MEDIA-EFFECTEN
AGENDA-SETTING
First-level agenda-setting: nieuwsmedia bepalen niet wat we denken, maar waarover we
denken
- Nieuwsmedia bepalen welke onderwerpen we belangrijk vinden
- bv onderwerpen zoals #metoo en baby Pia zijn door de media op de publieke agenda
gezet
- media bepalen dus de prominentie, het belang (salience) van onderwerpen op de
publieke agenda = 1ste stap in de vorming van publieke opinie
- verschillende onderwerpen ‘strijden’ onderling om prominentie, maar slechts enkele
zijn succesvol
Historische context
’40: Lazarsfeld deed onderzoek naar invloed van media op stemgedrag van mensen bij de
presidentsverkiezingen
- hieruit bleek dat de media niet veel effect hadden op de attitudes en opinies van
mensen, op hun stemgedrag (geen veranderingen hierin door media) ‘limited
effects model’: media zouden niet veel effect hebben op de publieke opinie
Dit limited effects idee strookt niet met de bevindingen van Walter Lippmann die in de jaren
’20 al stelde dat de publieke opinie bepaald wordt door de wereld die geconstrueerd wordt
door nieuwsmedia men gaat zijn ideeën opnieuw gaan bekijken
McCombs & Shaw (1972):
- volgden ideeën Lippman
- deden studie bij onbesliste kiezers tijdens presidentsverkiezingen in ’68:
o dns moesten het belang van verschillende issues rangschikken
o issues die als het belangrijkst werden gezien waren de issues die het meest in
de media voorgekomen waren
- media agenda bepaalt dus de publieke agenda
o wat hoog op de media agenda staat (en dus veel belicht wordt in de media),
staat ook hoog op de publieke agenda (en wordt als belangrijk gezien)
o waren de eersten die hiervoor de term ‘agenda-setting’ gebruikten
- selectieve perceptie als alternatieve hypothese kreeg minder steun
o selectieve perceptie: individuen gaan zich alleen blootstellen aan informatie
in de media die strookt met hun eigen opinies en attitudes
,425 studies
Veel studies naar agenda-setting in een verkiezingscontext maar:
- het effect van agenda-setting is niet beperkt tot een verkiezingscontext
- het effect van agenda-setting is niet beperkt tot de VS
- ook bewijs voor agenda-setting in gecontroleerde labo-experimenten gevonden
o causaliteit aangetoond, zekerheid dat media agenda het belang van issues op
de publieke agenda bepaalt
- meta-analyse van 90 studies naar agenda-setting vond een gemiddelde correlatie van
+0.53
nieuws biedt een selectief beeld van de realiteit, is geen afspiegeling van de realiteit
o nieuws is significant gecorreleerd met de publieke agenda, maar niet met de
realiteit
o bv het is niet omdat nieuwsverslaggeving over drugs ineens toeneemt, dat
het drugsprobleem in de werkelijkheid ook verergerd is
Acapulco typologie
Typologie om onderzoeken over agenda-setting te onderscheiden:
Competition: publieke opinie bekijken over alle issues op de media agenda
Automaton: individuen bevragen over alle issues op de media agenda
Natural history: publieke opinie omtrent één issue op de media agenda bekijken gedurende
lange tijd
Cognitive portrait: welk belang hechten individuen aan één specifiek issue voor en na
blootstelling aan nieuwsmedia
Second-level agenda-setting (attributie agenda-setting)
Media bepalen niet alleen waarover we denken, welke issues we belangrijk vinden maar
kunnen ook bepalen hoe we over die issues denken
, - bepaalde kenmerken van een issue kunnen meer of minder in de verf gezet worden
en zo onze mening over dat issue beïnvloeden
o dus niet alleen ‘welke topics krijgen de klemtoon’ maar ook ‘welke
kenmerken van een topic krijgen de klemtoon’
o bv bij Maggie de Block worden kenmerken zoals haar gewicht, incompetentie
vaak in de verf gezet
- 2 componenten van kenmerken:
o Cognitieve component: informatie over het issue, inhoud
o Affectieve component: positieve, negatieve of neutrale toon bij de
beschrijving van die inhoud (welk gevoel wordt opgewekt?)
