, Hoofdstuk 2 De aarde
2.1 De aarde in ons zonnestelsel
We hebben 9 planeten.
1/3 van het aardoppervlak bestaat uit land en 2/3 uit water.
7 continenten; Europa, Azië, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Australië en
Antarctica.
Continenten die onder water liggen heet de zee.
2.2 Geografische coördinaten en tijdzones
Geografische coördinaten kunnen zeggen waar een bepaald punt zich op de
aarde bevindt.
De evenaar verdeelt de aarde in 2 delen: het noordelijke halfrond en het
zuidelijke halfrond.
Breedtecirkels/parallellen: zijn lijnen die parallel aan de evenaar lopen.
Meridianen: lijnen die van pool tot pool lopen, in totaal zijn er 360 meridianen.
Meridianen duid je aan met graden. De zogenaamde 0-meridiaan ligt bij
Greenwich in Londen en verdeelt de aarde in een westelijk en oostelijk
halfrond.
Er zijn 24 tijdzones. Een tijdzone komt overeen met 15 lengtegraden.
2.3 De seizoenen
Op 21 september en 21 maart zijn de dagen en nachten overal op aarde
precies even lang.
Winter, lente, zomer, herfst.
2.4 De getijden; vloed en eb
De aarde heeft één maan, die in ruim 27 dagen om de aarde draait. Waarbij
steeds dezelfde kant van de maan naar de aarde staat toegekeerd.
Het zeewater staat onder invloed van de aantrekkingskracht van de maan, de
zon en een kracht die ontstaat door de draaiing van de aarde.
De vloed en eb gebieden blijven steeds op dezelfde plek liggen ten opzichte
van de maan.
Vloed; opgaand tij
Eb; afgaand tij
Er zijn 2 gebieden met vloed en 2 gebieden met eb op aarde. In 24 uur wordt
het dus 2 keer vloed en 2 keer eb (om de 6 uur veranderd dit).
, 2.5 Endogene krachten
Endogene krachten: krachten die van binnenuit op de aardkorst inwerken.
Ze veroorzaken verschijnselen op aarde die voor een
belangrijkdeel bepalen hoe de aarde eruitziet.
Continentbewegingen
De aardkorst bij continenten is 25 tot 30 km dik, de aardkorst bij
de oceaanbodem is 5 tot 10 km dik.
Onder de aardkorst bevindt zich ‘de mantel’, die voor een groot
deel uit magma bestaat. Magma is een vloeibaar gesteente die
meer dan 1200 graden Celsius is.
In het midden van de aarde bevindt zich een vaste kern.
De aardkorst drijft op het magma. De stroming van magma in
de mantel veroorzaakt aardplaattektoniek.
Er zijn 6 grote aardkostplaten, die op verschillende manieren bewegen bij
breuklijnen; uit elkaar bewegen, naar elkaar toe bewegen of juist langs elkaar
bewegen.
Van elkaar af bewegen
Als de platen van elkaar af bewegen komt er magma naar boven door de
stroming.
Naar elkaar toe bewegen
Waar de aardplaten naar elkaar toe bewegen verdwijnt er weer aardkorst.
Er zijn 3 manieren waarop de aardplaten naar elkaar toe bewegen:
Subductie: de dunne oceaankorst schuift door de zijwaartse druk onder
de dikkere continentenkorst. In de subductiezone ontstaat aan de rand
van het continent een grote diepte; een trog.
Plooiingsgebergte.
Plooiing.
Langs elkaar bewegen
Aardbevingen en verschillende vulkanische verschijnselen.
Aardbevingen, vulkanen en vulkanische verschijnselen
Aardbevingen
De beweging van de aardplaten gaat niet geleidelijk, maar schoksgewijs. Zo
schok ervaren wij als een aardbeving.
Aardbevingen komen langs de gehele breuklijn voor.
Zeebeving; aardbeving in de zee.
Uit een zeebeving kan een vloedgolf ontstaan; tsunami.
Langs de beroemde San-Andreas- breuklijn hebben in het verleden zware
aardbevingen plaatsgevonden. Er zijn per dag gemiddeld ong. 25000 kleine
aardbevingen op aarde.
Vulkanen
Langs de breuklijn.
2 soorten vulkanen; kegelvulkaan en schildvulkaan.
Kegelvulkaan: vulkanen die het magma krijgen dat in delen van
de aardkorst opgesloten zit.
Voorbeelden: de Etna en de Vesuvius in Italië.
, Schildvulkaan: vulkanen die het magma rechtstreeks uit de mantel krijgen
(meestal alleen in oceanische gebieden).
Voorbeelden: de vulkanen op het eiland Hawaï, midden in de grote oceaan.
Vulkanische verschijnselen
Geiser
Warmtebronnen, kokkende modder, stoom en zwaveldamp
Warmtebronnen komen vooral voor waar het grondwater op breuklijnen en bij
vulkanen met de hete ondergrond in aanraking komt, zo wordt het water
verwarmt en ontstaan er waterbronnen.
Horsten en slenken
Slenk: bij rek kunnen delen van de aardkorst langzaam wegzakken tussen 2
breuklijnen. Dit wordt door de rivieren dan gelijk weer opgevuld door grind,
zand en klei.
Horst: de delen aardkorst blijven staan of bewegen naar boven. Een bekend
voorbeeld is de rijnslenk in zuidwest Duitsland die zich voortzet tot de
provincie Limburg.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sannebirtwhistle. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.