Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting verloskunde module 12: Epigenetica (Deel 1) €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting verloskunde module 12: Epigenetica (Deel 1)

1 vérifier
 53 vues  7 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Complete samenvatting van alle colleges + literatuur module 12: Epigenetica (deel 1). Ik verkoop ook de samenvatting van het tweede deel van module 12: Tractus digestivus

Aperçu 4 sur 31  pages

  • Oui
  • 27 août 2021
  • 31
  • 2021/2022
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: VermeulenCC • 1 année de cela

avatar-seller
Samenvatting module 12 - Epigenetica

DNA bevindt zich in de celkern. In de celkern zitten de chromosomen die bestaan uit DNA.
Gen: Stuk DNA wat codeert voor een eiwit die 1 erfelijke eigenschap verzorgt. Niet alle
genen staan in iedere cel aan (genexpressie).
Imprinting: of een gen wel of niet tot expressie komt
Genoom: al het in de cel aanwezige genetisch materiaal (DNA, mitochondriaal DNA)
Allel: Een variant/vorm van een gen. Vb: Gen voor haarkleur, allel voor blond haar.
Locus: de locatie van een gen op een chromosoom
Homozygoot: 2 dezelfde allelen (AA,aa). Heterozygoot: twee verschillende allelen (Aa)

DNA = Desoxyribonucleïnezuur =
dubbelstrengs gecodeerde erfelijke
informatie in basenparen. DNA zit om
de histonen, 8 histonen = een
nucleosoom. DNA is een dubbele helix
die is opgebouwd uit nucleotiden.
Deze bestaan uit desoxyribose,
fosfaatgroep en een base.
Basenparen zitten vast aan de
ruggengraat mbv waterstofbruggen,
deze worden gecodeerd met letters
(C,G, A, T), dit zijn stikstofbasen.

C-G zitten altijd aan elkaar vast.
C = cytosine
G = Guanine

A-T zitten altijd aan elkaar vast.
A = Adenine
T = Thymine

RNA = enkelstrengs kopie van DNA (transcriptie). RNA kan via een porie de cel uit en komt
in het cytoplasma terecht (Mrna). De basen blijven hetzelfde, behalve Thymine. Dit wordt
Uracil (U). Dit is belangrijk, omdat op deze manier de cel kan zien dat het RNA is en geen
DNA. RNA is een soort handleiding om eiwitmoleculen te bouwen.

Codons = groepen van 3 stikstofbasen(triplets). Belangrijk om eiwitten te kunnen bouwen
uit RNA (translatie). RNA is de handleiding voor het maken van eiwitten, dit gebeurd in de
ribosomen. De 3 stikstofbasen (3 letters) coderen samen voor een bepaald eiwit. Begint bij
startcodon en gaat door tot het stopcodon. Er kan een fout zitten (mutatie) waardoor er een
verkeerd eiwit wordt gemaakt. Deze mutatie treed meestal al op bij het kopiëren van het
DNA - transcriptie. Een puntmutatie is 1 letter (basen) die veranderd. Ook een puntmutatie
kan veel gevolgen hebben (zoals de ziekte van Duchenne).

,Celcyclus: om als organisme te kunnen voortbestaan moeten onze cellen delen. De
celdeling is sterk gecontroleerd. Problemen in de celdeling kan leiden tot celdood (apoptose)
of carcinogenese (kankercel).

Je hebt in je lichaam 23 paar chromosomen (diploïd): 22 autosomen en 1 paar
geslachtschromosomen (xx of xy). Van alle 23 chromosomen heb je er 2, in totaal 46
chromosomen. Een chromosoom bestaat uit twee chromatiden, deze zijn aan elkaar
verbonden via het centromeer. Chromatiden zijn kopieën van elkaar. Chromosomen zijn
alleen zichtbaar in een deelfase.

Genotype: verzameling van de genen van een individu
Fenotype: de waarneembare uiting van het genotype
Incomplete dominantie: aanwezigheid van beide allelen geeft een tussenvorm in het
fenotype. (beide zijn even sterk)
Co-dominantie: beide allelen komen tot expressie. (bijv: bloedgroep AB)

Interfase: aan de start van de interfase heb je een
‘normale’ cel met in totaal 46 chromosomen. De
interfase kun je onderverdelen in fasen:
-G1-fase, de cel gaat groeien er vindt eiwitsynthese
plaats ook worden de celorganellen vermenigvuldigd.
-S-fase, DNA replicatie, al het DNA wordt gekopieerd.
Je hebt 46 chromosomen en 92 chromatiden. In deze
fase kunnen mutaties in het DNA ontstaan.
-G2-fase, groeifase en voorbereiding op de deling
(mitochondria vermenigvuldigen).
Je eindigt de interfase (vroege profase) met 46
chromosomen met 92 chromatiden (verdubbeling).
*Na iedere fase is er een soort ‘controlepost’ om te
kijken of de celcyclus verder doorlopen kan worden.
Dit is belangrijk om bijvoorbeeld tumorcellen tegen te
gaan.