- Second-level agenda-setting is sterk gelinkt aan framing (zie later)
Need for Orientation (NFO)
Agenda-setting effecten treden niet altijd op, en ook niet voor iedereen:
Nieuwsmedia zijn niet altijd de enige bron van informatie over issues, issues kunnen
gerangschikt worden van obtrusive naar unobtrusive:
- Obtrusive issues: issues waar we persoonlijke ervaring mee hebben, waar we zelf al
first-hand informatie over hebben
- Unobtrusive issues: issues waar we zelf geen ervaring mee hebben, we zijn
afhankelijk van nieuwsmedia voor informatie hierover
Sterke agenda-setting effecten voor unobtrusive issues, bijna geen effect bij
obtrusive issues
Need for Orientation concept biedt een preciezere verklaring waarom niet iedereen even
sterke agenda-setting effecten ervaart:
- NFO: mate waarin je nood hebt aan informatie over een issue, wordt bepaald door:
o Relevantie: als een issue heel persoonlijk relevant voor je is, zal de NFO hoger
zijn
o Onzekerheid: als je heel onzeker bent over een issue, zal de NFO hoger zijn
Wanneer relevantie en onzekerheid hoog zijn is de NFO hoog, als één van beide laag
is zal NFO gematigd zijn, zijn beiden laag dan zal NFO laag zijn
In het algemeen: mensen met een hoge NFO zullen sterkere agenda-setting effecten
ervaren (omdat ze meer nieuws gaan consumeren, hebben nl. veel nood aan
informatie), NFO is een moderator
NFO vooral toepasbaar op first-level agenda-setting effecten
, Gevolgen van agenda-setting
Heeft een effect op opinievorming:
- Link tussen hoeveelheid media-aandacht die gegeven wordt aan een issue en de
opinies die bestaan over dat issue
o Over een issue dat meer in de media komt zullen meer mensen een mening
hebben
First-level agenda-setting veroorzaakt priming:
- Wanneer mensen een oordeel gaan vellen gaan ze vooral rekening houden met die
issues die veel in de media gekomen zijn, omdat die geprimed zijn in hun hoofd, het
meest toegankelijk zijn
Second-level agenda-setting veroorzaakt attribute priming:
- Wanneer mensen een oordeel gaan vellen over een topic gaan ze vooral rekening
houden met die kenmerken die het meest belicht zijn geweest in de media over dat
topic, omdat die kenmerken geprimed zijn in hun hoofd, het meest toegankelijk zijn
o Bv wanneer media alleen maar negatieve kenmerken van de Block belicht
(gewicht, incompetentie, ‘luiheid’,…) dan gaan mensen vooral met die
kenmerken rekening houden wanneer ze een oordeel vellen over de Block
Recente toevoeging: third-level agenda-setting
Agenda-setting is geen lineair proces
Brein = netwerk van associaties, verschillende knooppunten/nodes in je brein die allemaal
met mekaar verbonden zijn
- Niet alleen één nieuwsbericht zal je opinie over een topic bepalen, nieuwsbericht zal
een node in je brein activeren, wat voor activatie van andere, gerelateerde nodes
zorgt (bv herinneringen aan vorige nieuwsberichten over dat topic, verhalen,…)
dat samen zal je opinie over het topic bepalen
- Niet alleen nieuwsmedia bepalen hoe je over iets denkt
FRAMING THEORY
Essentie van framing
Framing: hoe je iets presenteert (welke frames je gebruikt) heeft een invloed op wat mensen
over het issue gaan denken, beïnvloedt hoe mensen de informatie gaan verwerken
- Frames brengen structuur aan in een boodschap
- Frames suggereren een bepaalde interpretatie
- Er wordt op veel verschillende manieren naar het concept gekeken,
veel verschillende definities van framing