Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Logistiek: lesnotities + oefeningen en voorbeelden (alle te kennen leerstof) €3,40
Ajouter au panier

Notes de cours

Logistiek: lesnotities + oefeningen en voorbeelden (alle te kennen leerstof)

1 vérifier
 15 vues  1 fois vendu

Met uitleg waar cijfers vandaan komen

Aperçu 4 sur 48  pages

  • 8 août 2021
  • 48
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Thierry vanelslander
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (6)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: brenthostyn • 2 année de cela

avatar-seller
yunavanpuyvelde
Inleiding
Logistieke kosten:
o Perspectief gebruiker
 Keuze: zelf transporteren of transportoperator inhuren
 Transportkosten in rekening nemen: gerelateerd aan tijd, maar ook aan afstand.
 Transport is een manier om een ander doel te bereiken.
o Perspectief transportproducent: winst maximaliseren
 Keuzes maken: bv. Ritplanning
 Kernactiviteit van bedrijf
o Bedrijfslogistiek: focus op transport


Bedrijfslogistiek:
o Beweging, opslag en gerelateerde activiteiten tussen oorsprong van grondstoffen en plaats
van consumptie
 Gerelateerde activiteiten: toegevoegde waarde. Bv. Labels in kleding hangen terwijl
goederen in beweging zijn, bananen worden onderweg behandeld om een mooie
kleur te krijgen.
o Keten van activiteiten (supply chain):
 Levering van grondstoffen (materials management)
 Activiteiten van bedrijf
 Distributie naar klanten (phyisical distribution)
o Geïntegreerde benadering: verschillende aspecten bekijken we samen.
Voorbeeld: keuze transportmodus: je kiest degene met de laagste transportkosten, maar
deze modi zorgt ervoor dat andere kosten misschien ergens gaan stijgen.
Bv. Voorraad, klanteneisen, klantentevredenheid,… bepalen mee deze keuze
o Altijd trade-offs: wat brengt het op en wat kost het?

Concept van de totale kosten
Afhankelijk van een bepaald goed, kan een component in het lijstje meer of minder belangrijk
worden. Wisselwerking tussen verschillende elementen is heel belangrijk!
Totale logistieke kost omvat:
1. Transportkosten: kosten eigenlijk vervoer
2. Goederenbehandelingskosten: lossen en laden, elke aanraking = kost
Rotterdam haven = automatisch, in Antwerpen is er steeds nog arbeid nodig.
Singapore: containers hoog op elkaar, grondprijs is heel hoog, in Antwerpen is deze prijs
lager dus worden containers minder hoog gestapeld  onderste container eruit halen = kost.
3. Voorraadkosten: hangt af van waarde van goederen
4. Stock-out-kosten: kosten van voorraadtekort
Stel: nieuwe auto  we wachten 2 weken, bij een brood niet  we gaan naar andere bakker
5. Verpakkingskosten
6. Orderverwerkingskosten: automatisch of handmatig
Automatische verwerking supermarkt: bij scannen streepjescode aan kassa, wordt dit
geregistreerd naar de voorraad.
7. Administratiekosten:
8. Opstartkosten (of instelkosten): kijken in perspectief van totaalbeeld
9. Klantenservicekosten
10. Lokalisatiekosten

We kijken naar de geïntegreerde benadering, daarbinnen kijken we naar de logistieke kost.