M-fase (mitose): van 1 cel naar 2 exacte kopieën
(dochtercellen). Vindt plaats in alle lichaamscellen

,behalve in de geslachtscellen. Er vindt kerndeling en celdeling plaats. Deze fase begint met
1 cel met 46 chromosomen en 92 chromatiden. Deze fase eindigt in 2 cellen met elk 46
chromosomen, de cel is gesplitst.

Mitose kun je onderverdelen in fasen:
-Profase: DNA rolt zich op, de celkern verdwijnt. Aan het uiteinde van de cel ontstaan
spoellichaampjes. Aan het einde van deze fase heb je nog steeds 46 chromosomen met 92
chromatiden.
-Metafase, De chromosomen bewegen zich naar het midden van de cel in het metavlak.
Vanuit de spoellichamen ontstaan trekdraden die zich hechten een de centromeren.
-Anafase, Het centromeer verdwijnt, de chromatiden worden uit elkaar getrokken. De
trekdraden trekken zich terug. Je hebt 1 cel met aan 2 kanten chromosomen, aan beide
kanten 46 chromosomen.
-Telofase, spoellichamen verdwijnen, er vormt zich een nieuwe celkern om de
chromosomen. De chromosomen ontvouwen zich. Elke nieuwe celkern bevat 46
chromosomen. Er is wel nog steeds sprake van 1 cel.
*Cytokinese, De mitose is klaar. Er ontstaan twee cellen vanuit één cel. Er komt een
celmembraan om de cellen te liggen. Er zijn nu twee nieuwe cellen gevormd met elk 46
chromosomen.
Tijdens de gehele mitose kunnen er fouten optreden in bijvoorbeeld het splitsen van
chromosomen. Dit kan verschillende (aangeboren) afwijkingen veroorzaken. Zeker als dit
tijdens de embryonale ontwikkeling gebeurd.

De meeste cellen lopen niet de gehele celcyclus door (bijvoorbeeld zenuwcellen). Deze
gaan de G0-fase in. De cel voert zijn eigen functies verder uit zonder zich te delen.




Meiose: productie van geslachtscellen (gameten).
Tijdens de bevruchting krijg je 23 chromosomen van de vader en 23 chromosomen van de

, moeder. Het is dus van belang dat in de geslachtscellen niet 46, maar 23 chromosomen
zitten. Meiose vindt alleen plaats bij geslachtscellen. Lichaamscellen zijn diploïd (2n), van
elke type chromosoom heb je er 2 die geordend zijn in paren (2 x 23 = 46). N= het aantal
verschillende typen chromosomen. Geslachtscellen zijn haploïd (1n), van elk type
chromosoom is er 1 (1x 23 = 23) aanwezig. Twee haploïde gameten vormen samen een
diploïde zygote.




Meiose 1: Je begint met 46 chromosomen (23 paar).
-Interfase 1, DNA rolt zich op (zichtbaar onder microscoop). Het kernmembraan verdwijnt.
-Profase 1, DNA rolt zich nog verder op en de celkern verdwijnt. Aan de uiteinden van de cel
worden spoellichamen zichtbaar. Het DNA wordt gekopieerd de cel wordt nu 4N ( 4x 23 =
92).
-Metafase 1, Chromosomen gaan naar het metavlak (midden van de cel), homologe
chromosomenparen liggen boven elkaar. Er liggen dus 2 paar chromosomen onder elkaar.
Vanuit de spoellichamen ontstaan trekdraden die gaan hechten aan de centromeren.
-Anafase 1, De homologe chromosomenparen gaan uit elkaar (niet de losse chromatiden)
m.b.v trekdraden. Beide helften van de cel hebben nu 46 chromosomen. De cel is nog
steeds 4N.
-Telofase 1, elke kant van de cel bevat nu één van de homologe chromosomenparen, beide
cellen hebben nu 2 van elk chromosoom = 2x 2n. Er worden twee nieuwe cellen gevormd
van elk 46 chromosomen per cel.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yaroushkawitte. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  7x  vendu
  • (1)
  Ajouter