Samenvatting van de hoorcolleges vasculaire pathologie gedoceerd door N. adriaenssens. Deze samenvattingen bevat uitgebreide notities.
bevat:
- alle hoorcolleges gegeven door N. adriaenssens (woord per woord notities)
-perifeer arterieel vaatlijden
- Anatomie
exclusief:
- gastles Debing...
- 80% aanwezigheid
- Lessen + opdracht
- Opdracht: verschillende pathologie in groepjes van 10
HOC:
- Studiemateriaal: Ppt + artikels
- 50% wpo/50% hoc
Examen:
- Wpo apart: praktijk en opdracht
- Hoc: schriftelijk meerkeuze met gis 0,25
,Inleiding
Wat is homeostase? Evenwicht.
Vocht: ons lichaam zit vol vocht, bij een onevenwicht kunnen er oedeem bestaan. Vocht hebben we
nodig voor aanvoer/afvoer van afvalstoffen.
Het vocht zit in het vasculair systeem en het lymfesysteem. Deze werken nauw samen om de
homeostase te behouden. Je kan ze niet los van elkaar bekijken.
(Cardio)Vasculair systeem
Anatomie herhalen! De grote lymfebanen lopen parallel met grote bloedvaten. De benamingen zijn
ook hetzelfde.
Fysiologie:
Vanuit het hart O2-rijk bloed rondgepompt overal in het lichaam –
uitwisseling in het microvasculair bed– veneuze zijde is het arme bloed en
gaat terug naar hart, naar de longen, zuurstof toegevoegd en terug rond.
De zwarte bolletjes zijn de lymfevaten en lymfeklieren. Het verhaal begint
vanuit het microvasculair bed (uitwisseling rijk – arm).
Het arteriële systeem
, • Aorta – arterien – arteriolen – metarteriolen – precapillaire sfincter –
capillairen – microvasculair bed
• Metarteriole + precapillaire sfincter = vasomotoriek
• Flow en druk van het bloed voor en na de sfincter
• Uitwisseling bloed - weefsel
• Postcapillaire venulen: uitwisselingsfunctie
Bed: thv de spier, grotere structuur
Capillair: is de vezel/vaatje zelf die richting het bed gaat
Alles tot aan de precapillaire sphincter zit er in de vaatwand, spiercellagen in.
Hoe kleiner u vat, hoe dunner de spiercellaag. Deze spierlaag is aanwezig tot de metarteriolen en de
sphincter is één en al spier. Dit gaat met periodieken, spontane contracties en relaxaties aangestuurd
door het hart. De pompwerking van het hart zorgt voor de vasomotoriek. Vanaf na de sphincter heb
je geen spieren meer. Daar gebeurt de contractie door het autonome ZS. Parasympatisch en
sympatisch door de hormonen op de cellen. Door het vrijgeven van noradrenaline en acetylcholine
op de receptoren van die cellen gebeurt er een contractie. De parasympatische zorgt voor een
ontspanning. Postcapillair/zuurstofarme zijde. Hier is de uitwisseling het belangrijkste. Het rijke bloed
komt toe – alles wordt afgegeven en afvalstoffen worden afgegeven – verder transport. Afhankelijk
van de noden is er meer of minder uitwisseling nodig.
Arteriolen:
Wand heeft 3 lagen:
- Tunica intima: binnenkant: smooth oppervlakte zodat het bloed erdoor kan. Ruitvormig en in het
verlengde van de vaatwand.
- Tunica media: middelste: 2 gladde spiervezels en ook anderen (elastische of collageen). Functie:
spierwerking = contractie
- Tunica externa/adventitia: moet het sterkste zijn, bindweefsel. Functie: vastheid van het vat
,Capillairen:
Capillairen zijn zeer klein maar wel groot genoeg voor bepaalde cellen. Bestaat enkel uit
endotheelcellen, lamina basalis en collageen. Coagulatie is hierdoor gemakkelijk. Het collageen is
vaak verbonden met het omliggende bindweefsels. Je hebt in de vaatwand ook cellen: golgi complex,
mitochondriën, microfilamenten en transportblaasjes.
In ons lichaam zijn de capillairen zeer sterk aanwezig. Microfilamenten zorgen voor contractiliteit en
zijn vaak in elkaar gedraaide helixstructuren. De transportblaasjes: diffusie, lage stroomsnelheid
omdat het microvasculair bed verder van hart is waardoor diffusie makkelijker is, spleten: diffusie
door die spleet puur uit drukken of door transcytose: is een blaasje transport.
Rechtstreeks door: diffusie (verschil in drukken) of via blaasjes (grotere cellen)
,Veneuze systeem
Het zuurstofarme bloed. Spataders komen
voornamelijk voor bij dames die op leeftijd zijn,
staande beroepen, geen steunkousen, … je hebt
de drie lagen en hier heb je dezelfde lagen maar
de media is heel dun (weinig spier), minder
contractiliteit en de adventitita, de buitenkant is
dikker omdat al het vocht en bloed naar boven
gepompt moet worden.
Transport en sturing:
- Hart pomp – naar bed – veneuze systeem
- Arteriele pulsaties: spiercellagen van de arteriolen en grotere structuren die ook gaan
samentrekken. Daar profiteert het veneuze gedeelte ook nog van.
- spierpomp: zorgt ook voor flow
- kleppen: zie je bij de spataders. De bobbeltjes zijn de kleppen en deze zijn zichtbaar omdat de
venen een dikke wand hebben.
- anastomosen: rechtstreekse verbindingen tussen arteriele en veneuze gedeelte: wanneer deze
samentrekken kunnen ze zich afsluiten. Bij FA kan er zeer snel omlegging gelegd worden waar er
bloed nodig is.
Het (cardio) vasculair systeem
Spierpomp: skeletspieren trekken samen en ontspannen
en hebben een effect op de bloedvaten
Respiratoire pomp: inademen – diafragma trekt samen –
meer lucht in thorax – intradominale druk verhoogt –
bloed naar boven geduwd door de compressie –
uitademen – diafragma stijgt en druk daalt in het
abdominale.
• Het lymfesysteem
→ definitie
→ histologie
→ topografie
• Lymfecapillairen
→ locatie
→ opbouw
→ functie
• Precollectoren en collectoren
→ histologie en opbouw
→ kleppen
→ innervatie
• Lymfatische trunken
→ ductus thoracicus
→ topografie
→ lengte en kleppen
• Lymfeklieren
→ voorkomen/locatie
→ vorm, grootte, aantal en volume
→ afferente en efferente banen
→ histologie, bloedtoevoer en innervatie van de lymfeklier
→ regionale lymfeklieren en lymfekliertypes
→ vullen van de lymfeklier en regeneratie
Het lymfesysteem
• Definitie
→ afweersysteem van het lichaam
→ Functies: drainage/homeostase/transport/afvoer, immuniteit
→ Parallel met het veneuze systeem, mondt uit in bloedcirculatie (werken samen om
vochthuishouding in balans te houden, dit komt door hun verbinding)
→ Initiële lymfevaten (zwarte bollen in microvasculair bed) in de periferie, lymfeklieren als
verzamelpunten – hebben absorberende werking en voeren alles af naar de lymfeklieren
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emilied1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.