0

,1 Totale logistieke kost
1.1 Transportkost
Wordt het meest direct beïnvloedt:
o Inhuren transportdienst: prijs van transportoperator betalen
 Stel: je gebruikt een bepaalde service heel veel = onderhandelen
 Prijzen zijn niet transparant: moeilijk vergelijken tussen luchtvervoer en wegvervoer
 Prijzen zijn afhankelijk van exogene factoren
o Eigen vervoer organiseren: tijd- en afstandkosten (vaste en variabele component)
 Zelfde beslissingen nemen als organisator transportdienst

Schaalvoordelen bij transportkost: 2000 ton in 1 schip = goedkoper dan 2 schepen van 1000 ton.
 Enkel naar transportkost kijkende zouden we enkel kijken naar dat ene schip
 Er spelen nog andere kosten mee  soms kiezen we toch voor twee schepen
Ik moet 2000 ton graan stockeren in sllo: kan goedkoper zijn om goederen over verschillende
schepen laten aankomen dan te investeren in een silo.
 Omwille van logistieke kosten worden schaalvoordelen niet maximala geëxploiteerd!

Traag of snel vervoer?
Transportkost: traag, want dat is lager
Afhankelijk van het product, bv. Diamanten  toch kiezen voor de snellere transportmanier, ook al is
die duurder.

1.2 Goederenbehandelingskosten
o In eigen beheer of door derden
o Transportbeslissingen beïnvloeden behandelingskosten:
 Lossen op een binnenschip versus vrachtwagen: containeroperatoren vragen meer
om te laden op ene binnenschip dan op een vrachtwagen
 Deel hinterlandvervoer via spoor/binnenschip versus vrachtwagen: vervoer van de
haven naar een dorp  Extra overlaadkosten
o In sommige gevallen zijn deze verwaarloosbaar. Bv. Flat rate: zoveel euro per ton, ongeacht
het goed
o Belang van goederencategorie! Afhankelijk van categorie is dit belangrijker of minder
belangrijk

1.3 Voorraadkosten
o Trade of tussen voorraad- en transportkosten: sleutelelement in belangrijke trends (Just in
time, nulvoorraden)
o Transport kan voorraden creëren (cyclische voorraad), graan komt toe, dan moet ik dit gaan
opslagen.
o Beschermen tegen tijdsfactor van transport (veiligheidsvoorraad): er zit tijd tussen bestelling
en levering. Als we enkel naar cyclische voorraad kijken: voorraad = 0 wanneer nieuwe
goederen aankomen  probleem
o Goederen in transit (voorraad tijdens vervoer)
 Goederenbehandeling tijdens vervoer, bv. Bananen
 Speculatie: ik verwacht dat de prijs van olie gaat stijgen, het zou goed zijn als mijn
schip 2 dagen later aankomt  deze opbrengst moet hoger zijn dan extra kosten
voor langer op schip




1

, o Kosten gekoppeld aan voorraden:
 Interestkost
 Kost verminderen met verwachte prijsstijging van goederen. We gaan ervan
uit dat prijsstijging de inflatie volgt
 Gebruik reële interest: ((1 + nominale interest) / (1 + inflatie)) -1
 Verzekeringskosten
 Goederen verzekeren tegen brand, piraterij, diefstal
 Anders risicokosten: als goederen niet verzekerd zijn
 Vaak vrij beperkte kost
 Ontwaarding van goederen
 Fysieke ontwaarding: rot fruit, gebroken vazen
 Economische ontwaarding: hangt af van economische levensduur van het
product: heel afhankelijk van soort product waarover we praten. Iphone X
blijft niet interessant.
 Magazijnkosten
 Bv. Ruimte huren in public warehouse: publieke magazijnen die je kan huren.
Je betaalt een jaarlijkse kost per vierkante meter om goederen daar te
stockeren.
 Privé magazijn: eigen magazijn kopen/huren/leasen.
 Afschrijvingskost, verwarming, airco. Kost per eenheid wordt niet
berekend op basis van maximumcapaciteit van het magazijn.
 Jaarlijkse kost / gemiddeld voorraadniveau = kost per eenheid.
 We willen een magazijn dat op lange termijn overeenkomt met
voorraadniveau, maar op korte termijn kunnen we extra ruimte
gebruiken voor andere goederen.
 Verschil tussen magazijnkosten en andere kostenitems: geen magazijnkost tijdens transport!
Kostenitems zijn wel van toepassing tijdens het vervoer als in het magazijn
 H = holding cost: voorraadprijs van 1 eenheid van een specifiek goed per jaar
= Kost van 1 eenheid van een bepaald product gedurende een jaar in voorraad te
houden.
 Interestkosten
 Verzekeringskosten/risicokosten
 Ontwaardingskosten
 Magazijnkosten

