Samenvatting van de cursus Psychologie (behoort bij het eerstejaars vak psychologie en sociologie). Duidelijk en volledig, gebruik van kleur en verstaanbare woorden.
Psychologie
1. Psychologie?
Wetenschappelijke discipline: interne geestelijke processen en externe gedragingen
Bestudeert de mentale gedachten, emoties, dingen die je nt echt ziet bij iemand (nt
observeerbaar)
Bestudeert ook gedrag (wel zichtbaar, observeerbaar)
Soorten: experimenteel, klinisch, arbeidspsychologie, ontwikkelingspsychologie,
persoonlijkheidspsychologie en sociale psychologie
via experimenten: omgeving artificieel aanpassen om effect in kaart te brengen MAAR gelden
die effecten ook in de ‘echte’ wereld?
observationeel onderzoek: hoe behandelen? = reflectie vd echte omstandigheden (geen
aanpassingen doen)
Psychologie versus psychiatrie
Perspectieven: biologische, cognitieve, psychodynamische, humanistische psychologie en
behaviorisme
Actuele vraagstukken binnen de psychologie: wetenschappelijk statuut vd psychologie en de
biomedische wetenschappen
belangrijk topic!!
* voedingsleer is geen stabiele wetenschap, het ene jaar is een bepaald VM nt goed voor de
gezondheid maar dan blijkt het toch wel zo te zijn,..
Wetenschap is een beperkte discipline door de methodologie = nt in staat om op alle vragen een
antwoord te vinden (zou veel tijd en onderzoeken kosten)
Gedachten worden door veel factoren beïnvloed maar er is nog geen zicht op welke factoren dit
precies zijn.
Wansink ontworp verschillende cartoons die beschrijven waarom en wanneer mensen minder of
meer eten en zei dat als er kleine dingen in de omgeving veranderd worden dit kan leiden tot
mensen beter te laten eten.
* conclusie volgens methodologie = probleem
Wansink zijn theorieën kloppen nt, dit is zo aangenomen door andere psychologen zonder verder
onderzoek en er iets van af te weten.
Sociale psychologie = effect vd omgeving op je gedrag
Wansink heeft wel een onderzoek gedaan maar op de foute manier.
Verband tussen bepaalde VM en kanker = onderzoek vn VM die preventief zijn tegen kanker (bv.
door middel vn antioxidanten). Johanidis heeft voor elk ingrediënt in 10 populaire Amerikaanse
gerechten onderzocht in welke mate ze kankerverwekkend zijn zijn antwoorden kloppen nt want
volgens hem zijn sommige VM kankerverwekkend en werken ze ondertussen ook preventief tegen
kanker
Discriminatie en stereotypering: ‘alle vreemdelingen zijn crimineel’ iedereen die tot een bepaalde
groep hoort heeft dus dezelfde eigenschappen
Discriminatie is eigenlijk dat je mensen gaat vermijden omdat ze een bepaalde eigenschap hebben
volgens jou bv. nt tegen een vreemdeling praten want ze zijn ‘crimineel’
* Diederik Stapel: tijdens een lezing op een school hebben leerlingen door dat de onderzoeken die hij
heeft gevoerd nt kloppen, na een tijdje waren er meer mensen die dit ook dachten en kwamen er
meer onderzoeken waardoor zijn onderzoek is teruggetrokken.
Stapel’s onderzoek is eigenlijk nooit echt uitgevoerd, hij is nt naar een station geweest, hij heeft
geen vragenlijsten laten invullen. Het onderzoek is volledig uit zijn duim gezogen = gefraudeerd.
, Nulhypothese = hypothese aantonen door uit te gaan vh tegenovergestelde, hoe waarschijnlijk is de
data als de hypothese juist of fout is.
P-waarde berekenen die iets zegt over de waarschijnlijkheid vd data indien de hypothese zou
kloppen
Hoe waarschijnlijk is de hypothese als de data gevonden is?
Andere vraag stellen aan de realiteit, nt de juiste vraag maar de fout vraag stellen bewijs
uit het ongerijmde (er vn uit gaan dat iets nt waar is) = hypothese omkeren (effect dat dn
onderzocht wordt toont aan dat de nulhypothese fout is) waardoor het omgekeerde vd
nulhypothese wel klopt
Afwezigheid vn een effect (er is geen verschil)
De vraag die je stelt bij nulhypothesetoetsing is nt de vraag waarop je een antwoord wilt
Hypothese = uitspraak over de werkelijkheid waarvan men wil weten of dit waar is of nt
onderzoek doen, data verzamelen, klopt de hypothese of nt,..
Problemen met de nulhypothesetoetsing
Significant = op basis vn data bepaalde waarde berekenen die iets zegt over de waarschijnlijkheid vd
data
Bv. IQ onderzoeken vn verschillende groepen haarkleur (nt alle blondjes zijn dom, dit is heel
verspreid), je kunt dit nt in een groep onderscheiden
Bv. als iemand vn een dak springt is het zeer waarschijnlijk dat deze persoon dood is maar wnr
iemand dood is is het heel onwaarschijnlijk dat die persoon van een dak gesprongen is.
* sinds 2005 zijn er meer controles op de betrouwbaarheid vn onderzoeken
MAAR ook al zijn sommige bevindingen waarvan aangetoond dat ze nt waar zijn worden ze nog
steeds als waarheid beschouwd zoals bijvoorbeeld dat de ene hersenhelft staat voor creativiteit en
de andere voor taal,.. aangetoond dat dit nt klopt maar toch wordt het telkens weerlegd als
waarheid.
Er zijn zeer veel zombietheorieën: dingen die nt meer ‘leven’ maar ook nog nt ‘dood’ zijn stelling
klopt nt maar blijft toch onderwezen worden
Veel variabelen meten en kijken of er vals positieven tussen zitten (p-waarde < 0,05 maar is
eigenlijk nt significant) soms puur toeval (bv. servet op been bij magere mensen)
Wetenschappelijke artikels bevatten vaak statistische fouten nu zijn er meer statistische fouten dn
vroeger, dit komt mogelijk door dat er vroeger meer manueel aan statistiek gedaan moest worden
(veel kennis vn wiskunde) en nu doet de computer dit voor ons (nt meer nachecken op fouten)
Vele onderzoekers bezondigen zich aan laakbare onderzoekspraktijken, meestal zonder het zelf te
beseffen
P-hacking: vissen naar de juiste p-waarden, waarschijnlijkheid vd data ↓ waardoor er veel
vals-positieven zullen zijn en het onderzoek onbruikbaar wordt
HARK-ing: hypothese pas opstellen wnr resultaten al binnen zijn = incorrecte toepassing
P-waarden laten het nt toe om zomaar een uitspraak te doen over een hypothese
Slechts 1/3 vd gepubliceerde psychologische studies lijken gerepliceerd te kunnen worden door
onafhankelijk onderzoek
proberen zoveel mogelijk onderzoeken vanuit andere jaren te repliceren (weerleggen) = slechts
1/3 heeft dezelfde resultaten als in het 1 ste onderzoek
Bv. kankeronderzoeken die na replicatie toch nt veelbelovend blijken te zijn = wijdverspreid
probleem in de wetenschap
We weten nt welke literatuur betrouwbaar is omdat men gebruik maakt vn enkel 1
wetenschappelijke methode namelijk de nulhypothesetoetsing of het berekenen vn statistische
significantie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur diëtiste12345. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.