Samenvatting Internationale economie
College 1 & 2: Deel 1 – De internationale economie in vogelvlucht
Waar gaat internationale economie over?
➔ De interactie tussen landen door handel in goederen en diensten, kapitaalstromen en
investeringen
➔ Het is een oud onderwerp, maar de continue groei van de wereldhandel maakt
internationale economie steeds belangrijker
➔ De link tussen internationale handel en BBP/economische groei
➔ Heeft ook politieke gevolgen
Landen worden steeds meer afhankelijke van de internationale context en verliezen
hun economische onafhankelijkheid
➔ Input productieproces zijn de productiefactoren arbeid (L) en kapitaal (K)
➔ Output zijn goederen en diensten
o Exportbedrijven kopen intermediaire goederen en diensten bij niet-exportbedrijven
o Output kunnen intermediaire goederen zijn, maar ook finale goederen
▪ Intermediaire goederen worden meer en meer belangrijk in internationale
economie
➔ K,L, goederen en diensten gaan over de grenzen maw zijn mobiel
o Internationale handel
o Internationale factormigratie (BDI’s (FDI’s) van kapitaal en (geschoolde en
ongeschoolde) arbeid
➔ Verklaring globaliseringspatroon
o Handels-en investeringspatroon
o Oorzaken toenemende internationale handel
➔ Welvaartswinst & welvaartsverdeling van globalisering?
o Winnaars, maar ook verliezers
➔ Internationaal handelsbeleid
➔ Handelspatronen: wie verkoopt aan wie?
o Klimaat en grondstoffen zijn soms determinerend
o In afgewerkte en intermediaire producten en diensten is het patroon minder
duidelijk
o Twee types van handel:
▪ Interindustry trade steunt op verschillen tussen landen
• Bv kopen kleren van China, maar zij niet van ons
▪ Intraindustry trade gebeurt tussen meer homogene landen
• Bv Fransen kopen Italiaanse wijn en Italianen kopen Franse wijn
➔ Grootte van handel?
o Regeringen proberen bepaalde sectoren af te schermen van de wereldeconomie
o Quota, exportsubsidies, tarieven, reglementen,…
o Debat over kosten en baten van protectionisme
o Afname transportkosten
o Onderdeel mondiale productieketen (transit)
o Lange versus korte termijn doelstellingen
o Internationale instellingen
o IMF, GATT,…
1
, o Handelsbeleid in diverse regio’s
o ZO-Azië, historische evolutie,…
➔ Verschillen in klimaat en grondstoffen kunnen verklaren waarom Brazilië koffie en Koeweit
olie exporteert.
➔ Maar waarom exporteert Japan auto’s en produceren wij vliegtuigen in Europa?
➔ Verschillen in arbeidsproductiviteit kunnen bepaalde patronen verklaren.
➔ Het relatieve gebruik van het aanwezig kapitaal, arbeid en land in de productie van
goederen en diensten kan de export van bepaalde producten verklaren.
o In sommige landen meer kapitaalintensief, in andere arbeidsintensief
➔ Intra industrie primeert
➔ Intermediaire goederen zijn belangrijkste import en exportgoederen
o Intermediaire goederen = goederen die nog verwerkt moeten worden tot een
product
2
,➔ Afrika wordt gebruikt voor haar grondstoffen en die gaan geëxporteerd worden naar 3 grote
regio’s: VS, Europa en ZO-Azië => interindustry relatie
➔ Wereldbeeld vanwaar België naartoe exporteert
➔ 470 miljard dollar, positieve handelsbalans (meeste export naar buurlanden en hier is
intraindustry handel)
3
, ➔ Import naar België
➔ Vooral van buurlanden -> intraindustry -> veel concurrentie tussen buurlanden
➔ Interindustry van bv Afrika veel minder
Waarom internationale handel?
➔ Verschillende “voordelen”
o Koper en verkoper verhandelen een product uit vrije keuze en maken winst
o Door handel hebben we in ons land bv bananen die we moeilijk zelf kunnen
produceren.
o De producent van bananen krijgt een inkomen die hij vrij kan besteden
o 1. We willen kunnen kiezen -> meer keuze door producten die we niet zelf kunnen
produceren
o 2. Landen kunnen zich specialiseren in zaken waar ze goed in zijn (hoogste
productiviteit)
➔ Landen kunnen hun beperkte hoeveelheid PF aanwenden om te produceren waar ze (in
vergelijking met andere productiemogelijkheden) de hoogste productiviteit in hebben. Deze
goederen/diensten kunnen ze verhandelen voor andere gewilde goederen/diensten.
➔ Handel zou de productie efficiënter maken. Exporteer goederen met de veel voorkomende
PF en importeer de goederen waarvan PF in het land schaars zijn.
➔ Lobbygroepen zijn de verliezers van internationale handel
➔ Specialiseren kan tot schaaleconomieën leiden.
➔ Handel zou landen op zich te goed komen maar kan bepaalde groepen binnen het land
schaden.
o IH kan de industrieën die moeten concurreren met de import beïnvloeden.
o IH kan effect hebben op de inkomensverdeling in een land. (lagere lonen)
o KT doelstellingen kunnen dit proces afremmen door lobbygroepen die hun
“bedreigde industrie” verdedigen bij politieke overheden
The world is flat (boek)
➔ Thomas Friedman
o Toenemende I in technologie in “broadband” verbinden tussen alle delen van de
wereld
o Computer wordt goedkoper en verspreiding neemt toe
o Email , fiber netwerk, search engines (google), telewerk,...
o “created a platform where intellectual work, intellectual capital, could be delivered
from anywhere. It could be disaggregated, delivered, distributed, produced, and put
back together again – and this gave a whole new degree of freedom to the way we
do work, especially work of an intellectual nature….THE PLAYING FIELD IS BEEN
LEVELED” …
The world is flat = global network
4