Prof. Stefan Ramaekers
HC 1 _2
4 aspecten van interpretaties (Burbules et al.)
1. GEEN leeg blad Je hebt bij het begin van je onderzoek allerlei vooronderstellingen
Voorbeeld: Klasobservaties over de interactie tussen leerling en leerkracht bij de wiskundeles
je neemt te eigen ervaringen mee naar die observaties
3 manieren om met de vooronderstellingen om te gaan
1. Neutraliseren
Er is altijd een vorm van bias/vertekening
2. Minimaliseren
Je veronderstellingen tussen haakjes zetten/bracketing
3. Erkennen en inzetten
2. Data = betekenissen Interpretaties komen binnen op het niveau van de data
Data zijn dus geen metingen in kwalitatief onderzoek, maar betekenissen
3. Analyse Data verheffen tot de theorie, je moet de data interpreteren voor deze analyse
4. Rapportering Je moet zelf kiezen hoe je dit gaat presenteren.
2
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen 1 AJ 2020-2021 Prof. Stefan Ramaekers
HC 1 _ 3
Packer vraagt zich niet af hoe we bepaalde zaken moeten interpreteren, maar wat de vooronderstellingen zijn.
- Epistemologisch (kennis)
- Ontologisch (werkelijkheid/realiteit
Packer bespreekt in chapter 2 het QRI (qualitative research interview).
Een kwalitatief interview bestaat uit de volgende zaken:
- 2 personen (een QRI in zijn simpelste vorm)
- Er wordt een opname gemaakt
- Er wordt woord voor woord uitgeschreven wat er gezegd is Transcriptie
- Deze transcriptie wordt geanalyseerd en deze wordt vervolgens gecodeerd.
Waarom nemen wij interviews af? Om te peilen naar belevenissen/ervaringen van mensen; hoe hebben
mensen iets beleefd? Gaat om de subjectieve component we doen dus een objectieve studie naar
subjectiviteit.
Op pagina 63-65 zien we een belangrijke overgang.
QRI CSI (Conventional Survey Interview)
Bij een CSI krijgt iedereen dezelfde survey, dus dezelfde vragen. Dit is gestandaardiseerd waardoor deze valide
en betrouwbaar is.
Voorbeeld CSI: Vragenlijst, websurvey etc.
Nadeel CSI: De gegeven antwoorden kunnen afhankelijk zijn van het moment waarop de vragen gesteld
worden.
Voorbeeld: ‘Mijn kind is onrustig.’ Deze vraag moet beantwoord worden op een Likertschaal, maar
afhankelijk van mijn stemming ga ik hier een ander antwoord op geven.
Het probleem is dus negotiation Wat verstaan ouders eigenlijk onder onze vraag? Meet ik wat ik probeer te
meten?
3
, Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen 1 AJ 2020-2021 Prof. Stefan Ramaekers
College 2
HC 2_1
Pecker vergelijkt het QSI dus met 2 andere praktijken:
- Het CSI (een andere techniek)
o Belangrijk punt: het CSI (voorbeeld: een websurvey) kent een onmogelijkheid om bij elkaar na
te gaan of alles goed/voldoende begrepen is.
Er is dus een tekort aan flexibility.
Het standaardvragenlijst interview (CSI) wordt gekenmerkt door een gebrek aan
flexibiliteit.
- Een alledaags gesprek
o In het boek staan 7 bedenkingen (p. 61-62) om in het algemeen het volgende punt te maken:
Als het QSI een alledaagse conversatie is, dan is het wel een hele bijzondere alledaagse
conversatie.
Voorbeeld: een alledaagse conversatie is iets dat niet gepland is; doorgaans is een
alledaags gesprek ook niet tussen vreemden; de interviewer heeft een
dubbel/methodologisch bewustzijn (hij heeft altijd het onderzoek in zijn
achterhoofd).
De belangrijkste reden: Alledaagse gesprekken zijn meestal tussen twee mensen die
gelijkwaardig zijn, in een interview is er altijd sprake van asymmetrie
Er heeft iemand de controle, de interviewer
Het QSI is dus een pseudoconversatie
Een QSI biedt veel meer complexiteit dan een CSI, maar dat betekent nog niet dat het een alledaags gesprek is.
UITGANGSPUNT: Voor Pecker is een QSI altijd een joint production of meaning ( een gezamenlijke productie
van betekenis) De betekenissen (data = betekenissen) die op dat moment gegenereerd worden, een QSI is
altijd een particulier gebeuren, het gebeurt op dat moment, met die interviewer en die personen.
Een interview is altijd tussen DIE twee personen
Als het interview tussen twee andere personen is krijg je een compleet andere uitkomst,
evenals bij verschillen in tijd of plaats.
Wat zien we nu in de praktijk van het afnemen en van het analyseren van zo’n interview? p. 64
- Afnemen
o Audio-opname
Op band/usb krijg je voornamelijk de auditieve weergave van de geïnterviewde,
want de interviewer is niet zoveel aan het woord
Er is voornamelijk 1 persoon aan het woord en hierdoor ontstaat de
asymmetrie de interviewer verdwijnt uit beeld
- Analyse
o De interviews worden getranscribeerd (dat wat letterlijk gezegd wordt uitgeschreven)
We zien voornamelijk de woorden van de geïnterviewde
Je krijgt een analyse van maar 1 stuk van heel dat gebeuren, dat van de
geïnterviewde
o ‘Only half of the negotiation’ is zichtbaar en is niet aanvaardbaar.
Op p.65 zien we een overgang, we zien namelijk tijdens de analyse dat de geïnterviewde voornamelijk naar
voren komt.
? Waarom zijn we hier in geïnteresseerd? We zijn toch geïnteresseerd in de beleving van respondenten, in
de subjectieve component? QR = objectieve studie van de subjectiviteit.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur chantalmichels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.