Samenvatting: Nederlands
schrijven
Leesbevordering
Literaire analyse van non-fictie en strips
Stripverhalen
Kenmerken
Aantal afbeeldingen die samen een verhaal vormen
Door een striptekenaar en scenarioschrijver
Lengte van het verhaal verschilt: van enkele plaatjes tot heel boek
Strips bestemd voor kinderen en volwassenen: voorbeelden
In Vlaanderen sinds WO2, sinds jaren ‘60 erkenning als “de negende kunst”
Strips versus films
Camerastandpunt: in- en uitzoomen, kikvors- en vogelperspectief, … (spanning, emotie)
Geluid en gedachten: tekst- en gedachteballonnen
Licht en kleur: helder en somber, … (voor sfeer, gevoelens)
Beweging: vaartlijntjes, figuren die de grond niet raken, …
Gevoelens: mimiek van personages, close-ups, vorm tekstballonnen, …
Soorten strips voor kinderen
Stripstijlen
o Realistisch, semi-realistisch, karikaturaal, manga’s …
Stripgenres
o Familiestrips
o Historische strips
o Ridderstrips
o Superheldenstrips
o Detectivestrips
o …
Functies van strips
Ontspannend
o Humor: gekke situaties, misverstanden, karikaturale personages, taal (naamgeving,
versprekingen, krachttermen)
o Spanning: personages zijn ridders, detectives, journalisten, …; tijd en ruimte zijn
avontuurlijk
Emotief
o Weinig diepere gevoelens, karaktertekening, evolutie
o Wel identificatie met de held
Creatief
, o Weinig: alles wordt afgebeeld
o Toch wel: filmtechnieken doorzien
Informatief
o Historische tijd: realistische gebeurtenissen, sfeervolle decors, …
o Ruimtes als vreemde landen, andere culturen, natuur, …
Zingevend
o Moraal: vriendschappen, milieu
o Strijd tussen goed en kwaad
o SF-strips: waarschuwing over de toekomst
Literair-esthetisch ?
Geen literatuur
Weinig uitgewerkte dialogen
Weinig uitdieping van de karakters: types
Gevoelens worden ongenuanceerd gebracht
Beperkt aantal bladzijden: vaak één verhaallijn
Weinig literaire taal
…
Graphic novels
Sinds eind jaren ‘70
Lijvige strips met veel tekst
Sinds begin 21ste eeuw: bekende verhalen worden ‘verstript’
Ook voor kinderen
+ stripgedichten
Informatieve boeken
Voor alle leeftijden
Vanaf 3 jaar (kleuters): aanwijsboeken, zoekboeken, doe-boeken; nieuwe begrippen
Vanaf 6 jaar (beginnende lezers): grote illustraties, weinig tekst
Grootste aanbod vanaf 8 à 9 jaar: kinderen zijn leergierig, willen ontdekken
Thema’s
Wetenschappen en techniek: hoe-en- waaromboeken, boeken over wiskunde, over proeven,
…
Aarde en heelal: water, bergen en woestijnen, het weer, gesteenten, …
Landen en volken: steden, culturen, …
Geschiedenis: periodes, bekende figuren, ontdekkingen, …
Mens: lichaam, seks en geboorte, …
Dagelijks leven en samenleving: voeding, wonen, school, geld, …
…
Beoordeling van de kwaliteit
Inhoud: correct, min of meer volledig, relevant, actueel, aangepast aan de doelgroep, …
, Vorm: overzichtelijk, samenhangend, handige inhoudsopgave, aantrekkelijk, duidelijke
illustraties, …
Taal: heldere taal, afgestemd op de doelgroep, levendige stijl, verklaring van begrippen, …
Functies van non-fictie
Meer dan informatief…
Creatief
o Vormgeving: teksten rond thema’s, lijnen naar illustraties, combinatie foto’s en
tekeningen, dwarsdoorsneden, vergrotingen, uitzonderlijke formaten, …
o Inhoud: verrassend thema
Literair-esthetisch
o Taal: aanstekelijke teksten, heldere stijl, veel voorbeelden, details, anekdotes,
vergelijkingen, citaten, …; “literaire non-fictie
Ontspannend
o Humor om de kennis aantrekkelijk te presenteren: in taal en illustraties
o Spanning: in titel bv. ‘ontdekking’, ‘avontuur’, ‘geheimen’, ‘reis’, …; in de keuze van
de onderwerpen bv. dino’s, uitvindingen, andere culturen, bekende personen, …
Emotief
o Identificatie: ik- en we-vertellers, aandacht voor kinderjaren van beroemde
personen, jonge dieren als personages, rechtstreekse vragen aan de lezers, …
Zingevend
o Aanzetten tot denken: ecologische thema’s, actuele maatschappelijke vraagstukken,
andere culturen, …
Kinderboeken kiezen en beoordelen
Kinderboeken kiezen en beoordelen op basis van ..