Verschillende soorten voorraadkosten
Cyclische voorraad
o Bestelhoeveelheid in functie van noden voor bepaalde
periode
 We bestellen goederen om aan een bepaalde vraag te kunnen voldoen
 10 broeken komen toe, ik verkoop door de week broeken  voorraad wordt kleiner
 Volgende maandag: 10 broeken verkocht en 10 nieuwe broeken komen binnen
 Gemiddeld voorraadniveau = Q / 2 (Q = 10)
 Gemiddeld over hele week hebben we aan cyclische voorraad ½*Q
 Zaagtandpatroon
o Cyclische voorraad bij producent: voorraad stijgt geleidelijk aan tot vrachtwagen aankomt
voor transport  nog steeds zaagtandpatroon, maar anders.
o Gevolg: bepaalde voorraad, cyclische evolutie
o Gemiddelde voorraad is helft van bestelhoeveelheid Q
o Aangehouden op bestemming of oorsprong, of tussenin
o Keuze transportmodus heeft gevolgen voor voorraadkostenµ

2

, Voorraad in transit
= In-transit voorraad
o Tijdens transport zijn goederen in voorraad
o Alle kostenelementen zijn van toepassing, behalve magazijnkosten
o Verzekeringskost kan heel hoog zijn
Bv. Piraterij, containerschip dat is omgekanteld en containers zijn aangespoeld = risico 
verzekeren
o Voorraden tijdens vervoer kunnen groter zijn dan cyclische voorraad: ik plaats maandelijks
een bestelling (via schip). Goederen zijn langer onderweg dan dat ze in voorraad gaan liggen
o Verschillende prikkels:
 Cyclische voorraadkosten: prikkel tot kleine zending
 In-transit voorraadkosten: prikkel tot snellere modus, liefst zo snel mogelijk
 Wel complementariteit: snelste modus vervoert vaak de kleinere zending, je wordt
dan tot dezelfde beslissing geleid
 Belangrijk om altijd te kijken naar logistieke kost

Veiligheidsvoorraad
= buffervoorraad
= voorraad die wordt aangehouden bovenop cyclische voorraad, door onzekerheid over:
 Niveau van de vraag van producten: ik ben nooit 100% zeker over mijn vraag
 Tijd tussen plaatsen van bestelling en aankomen van bestelling (order lead time)
o Achterliggend idee = aanhouden reserve
o Aankomst nieuwe goederen op niveau veiligheidsvoorraad S


Hoeveel veiligheidsvoorraad moeten we
aanhouden? We gaan uit van een constant
verkoopritme.
Veiligheidsvoorraad: verwachte gemiddeld niveau
van voorraad, op het moment dat de bestelling
toekomt.

4 elementen:
1. Leveringstijd: tijd tussen bestellen en
aankomst goederen. Hoe langer de order
lead time, hoe meer onzekerheid
2. Vraag (+ wisselvalligheid): verbruik van
voorraad (dalend patroon)
3. Aanvaardbaarheid van voorraadtekort
(stock-out) afhankelijk van risico-aversie, hoe hoger het risico, hoe minder voorraad we
moeten aanhouden.
4. Methode van voorraadbeheer of -bewaking
 Continu: na elke verkoop  we kunnen onmiddellijk bijbestellen als voorraad onder
een bepaalde hoeveelheid duikt
 Periodiek: zoveel keer per maand  veel meer onzekerheid




3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yunavanpuyvelde. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,40. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52355 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,40  1x  vendu
  • (1)
Ajouter au panier
Ajouté