Gedetailleerde, complete samenvatting met notities en slides van Personeel en organisatie, schakeljaar Handelswetenschappen, gegeven door Delanoeije Joni.
Samenvatting Personeel en organisatie
College 1 : Inleiding
Wist je dat en praktijk aan het woord niet kennen! Dit zijn enkel toepassingen om de leerstof beter te
begrijpen.
Hoofdstuk 9 niet kennen
Naam, locaties, technische termen (vakterm bv lean management) en exacte data niet kennen, enkel
wat op de slides staat.
Examen:
➔ 15 MP vragen met gis
➔ 3 open vragen (na heel uitleg antwoord, terugkoppelen naar de vraag)
1
,College 2: Organisaties en de rol van mensen
H1: De veranderende wereld van management
1. De veranderende wereld
➔ Alles is continu in verandering
➔ Verandering is vaak plots en snel en je moet hier constant van op de hoogte zijn
➔ Bv Van Kodak naar Instagram
o 1975 : medewerkers van Kodak vinden de digitale camera uit, topmanagement
erkent dit niet als de toekomst van de fotografie
o 1996: Kodak – 140 000 wn – 28 miljard dollar omzet
o 2012 : Kodak gaat failliet (ging niet mee met veranderende tijdsgeest)
o 2013 : Instagram – 13 wn – 1 miljard dollar omzet
Belangrijk om mee te gaan met de verandering, moet innovatief blijven en
op veranderingen kunnen blijven inspelen
➔ Organisaties moeten constant op de hoogte zijn van wat er speelt in de markt (bv sociale
media versus The social dilemma: huidige digitale wereld is onhoudbaar)
o Managers moeten dus eigenlijk goed zijn in voorspellen wat niet te voorspellen valt.
Maar hoe doe je dat?
➔ Toekomst is onzeker en dus belangrijk om naar het verleden te kijken om de toekomst te
voorspellen
➔ Filmpje Peter Hinssen
2. Historisch perspectief
➔ Als we naar historische achtergrond willen kijken: 4 benaderingen
➔ Van landbouw en nijverheid naar industrieel tijdperk na WO1 (Industriële revolutie)
Eerste grote, industriële bedrijven (opkomst stoommachine -> meer arbeid
nodig)
2 belangrijke pijlers:
Verdeling van de arbeid = onderverdelen van taken in kleinere taken die gemakkelijk kunnen worden
herhaald (Adam Smith, 1776)
➔ = taakspecialisatie
➔ Bv bandwerk, geen tijd verliezen door wisselen van taken, zelfde taak doen -> je kan mensen
gemakkelijker inzetten omdat het zo eenvoudig is
Industriële revolutie = komst van machinale arbeid, massaproductie en efficiënt transport
➔ IR zorgde voor nood en opkomst van managers (meer beschikbare grondstoffen, meer
arbeiders nodig -> nood aan coördinatie, planning en controle)
2
,Verschillende benaderingen
➔ Klassieke benadering -> management in de praktijk (invloedrijke denkers hierdoor)
2.1 De klassieke benadering
Klassieke benadering = grondgedachte : richting en sturing op het gedrag van medewerkers leidt tot
meer productiviteit en winst
➔ Idee: de mens als rationeel-economisch wezen
➔ Meer nadenken over jobs bij mensen: belangrijk om te kijken of iemand wel geschikt is voor
het werk -> gaat conflict tussen managers en werknemers oplossen
Taylorisme (scientific management) = gebruikt wetenschappelijke methoden om ‘best mogelijke
manier’ voor uitvoeren van bepaalde taak vast te stellen
Vier belangrijke managementprincipes van Frederick Taylor (Taylorisme):
1. Wetenschappelijke methoden om efficiëntste manier van werk te bepalen
2. Selecteer beste ‘man’, train en ondersteun ‘hem’ om efficiënt te werken
3. Werk goed samen (als manager) met arbeiders (en controle prestatie)
4. Verdeel: arbeiders (uitvoering) en manager (coördinatie & controle)
Bv. MMO = multi moment opname app (geschikt personeel, taken, prestatiebeloning, elementaire
taken)
Algemeen bureaucratische organisatietheorie = algemene theorieën over wat managers doen en
wat van management een goed management maakt
➔ POLC model: management is een universele verzameling van functies zoals plannen,
organiseren, leiden en controleren. Werknemers voeren uit.
o Grondlegger hiervan: Henri Fayol
3
, ➔ Deze functies moeten aan een aantal elementaire regels voldoen (14 kernprincipes):
Grondbeginselen van management: elementaire regels van management die je kan leren en in elk
type organisatie kan toepassen: (enkele kennen, niet allemaal kunnen opsommen)
1. Verdeling van arbeid. Specialisatie verhoogt de productie, doordat werknemers efficiënter
gaan werken.
2. Autoriteit. Managers moeten opdrachten kunnen geven. Autoriteit geeft ze dit recht.
Autoriteit gaat echter gelijk op met verantwoordelijkheid.
3. Discipline. Werknemers moeten gehoorzamen en de regels van de organisatie volgen
4. Eenheid van gezag. Iedere werknemer moet zijn opdrachten van een superieur krijgen
5. Eenheid van richting. De organisatie moet een enkel actieplan hebben, om managers en
arbeiders te leiden
6. Ondergeschiktheid van individuele belangen aan het algemene belang. De belangen van
een werknemer of groep werknemers moeten niet zwaarder wegen dan de belangen van de
organisatie als geheel.
7. Vergoeding. Werknemers moeten een vergoeding krijgen voor de geleverde arbeid.
8. Centralisatie. Verwijst naar de mate waarin ongeschikten deelnemen aan het
beslissingsproces
9. Hiërarchie. De keten van het topmanagement naar de onderste gelederen is hiërarchisch van
aard.
10. Volgorde. Mensen en grondstoffen moeten op het juiste moment op de juiste plaats zijn
11. Rechtvaardigheid. Managers moeten vriendelijk en redelijk zijn tegen hun werknemers.
12. Stabiele invulling van arbeid. Managers moeten de invulling van arbeid goed plannen en
ervoor zorgen dat vacatures snel worden vervuld.
13. Initiatief. Werknemers die plannen aandragen en willen uitvoeren moeten worden
ondersteund.
14. Teamgeest. Het aanmoedigen van teamgeest bevordert harmonie en eenheid in het bedrijf.
➔ Kunnen we in 3 delen opsplitsen
o 2-6 en 8-9: gaan over belang van gezag, hiërarchie en discipline (hier kan wrevel
ontstaan)
o 1, 10, 12: Efficiëntie en goede planning
o 7, 11, 13-14: sociale rust onder de werknemers
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur laraalink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.