De functies van kinderliteratuur
De literaire argumenten
Literaire recensies
De functies
Ontspannend
Emotief
Informatief
Zingevend
Creatief
Literair-esthetisch
De literaire argumenten
Realistische argumenten
o Een lezer kan vinden dat de werkelijkheid in een boek goed wordt weergegeven, en
daarom het boek hoog inschatten. Van minder goede boeken wordt vaak gezegd dat
ze geen echt beeld van de werkelijkheid geven, maar eerder een zwart-witbeeld: de
slechteriken zijn door een door slecht, de verhalen lopen altijd goed af, enz
, Emotieve argumenten
o In dit geval gaat de lezer voornamelijk af op het gevoelsmatige effect dat het boek op
hem heeft: het boek ‘raakt’ hem of haar. Hierbij speelt de identificatie van de lezer
met een personage een belangrijke rol.
Morele argumenten
o Lange tijd gold een jeugdboek als goed wanneer er een positieve moraal in werd
verkondigd. Maar in een meer literaire benadering van de jeugdliteratuur waardeert
men het wanneer goed en kwaad gerelativeerd worden. Goed en kwaad zijn niet
meer zo duidelijk te onderscheiden. De lezer moet eerder over het onderscheid leren
nadenken. Literair goede boeken stellen normen en waarden ter discussie en bieden
zelf geen antwoord.
Structurele argumenten
o Hier gaat het om de manier waarop een verhaal is opgebouwd: hoe het wordt
verteld, welke tijdsstructuur wordt gevolgd, … Toch is het niet noodzakelijk zo dat
een complex boek van een hoger niveau is dan één dat eenvoudiger is opgebouwd:
het spelen met de structuur moet een functie hebben en door de lezer begrepen
worden.
Vernieuwingsargumenten
o Een boek kan ook worden geprezen om zijn originaliteit of afgewezen omdat het niet
verrassend is of niets nieuws brengt. De vernieuwing kan slaan op de structuur of de
thematiek. Wanneer een auteur een thema behandelt waarover nog niet veel is
verschenen, of een bekend thema op een nieuwe manier beschrijft, wordt dat
meestal positief gewaardeerd. Veel serieboeken hebben een clichématige opbouw,
die liefst wordt doorbroken.
Recensies
Een boekbespreking = een artikel waarin een recensent zijn mening geeft over een boek
Het kader van Krikhaar en Ros
Recensies
o Bieden vaak een samenvatting van het boek
o Bespreken het kinderboek in relatie tot ..
Werkelijkheid: goed thema; geslaagde afspiegeling van de werkelijkheid;
goede moraal
Auteur: persoonlijkheid van de auteur blijkt; de bedoeling van de auteur is
duidelijk
Literatuur: mooie structuur; mooi taalgebruik: stijl!!; mooie vormgeving
Lezer: emotioneel effect; lezer kan zich identificeren; aangepast aan de
leeftijd; kennis wordt verrijkt; betutteling ontbreekt
Andere boeken: originaliteit; aansluiting bij traditie of vernieuwt; goed in
vergelijking met andere boeken
Koopwaar: praktische lay-out; redelijke prijs
Stijl
“Karakteristieke manier waarop iemand zich in taal (proza of poëzie) uitdrukt” d.i.
persoonlijke stijl.
Kan slaan op elk aspect van de taal:
o woordkeuze