Samenvatting van alle leerstof uit de kennisclips, hoorcolleges, artikelen (o.a. Oomkes) incl. de casusopdrachten!
46 vues 2 fois vendu
Cours
Communicatie
Établissement
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Media en publiek
In deze samenvatting voor het vak communicatie vind je de belangrijkste leerstof uit de kennisclips, hoorcolleges, artikelen en het boek Media en publiek.
Ook de uitwerking van de casusopdrachten van leerjaar staat in de samenvatting.
Ik heb zelf met deze samenvatting zelfs een 10 gehaald!
Communicatie = het proces waarbij de zender een boodschap overbrengt naar één of meer
ontvangers.
- Intentioneel/ non-intentioneel = er zijn verschillende intenties en daarmee interpretaties van
het onderwerp.
- Geslaagd/ niet geslaagd = is de boodschap goed overgekomen?
- Verbaal/ non-verbaal = communicatie via woorden of via lichaamshouding.
Communicatiemodel Shannon & Weaver (1949)
Zender, boodschap, medium,
ontvanger.
Encoderen = Het omzetten van gedachten naar tekens of andere waarneembare uitingen. Het verpakken
van gedachten dus.
Decoderen = Het uitpakken van de boodschap door de ontvanger, het terugvertalen van de boodschap
naar de veronderstelde betekenis.
Ruis = verstoring of misvorming van het communicatieproces. Het kan ervoor zorgen dat de ontvanger
geen aandacht meer heeft voor de boodschap. Echter, kan het er soms ook voor zorgen dat de
boodcshap een juiste timing krijgt.
Intrapersoonlijke communicatie = communiceren met jezelf, laat vaak zien hoe jij jezelf ziet.
Interpersoonlijke communicatie = communicatie tussen een kleine groep mensen
Feitelijk à expressief (emotie) à relationeel (groep vormen) à appellerend (er moet iets gebeuren).
Model Schulz von Tun:
- Je geeft altijd een stukje van jezelf
Metacommunicatie = communicatie over communicatie
Massacommunicatie = het verzenden van een boodschap naar een grote massa
Theorie van Ruler:
Bij het zenden van een boodschap kan een zender kiezen voor de volgende strategieën:
, - Eenrichtingsverkeer = zender staat centraal, ontvanger is niet in beeld. Er wordt vanuit gegaan
dat de ontvanger de boodschap precies zo overneemt zoals bedoeld is, maar er is geen
toezicht of de boodschap daadwerkelijk aankomt.
- Gecontroleerd eenrichtingsverkeer = actieve zender, ontvanger is in beeld maar niet
gelijkwaardig. Zender probeert ontvanger te sturen of kennis over te dragen. De zender stelt
vooraf vast welk resultaat hij verwacht.
- Tweerichtingsverkeer = deelnemers zijn afwisselend zender en ontvanger à er is
wederzijds begrip door de dialoog.
2 Non-verbale communicatie
Kennisclip
Non-verbale communicatie = alle communicatie zonder woorden à toon, lichaamstaal.
Albert Morebean à 70/80 % van de communicatie is non-verbaal. Het effect van non-verbale
communicatie is 5 keer zo sterk als dat van verbale communicatie. We gebruiken non-verbale
communicatie tegenwoordig als aanvulling, herhaling of benadrukking van de boodschap.
Incongruentie = wanneer lichaamstaal en hetgeen dat je zegt niet overeenkomen. Vaak wordt
de non-verbale communicatie dan gezien als het ware, omdat liegen veel makkelijker gaat via
taal dan via lichaamshouding.
Micro-expressies = laten de primitieve vormen van gezichtsuitdrukkingen zien. Ze vertellen
meer over het gevoel dat er achter de boodschap verscholen zit. Ze zijn vaak maar heel kort
van duur. Het waarnemen en het kunnen lezen van deze expressies geeft je waardevolle
informatie over hoe iemand zich echt voelt.
Hoorcollege
Communicatie = het proces waarbij de zender een boodschap overbrengt naar een of meerde
ontvangers
- Non-verbale communicatie = woordloze taal, onmogelijk om achterwege te laten
- Meta-communicatie = alle communicatie over de communicatie. Ze geeft aan hoe inhoud
moet worden opgevat, hoe men zichzelf en de relatie tot de ander ziet en wat de ander wil.
