Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Een vreemde wereld - Martine Delfos €4,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Een vreemde wereld - Martine Delfos

3 revues
 18 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van 15 pagina's voor het vak autisme aan de HAN

Aperçu 3 sur 15  pages

  • 14 janvier 2015
  • 15
  • 2014/2015
  • Resume

3  revues

review-writer-avatar

Par: mvwijck79 • 6 année de cela

Traduit par Google

clearly

review-writer-avatar

Par: info89 • 7 année de cela

review-writer-avatar

Par: Kmbrlynrcs • 8 année de cela

avatar-seller
Hoofdstuk 1: Inleiding

Autisme heeft altijd bestaan en het bestaat in alle culturen. Autisme hoort bij een
meer ‘mannelijke’ hersenstructuur. Je kunt ook alleen kenmerken hebben en niet
de gehele stoornis, dan heb je autismetrekken. Je kunt niet ‘genezen’ van
autisme, je kunt er wel mee leren leven. Stoornissen in het autismespectrum
ontstaan niet door opvoeding, ze zijn in aanleg gegeven. Soms is er geen sprake
van autisme vanuit de aanleg, maar van autistisch gedrag dat is ontstaan door
levensomstandigheden  Quasi Autistisch Patroon. Ouders van kinderen met
autisme zijn erg op hun kinderen gericht. Er zijn kerneigenschappen en
bijkomende eigenschappen bij autismespectrumstoornissen. Niet alle
eigenschappen komen altijd voor en ze zijn niet altijd even sterk. Bij mensen met
autisme speelt een breed leeftijdsspectrum binnen één persoon  MAS1P 
Mental Age Spectrum within 1 person. Een diagnose moet alleen gesteld worden
als dit een functie heeft voor het welzijn van de persoon en zijn of haar
omgeving.



Hoofdstuk 2: Aanleg of omgeving

Omgeving is belangrijk, maar aanleg bepaalt grenzen van mogelijkheden  dit
gedrag is moeilijk te veranderen. Optimale ontwikkeling  kind in gelegenheid
stellen te ontwikkelen waar het rijp voor is. Zone van naaste ontwikkeling
(Vygotsky)  kan kind nog niet zelfstandig. Wanneer kind uit zichzelf bepaald
onderwerp uitbeeldt in spel  rijp. Autisme  mogelijkheden spel beperkt (door
beperkte sociale interactie). Hulpverlening moet aansluiten op de bron van
problematiek: aanleg, omgeving of rijping.

Als er niets aan uiterlijk te zien is  zwaar voor ouders  diagnose kan
opluchting zijn. Gedrag kan vaak tijdelijk onder controle gehouden worden, maar
nieuwe gedrag niet makkelijk geautomatiseerd. Bij stoornissen  vaak
afwijkende, vertraagde of beperkte rijping van centrale zenuwstelsel. Corpus
callosum (zenuwbalk in midden van hersenen)  verbindt alle gebieden van
hersenen met elkaar  bij autisme is dit kleiner. Tijdens rijping  hersenen
lateraliseren  specifieke functies links of rechts worden ontwikkeld. Bij autisme
 minder ontwikkelde linkerhersenhelft en grijze stof neemt toe (zenuwcellen
van hersenen). Wijze en tempo van rijping  aanleg. Resultaat rijping 
afhankelijk van omgeving.

Droomslaap is belangrijk (Rapid Eye Movements Slaap)  nodig voor ontwarren
van zinloze verbindingen. Veel rijpstoornissen  ’s nachts (parasomnia’s). Goed
slaap-waakritme is belangrijk (settling)  fasen: inslaap, diepe slaap, droomslaap
en doorslaap. Bij autisme  meer discontinuïteit in slaap (dyssomnia’s),
verstoorde slaap en afwijkende slaap (parasomnia).

