Samenvatting Biologie p1
Hoofdstuk 1,2,3 (boek A)
1-1 Verzuurde spieren
Verzuring in spieren ontstaat als spiercellen te weinig zuurstof krijgen. Bij inspanning wordt
glucose (uit voedsel) verbrand met zuurstof en omgezet in bewegingsenergie, er ontstaat
water en koolstofdioxide. Wanneer er niet meer voldoende zuurstof kan worden aangevoerd;
verzuringsgrens. Als de spieren dan nog steeds energie blijven vragen ontstaat er
melkzuur, wat pijn veroorzaakt.
1-2 Wat is stofwisseling?
Alle omzettingen van stoffen en energie in de cellen van je lichaam bij elkaar;
stofwisselingsprocessen. Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in de
cellen van een organisme.
- Organische stoffen: bestaan altijd uit één of meer koolstof, waterstof of
zuurstofatomen. De binding tussen koolstof en waterstofatomen bevatten veel
chemische energie. Glucose is een organische stof, speelt een rol bij de
energievoorziening en de opbouw van organismen.
- Anorganische stoffen: bevatten veel verschillende atomen, bv waterstofmoleculen
en keukenzoutmoleculen
Enzymen zijn stoffen die chemische reacties in cellen mogelijk maken.
Chemische energie= energie in moleculen
- Assimilatie is de opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen
(anorganisch of organische stoffen) er wordt altijd energie gebruikt. In voortgezette
assimilatie wordt bv glucose door de cel verder verwerkt tot grotere moleculen.
- Dissimilatie is de omzetting van energierijke grote organische moleculen tot kleinere
moleculen, de chemische energie die vrijkomt wordt gebruikt voor andere
doeleinden.
Chemische energie dissimilatie: bewegingsenergie of warmte. Chemische energie
zenuwcellen: elektrische energie. Chemische energie dieren: lichtenergie (opgeslagen in
de vorm van vetten eiwitten)
Dissimilatie bestaat uit een keten van chemische reacties; ATP, de energie uit verbranding
wordt opgeslagen in ATP. Bij ADP komt er chemische energie beschikbaar, dit wordt
gebruikt bij levensprocessen.
1-3 Dissimilatie
Verbranding is een voorbeeld van dissimilatie, glucose wordt afgebroken en omgezet in
water en koolstofdioxide, de chemische energie wordt vastgelegd in het ATP.
In elke cel vindt voortdurend dissimilatie plaats, anders leeft die niet. De benodigde energie
is meestal afkomstig van dissimilatie van glucose. Glucose kan met zuurstof (aeroob) of
zonder zuurstof (anaeroob) worden gedissimileerd; gisting.
- Aerobe dissimilatie: vindt plaats in mitochondriën, de energie komt weer
beschikbaar en wordt omgezet in chemische energie van ATP-moleculen.
- Anaerobe dissimilatie: energie wordt opgeslagen in ATP-moleculen. Wanneer er
geen melkzuur ontstaat, kan er ook ethanol ontstaan; alcoholgisting. Bij anaerobe
dissimilatie komt er veel minder energie vrij dan bij aerobe dissimilatie.
In een zuurstofarme omgeving breken melkzuurbacteriën glucose af tot melkzuur;
melkzuurgisting.
, Bij aerobe dissimilatie van vetten komt er meer energie vrij dan bij koolhydraten of eiwitten.
Eiwitten worden eerst gesplitst in aminozuren, er ontstaat ammoniak, een afbraakproduct
dat stikstof bevat. Bij mensen wordt ammoniak omgezet in ureum en bij dieren in urinezuur.
1-4 Stofwisseling in planten
Via huidmondjes en luchtholten worden zuurstof en koolstofdioxide door diffusie
uitgewisseld tussen de bladcellen en langs het blad stromende lucht. Een huidmondje is
omgeven door twee sluitcellen, deze kunnen het huidmondje openen en sluiten (nacht).
Transport van stoffen tussen cellen en hun omgeving kan plaatsvinden (kleine afstand
tussen cellen) door diffusie, osmose en actief transport. Bij een grotere afstand gaat dit
door stroming via de vaten. Bij kruidachtige planten liggen de vaten in de stengels
gegroepeerd in vaatbundels, in de bladeren liggen de vaten in nerven.
Via houtvaten worden vooral water en mineralen vanuit wortels, via de stengels naar de
bladeren vervoerd; anorganische sapstroom.
Bastvaten vervoeren water en assimilatieproducten van de bladeren naar alle delen van
de plant; organische sapstroom.
- Transport door houtvaten: het transport van water met opgeloste stoffen, is
voornamelijk het gevolg van verdamping van water uit de bladeren en van capillaire
werking. Uit de celwanden van de bladcellen verdampt water naar de intercellulaire
ruimten tussen de cellen, levert een grote kracht op. Worteldruk levert hierbij een
opwaartse kracht van de anorganische sapstroom, ontstaat doordat de plant actief
mineralen opneemt, osmotische waarde is in de houtvaten hoger dan die in het
bodemvocht, wordt opgenomen via wortelharen.
- Transport door bastvaten: overdag wordt er meer glucose gevormd dan er bij
dissimilatie verbruikt wordt, ‘s nachts wordt het tijdelijk opgeslagen zetmeel omgezet
in sacharose, soort suiker, en via de bastvaten afgevoerd naar andere delen van de
plant. Sacharose kan worden omgezet in glucose en verbruikt bij de dissimilatie.
Grote hoeveelheden reservestoffen worden opgeslagen in de cellen van de verdikte delen
of in de zaden (onder de grond). Zetmeel wordt opgeslagen in de zetmeelkorrels. Glucose,
fructose en sacharose zitten vooral in vacuolevocht. Vetten zijn opgeslagen als druppels in
het cytoplasma. Eiwitten kunnen zijn opgelost in het vacuolevocht of in het cytoplasma.
1-5 Koolstofassimilatie
Koolstofassimilatie is de vorming van glucose en zuurstof uit koolstofdioxide en water, bij
de assimilatie van een soort is er energie nodig, als deze energie licht is, spreken we van
fotosynthese.
Fotosynthese komt voor bij planten en cyanobacteriën; foto-autotroof, bevatten chlorofyl
in chloroplasten (bladgroenkorrels), in staat om energie uit licht om te zetten in de
chemische energie van glucose. Bij fotosynthese wordt licht gebruikt voor de vorming van
glucose.
Elke kleur heeft een bepaalde golflengte, samen vormen ze het spectrum. Planten hebben
een groene kleur, omdat de andere kleuren door het bladgroen worden geabsorbeerd, die
energie wordt vastgelegd in het ATP-molecuul. Bij fotosynthese wordt lichtenergie omgezet
in chemische energie en opgeslagen in glucosemoleculen. Het absorptiespectrum van een
stof geeft aan in welke mate verschillende kleuren licht door die stof worden geabsorbeerd.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur snwerkhoven. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.