Nature = aangeboren, aanleg, genetisch. Menselijk gedrag is gelijk aan dat van hogere zoogdieren, dit
wordt bepaald door instinct.
Nurture = aangeleerd, opvoeding, omgeving. Er zijn verschillen in non-verbaal gedrag tussen culturen
à gedrag is aangeleerd.
Er bestaan dus erfelijke gedragspatronen naast gedragspatronen die van samenleving tot samenleving
verschillen.
Er is een onderscheid tussen ‘digitale’ en ‘analoge’ taal.
- Digitale taal = betekenis van het woord, opgebouwd uit cijfers of letters
- Analoog = de manier waarop dit wordt uitgesproken (cynisch, boos, enthousiast)
o Analoge taal is situatie gebonden
o Analoge taal is nodig om de digitale taal te kunnen begrijpen.
à Je kan tranen hebben van verdriet en tranen hebben van vreugde.
Inhoudsniveau = Gaat om de letterlijke betekenis van de boodschap
, Betrekkingsniveau = We maken duidelijk hoe een boodschap moet worden opgevat. De toon/houding
van de zender drukken uit hoe de boodschap ontvangen moet worden. Als de zender op
betrekkingsniveau communiceert, hoeft de ontvanger er niet per se op in te gaan.
Non-verbale vormen
- Aanvulling van de boodschap = letterlijk laten zien; met handgebaren iets laten zien.
- Benadrukken van de boodschap = als je bij een boodschap extra kracht wil zetten: ‘Ik wil dat je
dat NU (benadrukken) doet’.
- Vervanging van de boodschap = Als verbale communicatie onmogelijk is (als iemand
bijvoorbeeld doof is, verkeersregelaars)
- Regeling van het gesprek = zonder woorden laten zien wie we willen betrekken/wat we willen
zeggen à blikrichting, afgeschermde lichaamshouding, vooroverbuigen.
- Terugkoppeling of feedback = Je non-verbale communicatie vertelt de spreker of je hem
begrijpt (door bijv. knikken). Dit is persoonsafhankelijk.
Universele non-verbale communicatie
Mehrabian ontdekte dat er in lichaamsgedrag tussen mensen naar drie klassen gevoelens worden
uitgedrukt:
- Responsiveness = het reageren op aanwezigheid van een anderen, variërend van negeren tot
sterk erkennen.
- Dominance = houdingen op het gebied van overheersing tot aan afhankelijkheid
- Immediacy = nabijheid of genegenheid, uitgedrukt in lichamelijke toenadering tegenover
gevoelens van afkeer à vergroting van afstand.
Dragers van non-verbale communicatie:
Uiterlijk
- Lichaamsbouw en gezicht à we koppelen lichaamsbouw aan eigenschappen, maar kunnen
ook bepaalde eigenschappen zoals leeftijd, geslacht etc aflezen.
- Haardracht, kleding à gekozen uiterlijkheden. Bij de keuze spelen factoren als zelfbeeld,
gewenste indruk, subgroep etc mee.
Lichaamsbewegingen à werken samen met lichaamstaal, hebben vaak net als woorden een duidelijke
betekenis.
- Embleemgebaren = aangeleerde en sterk gestileerde gebaren die niet uitbeelden naar
verwezen wordt. Ze hebben alleen betekenis voor wie dit heeft geleerd. Peace sign à victory
of vrede?
Gezichtsuitdrukking = De gelaatszenuw is verantwoordelijk voor de besturen van de spieren in het
gezicht. De zenuw wordt geprikkeld door 2 systemen binnen de hersenen:
- Systeem 1 à hersenschors, verantwoordelijk voor welbewuste uitdrukkingen
- Systeem 2 à lagergelegen centra, staat in verband met emotionaliteit en is vaak onbewust.
Geluk, verdriet, verbazing, boosheid. Angst, minachting, walging
Micro-expressies = onvrijwillige zeer korte spierbeweging in het gezicht die een expressie is van een
emotie/gevoel.
Oogcontact voor drie belangrijke processen tussen mensen:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ErinPelders. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.