Basissignalen voor autisme 
- Weerstand tegen verandering  omschakeling en snelle verwerking van nieuwe
prikkels  door kleiner corpus callosum minder schakelmogelijkheden.
Aanwijzingen hiervoor  niet-vloeiende motoriek (linker en rechter hersenhelft
niet even sterk ontwikkeld) en moeilijk temperament bij baby’s (nieuwe prikkels
niet goed verwerkt).

,- Empatisch vermogen beperkt  moeilijk in anderen verplaatsen. Signalen 
moeite met omgang leeftijdsgenoten, gebrek aan gerichtheid op ander (join
attention), sterke gerichtheid op moeder enz.




Hoofdstuk 3: Verschillen tussen mannen en vrouwen

Geslacht  bepaald door chromosomen  xx is vrouw en xy man. Er zijn 23
chromosomenparen  dragen genetische, erfelijke informatie. Geschwind-theorie
 testosteron van invloed op ontwikkeling van foetus waardoor jongen of meisje
ontstaat. Bij autisme  meer mannelijke hersenen. Hoog testosteronniveau 
verminderde werking immuunsysteem, remming linkerhersenhelft, hoger
testosteronniveau na geboorte, remmende invloed op autonome zenuwstelsel.

Remming imuunsysteem (door remming thymusklier)  onderscheid of stoffen
eigen of niet-eigen zijn  biologisch zelf (kennis van lichaam over zichzelf).
Innerlijke wijsheid  stuurt gedrag  bij autisme minder ontwikkeld. Reacties van
immuunsysteem  zwak (vaak bij mannen  zwakker  afwijkingen), te sterk
(vaak bij vrouwen  allergieën enz  overreactie), onrijp (vaak bij jongens 
reageert niet adequaat). Bij autisme  zowel ongevoelig (pijn) als overgevoelig
(geluid) voor prikkels  gebrekkige reactie van immuunsysteem  vaak
onderontwikkeld biologisch zelf. Sterker biologisch zelf  beter besef van wie
men zelf is, dus sterker psychologisch zelf. Neutraal zelf  dynamisch systeem
van (on)bewuste kennis over zichzelf dat steeds bijgewerkt wordt. Biologisch-
psychologisch zelf ontwikkelt zich aan hand van ik-anderdifferentiatie (ik
onderscheiden van anderen). Freud  ego is ontwikkeling van zelf vanuit
onbewuste door middel van confrontatie met realiteit. Autisme  egocentrisch 
voeren eigen wensen door zonder over anderen te bekommeren  gebrek aan
gerichtheid op omgeving en voorstellingsvermogen over anderen.

Ik-anderdifferentiatie  belangrijk voor empatisch vermogen. Ook moet je
gevoelens kennen en begrijpen. Empathie  gevoelens van ander kunnen
voorstellen (je hoeft ze zelf niet te hebben, maar wel potentie daartoe). Het
hangt samen met linker hersenhelft (te maken met x-chromosoom)  vrouwen
zijn empatischer. Bij autisme  linker hersenhelft minder ontwikkeld. Rechterhelft
 ruimtelijk en abstract denken en creativiteit en emotionele
informatieverwerking. Linker  spreken, begrijpen van taal, verwoorden van
gedachten/gevoelens. Autisme  linker helft zwakker  afwijkend taalgebruik en
minder bewust van eigen gevoelens. Asperger  taalgebruik ‘ouwelijk’. Jongens
 4 keer vaker autisme. Verschil in empathie is noodzakelijk vanuit evolutie  bij
vrouwen nodig voor overleven van kind, bij mannen kan het juist belemmerend
zijn bij beschermen van nest. Mannen voelen wel beter gevaar aan  zoeken
veiligheid en bevestiging in maatschappelijk aanzien. Vrouwen in interpersoonlijk
contact. Autisme  vaak sterk lange termijn geheugen en opslaan van feiten
(mannelijke hersenen). Amygdala bij hen minder ontwikkeld  zwakkere
herkenning van gezichten en gezichtsuitdrukkingen. Valantie-hypothese 
rechter helft negatieve en linker positieve  is herzien: linker helft ook boosheid.
Autisten  eerlijker en zuiverder.

Morele ontwikkeling  afhankelijk van opvoeding, cultuur, intellectie en sekse.
Mannen meer gericht op competitie en rechtvaardigheid, vrouwen op zorg om

, anderen en coöperatie. Morele denken  egocentrisme en empathie
spanningsveld.

Corpus callosum  groter bij vrouwen  geleiden van prikkels sneller  nieuwe
informatie en veranderingen makkelijker verwerkt. Bij ADHD en autisme 
kleiner corpus callosum. Bij autisme  prikkel komt even snel als normaal aan
maar signalen trager  vertraging in informatieverwerking en handelen. Inertie
 bewegend lichaam moeilijk te stoppen, stilstaand lichaam moeilijk in
beweging.

Zelfreflectie  onderzoeken van het zelf (vooral gedrag en achterliggende
motieven)  gebrekkig bij autisme  nodig voor zelfreflectie: goede ik-
anderdifferentiatie, kennis over zichzelf en goed talig functioneren. Corpus
callosum ook rol  je moet verbanden kunnen leggen tussen feiten, emoties en
herinneringen.

Hormonen hebben belangrijke invloed op gedrag. Mannen  meer testosteron 
voortplanting, groei  handelen of agressie bij gevaar. Vrouwen  meer
oestrogeen  hulpeloosheid en angst bij gevaar. Adrenerge hormonen  lichaam
kan vechten of vluchten (fight-or-flight-response). Harmonieuze combinatie van
adrenaline en testosteron  daadkracht.

Verschillen mannen en vrouwen  ook door socialisatie (gezin en
maatschapppij). Alle stoornissen  gevolgen voor jongens en meisjes anders 
gevolgen worden gemeten op sociaal en maatschappelijk functioneren.



Hoofdstuk 4: De autistische stoornissen

Autisme kern: moeite met sociale interactie en gebrekkig empatisch vermogen.
Oorzaak  genetische aanleg, rodehond in baarmoeder, sommige
hersenaandoeningen, chromosomale afwijking. Verschillende benamingen 
pervasieve ontwikkelingsstoornis, contactstoornis enz. Pervasief  vanaf vroeg of
tot in volwassenheid waarbij algemeen functioneren ernstig belemmerd wordt (in
alle ontwikkelingslijnen).

DSM-V  uitgaan van aantal kenmerken en dimensies (bijvoorbeeld of
problematiek in aanleg vervat zit)  autisme, Hoog Functionerend Autisme,
Asperger en PDD-NOS nu allen ASS. Rett en desintegratieve stoornis weg uit
DSM-V vanwege organische oorzaak. Het wordt via dimensies in breder kader
gezet (ernst, intelligentie, sekse)  2 groepen nu: beperkingen in sociale
communicatie en extreme interesses/repetitief gedrag.

Meest ernstige vorm  klassiek autisme of Kanner-vorm. Ongeveer kwart van
hen heeft verstandelijke beperking. Bij IQ boven 85  Hoog Functionerend
Autisme. Moeite in sociale interactie en teruggetrokken zijn  moeilijk om
intelligentie te meten. Onderscheid maken is moeilijk  behalve bij Rett en
desintegratieve stoornis (wegvallen van vaardigheden). Ontstaansgrond voor
vormen is niet dezelfde, maar er vindt hersenontwikkeling plaats waardoor ik-
anderdifferentiatie beschadigd wordt. Theorie van Centrale Coherentie 
problemen met sociale interactie is gevolg van andere defecten (bijvoorbeeld
talig functioneren). Theory of Mind  gebrekkige sociale interactie heft gevolgen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur NikkiSes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67479 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€4,99  18x  vendu
  • (3)
Ajouter au panier
Ajouté